met een accountancy-opleiding
Secretariaat:
Heidelberglaan 15
3584 CZ Utrecht
LANDELIJK EXAMEN – OAT
Vragen
Top Transportgroep
Eerste zitting 12.30 – 15.00 uur
Datum: 29 juni 2020
Toegestane literatuur:
Studenten mogen gebruik maken van uitsluitend de volgende literatuur en
hulpmiddelen.
- Handboek 2019 Deloitte en/of Handboek 2019 E&Y en/of KPMG Jaarboek
2018/2019; een eerdere druk is toegestaan, maar wel voor eigen risico.
- Handleiding Regelgeving Accountancy (HRA) 2019; een eerdere druk is
toegestaan, maar wel voor eigen risico.
- Wwft (ingebonden)
- Rekenmachine volgens beleid en instructie hogeschool.
Eerste zitting, tijdsindicatie in minuten per vraag
Vraag 1 15 minuten / 10 punten
Vraag 2 30 minuten / 21 punten
Vraag 3 26 minuten / 17 punten
Vraag 4 22 minuten / 14 punten
Vraag 5 24 minuten / 16 punten
Vraag 6 12 minuten / 8 punten
Vraag 7 21 minuten / 14 punten
1
, Vraag 1 Initiële cijferanalyse (15 minuten/ 10 punten)
Beschrijf voor elk van de hierna genoemde posten in de conceptjaarrekening 2019
van de Top Transportgroep
1a de post Materiële vaste activa, zoals opgenomen op de geconsolideerde
balans
1b de post Netto-omzet zoals opgenomen op de geconsolideerde winst-en-
verliesrekening;
waarom deze qua aard, samenstelling en/of grootte van de post een potentieel
risicogebied vormen voor de accountantscontrole. Schenk hierbij zo mogelijk ook
aandacht aan de grondslagen van waardering en resultaatbepaling.
Betrek in uw motivatie
o de grootte van de post,
o de kenmerken van de post en
o de controleaspecten (waaronder begrepen de beweringen over de posten).
N.B.: bewoordingen moeten conform NV COS 315 A 129 zijn.
Vraag 2 Risicoanalyse (30 minuten, 21 punten)
2a Noem uit paragraaf 1.5.2 Inkoop drie (inherente) risico’s die de accountant
onderkent bij de controle van de jaarrekening 2019 van Top Transport Beheer
BV. Motiveer waarom sprake is van inherente risico’s en geef tevens aan voor
welke post(en) in de jaarrekening dit een risico is.
2b Geef voor ieder bij vraag 2a genoemd (inherent) risico twee concrete
maatregelen van interne beheersing waarmee het risico kan worden afgedekt
of beperkt. Beschrijf hierbij steeds één preventieve en één repressieve
maatregel.
2c Geef bij één van de onder 2a genoemde risico’s gemotiveerd aan of en
waarom dit (inherente) risico significant is volgens de NV COS 315 paragraaf
28.
2