100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting 2.4 perceptie: probleem 2 Connections

Rating
-
Sold
-
Pages
8
Uploaded on
02-03-2022
Written in
2020/2021

Samenvatting van artikelen behorende bij probleem 2. Inclusief leerdoelen en aantekeningen naar aanleiding van de les.

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
March 2, 2022
Number of pages
8
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Probleem 2: Connections
Leerdoelen
1) Hoe gaan visuele stimuli van het oog naar het brein en hoe worden ze daar
verwerkt?
2) Welke delen van brein hebben betrekking op perceptie (visuele cortex)?
3) Welke verschillende neuropsychologische stoornissen zijn er m.b.t.
perceptie?

Literatuur
 Goldstein 2009 blz. 73-95
 Gazzaniga 2009 blz. 142-145
 Gazzaniga 2009 blz. 176-206

Herhaling probleem 1: verwerking van licht in het oog
Licht van object in oog  licht komt op retina  de visuele pigment moleculen in
de fotoreceptoren zorgen voor een chemische reactie (transductie)  signalen
gaan door lagen retina naar oogzenuw.

Probleem 2: van retina naar cortex (Goldstein, 2009 + Gazzaniga, 2009)
Oogzenuw  splitsing van oogzenuw in twee paden bij het optisch chiasme: (1)
temporale (laterale) tak naar ipsiaterale kant
en (2) nasale (mediale) tak naar de
contralaterale kant  informatie komt het
brein binnen  lateral geniculate nucleus
(LGN) in de thalamus  primaire visuele cortex
(striate cortex) in de occipitale kwab.

Zicht is belangrijk, omdat we informatie
kunnen verwerken zonder er direct mee in
contact te zijn (remote sensing of
exteroceptive perceptie).

De oogzenuw brengt de visuele informatie
naar het centrale zenuwstelsel (hersenen).

Superior colliculus = betrokken bij
oogbeweging en ander visueel gedrag zoals
aandacht. Ontvangt 10% van de signalen van
de oogzenuw.

Lateral geniculate nucleus (LGN) =
reguleert en organiseert de neurale informatie
die van de retina naar de visuele cortex gaan.
Ontvangt 90% van de signalen van de
oogzenuw die hij doorzet naar de cortex.
Ontvangt ook signalen van de thalamus (T) en
andere neuronen in de LGN (L). Is een
bilaterale structuur, dus één in
rechterhersenhelft en één in linkerhersenhelft.
Bestaat uit zes lagen die enkel van één oog
informatie ontvangt.

Rode lagen ontvangen ganglion signalen van
ipsilaterale oog en blauwe lagen ontvangen

1

, van contralaterale oog. Informatie van de verschillende ogen worden gescheiden
verwerkt. Punten op retina vormen een retinotopische kaart op de LGN die aan
elkaar aansluiten. Deze kaarten komen ook voor in de striate cortex. Objecten
dicht bij elkaar worden verwerkt door neuronen die dichtbij elkaar liggen in de
cortex. De fovea(0.01% van retina) zorgt voor 8-10% van de kaart op de cortex
(corticale vergrotingsfactor)

Van de LGN gaan de signalen naar de primaire visuele cortex/striate cortex
(V1 in figuur 5.16 Gazzaniga). Voordat de informatie daar aankomt, is deze dus al
verwerkt door tenminste vier soorten neuronen (receptoren, bipolar, ganglion en
LGN cellen). De structuur bestaat uit witte strepen die gevormd worden door
zenuwvezels. Vanaf hier gaat het signaal langs twee wegen:
1) Temporale kwab
2) Pariëtale kwab
Signalen worden ook doorgestuurd naar de frontale kwab. De cortex bestaat uit




stimulerende en remmende receptieve velden die zij aan zij bestaan (simpele
corticale cellen). Hubel en Wiesel (experiment vignet A) hebben veel onderzoek
gedaan naar de visuele cortex. Simpele corticale cellen reageren het best op
verticalen staven, omdat deze in de het stimulerende veld vallen (A). Als de staaf
gekanteld wordt, komt deze ook in het remmende veld (B), waardoor er minder
neuronen worden afgevuurd. De grafiek in het vignet heet een oriëntatie
afstemmingscurve die de reactie van een simpele corticale cel meet bij staven
met verschillende oriëntaties. Er zijn andere simpele cellen die wel op alle
oriëntaties reageren.

De meestal cellen in de cortex reageren niet op kleine hoeveelheden licht.
Complexe cellen reageren het beste op bewegende stimuli en op een bepaalde
richting waarin deze beweegt. End-stopped cellen reageren op bewegende
lijnen van een specifieke lengte of op bewegende hoeken. Hoe de neuronen
reageren om simpele vormen is belangrijk, omdat hiermee beredeneerd kan
worden hoe we op complexe vormen reageren. Hoe verder van de retina, hoe
meer neuronen vuren n.a.v. complexere stimuli.

Type cel Karakteristieken van recepties veld
Ganglion cellen Centrum-omgeving receptief veld. Reageert het best
op kleine spots, maar reageert ook op andere stimuli
Laterale geniculare Centrum-omgeving receptief veld vergelijkbaar met
ganglion cellen.
Simple corticale cellen Stimulerende en remmende gebieden die zij aan zij


2

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
mereldesnayer Erasmus Universiteit Rotterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
18
Member since
4 year
Number of followers
14
Documents
12
Last sold
1 year ago

4.0

3 reviews

5
1
4
1
3
1
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions