Inleiding
Communicatieve rationaliteit
Standpunt Jürgen Habermans:
o Gebruik v. argumenten uit verschillende werelden objectieve,
intersubjectieve en subjectieve.
o Sociologische (breedte), juridische (hoogte) & ethische (diepte).
Professioneel of beroepsethisch kompas.
Sociologische kijk: oriëntatie in de breedte
= concrete realiteiten, waar individuele & algemene belangen tegenover elkaar staan
& waar praktijkwerker handelt vanuit een positie & vanuit een door de
maatschappij/organisatie/cliënt gegeven mandaat.
Helikopterperspectief.
Mandaat = bepaalde finaliteit die aan je job verbonden is, wat je ‘mag’ doen.
Consequentialistische argumenten:
o = als…dan-argumenten, gericht op gevolgen.
o Afwegen van belangen tegenover elkaar.
o Kan zorgen voor rolconflicten tegenstrijdige verwachtingen.
Juridische kijk: oriëntatie in de hoogte
= principes die met meerdere mensen hebben afgesproken.
Wettelijk kader geeft een standaard.
Bv. beroepsgeheim.
Deontologische argumenten:
o = principes die als rechtvaardig worden beschouwd omdat ze opgaan voor
meerdere mensen & in het algemeen belang zijn.
o Principe v. gelijkheid.
Ethische kijk: oriëntatie in de diepte
Postconventioneel:
o Gaan voorbij aan wat afgesproken is, aan wat we gewoon zijn.
o Stelt procedures & regels kritisch in vraag.
o Evenwicht tussen eigen belang, anderen & algemeen belang.
Zorgethische argumenten:
o Subjectief & persoonlijk.
o Waarden:
= nastrevenswaardige idealen die ontstaan uit diverse bronnen (bv.
religie, politiek, …).
Vaak algemeen aanvaard.
Meer-zinnigheid: waarden inclusie is een gegeven, maar verstaat
iedereen daar hetzelfde onder?
Opgelet voor toverwoorden (bv. inclusie, quality of life, …) mogen
hun ‘magie’ niet verliezen.
o Principes:
= brede consensus over waarden (bv. Universele Verklaring v. de
Rechten v. de Mensen).
1
,Geldigheid en tegensprekelijkheid (niet kennen)
Argumenten zoeken een verschillende geldigheid:
o Sociologische waarheid/feitelijkheid.
o Juridische rechtvaardigheid/juistheid.
o Ethische waarachtigheid/het goede.
Elk argument moet tegensprekelijk zijn:
o = geldigheidsclaim moet steeds in vraag gesteld worden & desnoods weerlegd
worden.
Drie vormen van kijken tegelijk te hanteren.
De wegenkaart:
o = middel om communicatieve proces op gang te zetten, om eigen positie te
bepalen & in dialoog te brengen met anderen.
Deontologie:
o = oriëntatie in de hoogte!
o Focus op omgaan met vertrouwelijke gegevens, wet- & regelgeving rond:
privacy, discretie, beroepsgeheim, dossiervorming.
o Letter v. de wet & de geest v. de wet.
2
, Privacy en vrijheid
Inleiding
Privacy:
o = datgene wat enkel tot jezelf behoort, de informatie die je een ander
ontzegt.
o = persoonlijke vrijheid om te gaan & te staan waar je wil.
o = vrijheid om te denken & te zeggen wat je wil.
o Individueel recht.
o Breed scala aan waarden en normen.
o Inbreuken op privacy aantasting zelfstandigheid, integriteit & autonomie.
Wetgeving:
o De letter van de wet de wet kennen.
o De geest van de wet de instantie v. de wet begrijpen.
Oorsprong en wettelijke verankering
Eerste omschrijving privacy – Warren & Brandeis (1890):
o ‘the right to be let alone’.
o Twee soorten vrijheid:
Negatieve invulling: recht om geen last te hebben v. anderen, private
leven kunnen afschermen vrij zijn v.
Positieve invulling: vrijheid v. meningsuiting vrij zijn om.
Vrijheid is pas zinvol als deze negatief & positief wordt ingevuld.
o Aanleiding:
Opkomst v. de pers.
Verhalen, roddels, sappige details om hun kranten te vullen.
ste
o 20 eeuw stroomversnelling:
Informatie- & communicatietechnologieën.
Ontstaan wetgeving: privacywetgeving 1992.
Privacy op gespannen voet met collectief belang:
o Voor veiligheid of volksgezondheid een deel v. onze privacy afstaan.
Bv. terroristische aanslag, corona-pandemie, …
Groeiende tolerantie & grotere bereidheid om privacy op te geven.
Individueel niveau:
o Aanvaarden cookies & gebruiksvoorwaarden zonder die ooit te lezen.
o Deel v. onze persoonlijke informatie winnen.
‘Nee, je hebt wel iets te verbergen!’
o IK besta niet zonder privacy.
o HEB fouten gemaakt die anderen niet mogen weten.
o NIKS is veilig in handen v. de overheid.
o TE vaak worden data voor andere doeleinden gebruikt.
o VERBERGEN is de enige manier om daaraan te ontkomen.
3
Communicatieve rationaliteit
Standpunt Jürgen Habermans:
o Gebruik v. argumenten uit verschillende werelden objectieve,
intersubjectieve en subjectieve.
o Sociologische (breedte), juridische (hoogte) & ethische (diepte).
Professioneel of beroepsethisch kompas.
Sociologische kijk: oriëntatie in de breedte
= concrete realiteiten, waar individuele & algemene belangen tegenover elkaar staan
& waar praktijkwerker handelt vanuit een positie & vanuit een door de
maatschappij/organisatie/cliënt gegeven mandaat.
Helikopterperspectief.
Mandaat = bepaalde finaliteit die aan je job verbonden is, wat je ‘mag’ doen.
Consequentialistische argumenten:
o = als…dan-argumenten, gericht op gevolgen.
o Afwegen van belangen tegenover elkaar.
o Kan zorgen voor rolconflicten tegenstrijdige verwachtingen.
Juridische kijk: oriëntatie in de hoogte
= principes die met meerdere mensen hebben afgesproken.
Wettelijk kader geeft een standaard.
Bv. beroepsgeheim.
Deontologische argumenten:
o = principes die als rechtvaardig worden beschouwd omdat ze opgaan voor
meerdere mensen & in het algemeen belang zijn.
o Principe v. gelijkheid.
Ethische kijk: oriëntatie in de diepte
Postconventioneel:
o Gaan voorbij aan wat afgesproken is, aan wat we gewoon zijn.
o Stelt procedures & regels kritisch in vraag.
o Evenwicht tussen eigen belang, anderen & algemeen belang.
Zorgethische argumenten:
o Subjectief & persoonlijk.
o Waarden:
= nastrevenswaardige idealen die ontstaan uit diverse bronnen (bv.
religie, politiek, …).
Vaak algemeen aanvaard.
Meer-zinnigheid: waarden inclusie is een gegeven, maar verstaat
iedereen daar hetzelfde onder?
Opgelet voor toverwoorden (bv. inclusie, quality of life, …) mogen
hun ‘magie’ niet verliezen.
o Principes:
= brede consensus over waarden (bv. Universele Verklaring v. de
Rechten v. de Mensen).
1
,Geldigheid en tegensprekelijkheid (niet kennen)
Argumenten zoeken een verschillende geldigheid:
o Sociologische waarheid/feitelijkheid.
o Juridische rechtvaardigheid/juistheid.
o Ethische waarachtigheid/het goede.
Elk argument moet tegensprekelijk zijn:
o = geldigheidsclaim moet steeds in vraag gesteld worden & desnoods weerlegd
worden.
Drie vormen van kijken tegelijk te hanteren.
De wegenkaart:
o = middel om communicatieve proces op gang te zetten, om eigen positie te
bepalen & in dialoog te brengen met anderen.
Deontologie:
o = oriëntatie in de hoogte!
o Focus op omgaan met vertrouwelijke gegevens, wet- & regelgeving rond:
privacy, discretie, beroepsgeheim, dossiervorming.
o Letter v. de wet & de geest v. de wet.
2
, Privacy en vrijheid
Inleiding
Privacy:
o = datgene wat enkel tot jezelf behoort, de informatie die je een ander
ontzegt.
o = persoonlijke vrijheid om te gaan & te staan waar je wil.
o = vrijheid om te denken & te zeggen wat je wil.
o Individueel recht.
o Breed scala aan waarden en normen.
o Inbreuken op privacy aantasting zelfstandigheid, integriteit & autonomie.
Wetgeving:
o De letter van de wet de wet kennen.
o De geest van de wet de instantie v. de wet begrijpen.
Oorsprong en wettelijke verankering
Eerste omschrijving privacy – Warren & Brandeis (1890):
o ‘the right to be let alone’.
o Twee soorten vrijheid:
Negatieve invulling: recht om geen last te hebben v. anderen, private
leven kunnen afschermen vrij zijn v.
Positieve invulling: vrijheid v. meningsuiting vrij zijn om.
Vrijheid is pas zinvol als deze negatief & positief wordt ingevuld.
o Aanleiding:
Opkomst v. de pers.
Verhalen, roddels, sappige details om hun kranten te vullen.
ste
o 20 eeuw stroomversnelling:
Informatie- & communicatietechnologieën.
Ontstaan wetgeving: privacywetgeving 1992.
Privacy op gespannen voet met collectief belang:
o Voor veiligheid of volksgezondheid een deel v. onze privacy afstaan.
Bv. terroristische aanslag, corona-pandemie, …
Groeiende tolerantie & grotere bereidheid om privacy op te geven.
Individueel niveau:
o Aanvaarden cookies & gebruiksvoorwaarden zonder die ooit te lezen.
o Deel v. onze persoonlijke informatie winnen.
‘Nee, je hebt wel iets te verbergen!’
o IK besta niet zonder privacy.
o HEB fouten gemaakt die anderen niet mogen weten.
o NIKS is veilig in handen v. de overheid.
o TE vaak worden data voor andere doeleinden gebruikt.
o VERBERGEN is de enige manier om daaraan te ontkomen.
3