Kind in beeld
Zadkine college 2021-2022
08 februari 2022
Naam
Studentennummer
Inhoud
1
,Table of Contents
Inhoud....................................................................................................................................................1
Inleiding..................................................................................................................................................2
Gegevens leerling...................................................................................................................................3
Sociaal emotionele ontwikkeling............................................................................................................3
Motorische ontwikkeling........................................................................................................................3
Taalontwikkeling.....................................................................................................................................4
Rekenontwikkeling.................................................................................................................................4
Cognitieve ontwikkeling.........................................................................................................................4
Doel........................................................................................................................................................4
Observatie leerling.................................................................................................................................4
Interview leerling..................................................................................................................................51
Interviewvragen- en antwoorden.................................................................................................51
Conclusie..............................................................................................................................................51
Begeleidingsbehoefte...........................................................................................................................52
Bronnen................................................................................................................................................53
Inleiding
Mijn naam is …i en ik ben examenkandidaat van de opleiding onderwijsassistent ik loop op
dit moment stage op basisschool ……... Voor mijn eerste examen moet ik een kind
observeren die extra begeleiding nodig zou hebben en moet ik uiteindelijk de
2
,begeleidingsbehoefte van het kind ook vaststellen. In de eerste paar dagen van mijn
stageperiode heb ik een beetje geobserveerd welke leerling mogelijk extra begeleiding nodig
zou kunnen hebben. Er waren een aantal leerlingen die mij opvielen. Mijn voorkeur lag bij
leerling I. en die heb ik ook voorgelegd bij mijn begeleidster. Verder heb ik de moeder van de
desbetreffende leerling gevraagd of ze het oké vindt dat ik haar kind zou gaan observeren en
dat ik achteraf nog een interview zou afnemen. Moeder ging akkoord als ze maar van alles
op de hoogte gesteld werd.
Door de verzamelde informatie en de voorkennis waar ik al over beschik, heb ik veel ruimte
gehad om gebruik te maken van verschillende bronnen die ik heb kunnen gebruiken in het
verslag. Het verslag is in mijn ogen opgebouwd in feitelijke en theoretische informatie. De
uitdagingen die ik heb ervaren tijdens deze stageperiode, was vooral het opdoen van
theoretische kennis in plaats van het uitvoeren van praktische vaardigheden. Tijdens het
opzoeken van verschillende bronnen, heb ik veel kennis opgedaan en heb ik op deze manier
steeds meer nieuwe leerdoelen kunnen opstellen. De theorie heb ik helaas nog niet kunnen
omzetten in praktijk, maar hopelijk zal daar nog heel veel ruimte voor zijn de komende tijd.
Tot zover heb ik er voldoening uit kunnen halen en neem ik de theorie mee in mijn volgende
periode.
Gegevens leerling
Het kind dat in de observatie wordt verwerkt is zal gaan over Kind I.
Kind I. zit in groep 6 op basisschool ……. Hij is een jongen 6 jaar en heeft een …. afkomst. Hij
woont samen met zijn vader, moeder en kleiner broertje in ….. Kind I. zit sinds kort op deze
basisschool en heeft voorheen op een andere basisschool gezeten. Hierdoor merk je dat ze
een kleine achterstand heeft op bepaalde vakken. Een daarvan is vooral rekenen en spelling.
Er wordt op deze school anders lesgegeven dan dat Kind I. gewend is en daar heeft ze vooral
heel veel moeite mee.
Sidenote: de ouders van het kind en de collega’s zijn op de hoogte van het Portret van het
Kind en dat Kind I. hierin wordt geobserveerd. Er is uiteraard eerst toestemming gevraagd bij
de ouders en dit document zal als wens voor hun, gedeeld worden met de ouders van Kind I.
en collega’s.
Naam: Kind I.
Leeftijd: -
Geslacht: Jongen
Ontwikkelingsfase: -
Afkomst: -
Broers en zussen: 1 ouder broertje
Sociaal emotionele ontwikkeling
Kind I. heeft een heel sociale en zorgzame eigenschap en kan hierdoor dus goed opschieten
met haar klasgenoten. Je ziet heel goed dat hij vaak onzeker is en de hulp of mening wilt
aanhoren van de juffrouw. Hij is niet bang om vragen te stellen als hij iets niet snapt.
Motorische ontwikkeling
Kind I. zit midden in zijn ontwikkeling en hierbij speelt de motorische ontwikkeling nog
steeds een grote rol. Je merkt aan het kind dat ze zich steeds meer bezighoudt met zijn
3
, uiterlijk. Hij trekt daarom ook graag zijn stoere tasje tijdens het buitenspelen. Kind I. speelt
tijdens het buitenspelen graag met het voetballen of het springtouwen.
De school biedt de leerlingen de mogelijkheid om tijdens de zwemlessen hun
zwemdiploma’s te behalen. Ook Kind I. neemt deel aan deze lessen. Iedere donderdag gaan
de leerlingen een uurtje zwemmen via een andere organisatie. Kind I. leert hier haar
uithoudingsvermogen en spieren aan te sterken. Via deze weg leert het kind ook een
zelfvertrouwen op te bouwen. Kind I. is inmiddels bezig bet het behalen van haar
zwemdiploma A. Je kunt zien aan het kind dat ze haar balans al bijna helemaal onder
controle heeft en dat ze inzicht heeft in de bewegingen en activiteiten die ze doet.
Taalontwikkeling
Kind I. is van ….. afkomst. Hij woont samen met zijn ouders en broer thuis. Thuis praten de
ouders van het kind altijd Nederlands. Kind I. heeft een hele duidelijke uitspraak en kan goed
articuleren. Kind I. begrijpt hierdoor de lessen woordenschat goed.
Rekenontwikkeling
Kind I. heeft heel veel moeite met rekenen. Niet omdat hij het niet kan, maar omdat de
lesmethode die op deze school wordt gegeven anders is dan hij gewend is. Het niveau
waarin les werd gegeven op haar vorige basisschool, ligt onder het niveau van de huidige
basisschool. Hierdoor heeft het kind moeite om bij te benen en is ze niet snel met het volgen
van de lesstof. Kind I. heeft een goede woordenschat en snapt wat de opdrachten zijn die ze
moet maken, het uitvoeren ervan vind ze een stuk lastiger en hier heeft ze dan ook extra
ondersteuning bij nodig. Kind I. kan goed rekenen maar kan nog niet automatiseren.
Automatiseren is in deze groep erg belangrijk. Zonder te automatiseren is het moeilijker om
te gaan werken met breuken en procenten.
Cognitieve ontwikkeling
Omdat Kind I. een achterstand heeft met automatiserend rekenen, heeft het kind geen
inzicht in de tafels tot en met 10, breuken (halve, kwarten, derden, vijfden, achtsten, tienden
en zesden), begrip voor inhoudsmaten (ml, dl en l), verhoudingen en digitaal klokkijken
zonder problemen. Om goed te kunnen presteren op school heb je cognitieve vaardigheden
nodig zoals onthouden, denken en redeneren. Deze informatie sla je allemaal op om
vervolgens uit te werken in je opdracht. Kind A heeft hier een achterstand in en extra
ondersteuning nodig.
Doel
Welk gedrag vertoont I. (Wat de redenen zijn voor het vertoonde gedrag)
Observatie leerling
Ik heb het kind niet-participerend ongestructureerd geobserveerd. Zo heb ik zonder invloed
uit te oefenen op het kind van een afstand kunnen kijken hoe het kind reageert op zijn
omgeving. ongestructureerd, omdat ik zo alles kan bijhouden en achteraf niets vergeet. De
belangrijkste dingen heb ik genoteerd. Voor de eerste observatie heeft het kind alleen achter
in de klas gezeten in toet opstelling. Voor de tweede observatie heb ik het kind
geobserveerd tijdens een gezamenlijke taalles en voor de laatste observatie heb ik het kind
geobserveerd tijdens de rekenles. Op deze manier komen de verschillen en overeenkomsten
voor mij makkelijker naar voren. Achteraf kan ik dan ook zien hoe en waar het kind het best
aan het werk kan. Tijdens mijn observatie heb ik een timer gebruikt om alles precies bij te
kunnen houden, hierbij heb ik steeds afgerond naar hele minuten.
4
Zadkine college 2021-2022
08 februari 2022
Naam
Studentennummer
Inhoud
1
,Table of Contents
Inhoud....................................................................................................................................................1
Inleiding..................................................................................................................................................2
Gegevens leerling...................................................................................................................................3
Sociaal emotionele ontwikkeling............................................................................................................3
Motorische ontwikkeling........................................................................................................................3
Taalontwikkeling.....................................................................................................................................4
Rekenontwikkeling.................................................................................................................................4
Cognitieve ontwikkeling.........................................................................................................................4
Doel........................................................................................................................................................4
Observatie leerling.................................................................................................................................4
Interview leerling..................................................................................................................................51
Interviewvragen- en antwoorden.................................................................................................51
Conclusie..............................................................................................................................................51
Begeleidingsbehoefte...........................................................................................................................52
Bronnen................................................................................................................................................53
Inleiding
Mijn naam is …i en ik ben examenkandidaat van de opleiding onderwijsassistent ik loop op
dit moment stage op basisschool ……... Voor mijn eerste examen moet ik een kind
observeren die extra begeleiding nodig zou hebben en moet ik uiteindelijk de
2
,begeleidingsbehoefte van het kind ook vaststellen. In de eerste paar dagen van mijn
stageperiode heb ik een beetje geobserveerd welke leerling mogelijk extra begeleiding nodig
zou kunnen hebben. Er waren een aantal leerlingen die mij opvielen. Mijn voorkeur lag bij
leerling I. en die heb ik ook voorgelegd bij mijn begeleidster. Verder heb ik de moeder van de
desbetreffende leerling gevraagd of ze het oké vindt dat ik haar kind zou gaan observeren en
dat ik achteraf nog een interview zou afnemen. Moeder ging akkoord als ze maar van alles
op de hoogte gesteld werd.
Door de verzamelde informatie en de voorkennis waar ik al over beschik, heb ik veel ruimte
gehad om gebruik te maken van verschillende bronnen die ik heb kunnen gebruiken in het
verslag. Het verslag is in mijn ogen opgebouwd in feitelijke en theoretische informatie. De
uitdagingen die ik heb ervaren tijdens deze stageperiode, was vooral het opdoen van
theoretische kennis in plaats van het uitvoeren van praktische vaardigheden. Tijdens het
opzoeken van verschillende bronnen, heb ik veel kennis opgedaan en heb ik op deze manier
steeds meer nieuwe leerdoelen kunnen opstellen. De theorie heb ik helaas nog niet kunnen
omzetten in praktijk, maar hopelijk zal daar nog heel veel ruimte voor zijn de komende tijd.
Tot zover heb ik er voldoening uit kunnen halen en neem ik de theorie mee in mijn volgende
periode.
Gegevens leerling
Het kind dat in de observatie wordt verwerkt is zal gaan over Kind I.
Kind I. zit in groep 6 op basisschool ……. Hij is een jongen 6 jaar en heeft een …. afkomst. Hij
woont samen met zijn vader, moeder en kleiner broertje in ….. Kind I. zit sinds kort op deze
basisschool en heeft voorheen op een andere basisschool gezeten. Hierdoor merk je dat ze
een kleine achterstand heeft op bepaalde vakken. Een daarvan is vooral rekenen en spelling.
Er wordt op deze school anders lesgegeven dan dat Kind I. gewend is en daar heeft ze vooral
heel veel moeite mee.
Sidenote: de ouders van het kind en de collega’s zijn op de hoogte van het Portret van het
Kind en dat Kind I. hierin wordt geobserveerd. Er is uiteraard eerst toestemming gevraagd bij
de ouders en dit document zal als wens voor hun, gedeeld worden met de ouders van Kind I.
en collega’s.
Naam: Kind I.
Leeftijd: -
Geslacht: Jongen
Ontwikkelingsfase: -
Afkomst: -
Broers en zussen: 1 ouder broertje
Sociaal emotionele ontwikkeling
Kind I. heeft een heel sociale en zorgzame eigenschap en kan hierdoor dus goed opschieten
met haar klasgenoten. Je ziet heel goed dat hij vaak onzeker is en de hulp of mening wilt
aanhoren van de juffrouw. Hij is niet bang om vragen te stellen als hij iets niet snapt.
Motorische ontwikkeling
Kind I. zit midden in zijn ontwikkeling en hierbij speelt de motorische ontwikkeling nog
steeds een grote rol. Je merkt aan het kind dat ze zich steeds meer bezighoudt met zijn
3
, uiterlijk. Hij trekt daarom ook graag zijn stoere tasje tijdens het buitenspelen. Kind I. speelt
tijdens het buitenspelen graag met het voetballen of het springtouwen.
De school biedt de leerlingen de mogelijkheid om tijdens de zwemlessen hun
zwemdiploma’s te behalen. Ook Kind I. neemt deel aan deze lessen. Iedere donderdag gaan
de leerlingen een uurtje zwemmen via een andere organisatie. Kind I. leert hier haar
uithoudingsvermogen en spieren aan te sterken. Via deze weg leert het kind ook een
zelfvertrouwen op te bouwen. Kind I. is inmiddels bezig bet het behalen van haar
zwemdiploma A. Je kunt zien aan het kind dat ze haar balans al bijna helemaal onder
controle heeft en dat ze inzicht heeft in de bewegingen en activiteiten die ze doet.
Taalontwikkeling
Kind I. is van ….. afkomst. Hij woont samen met zijn ouders en broer thuis. Thuis praten de
ouders van het kind altijd Nederlands. Kind I. heeft een hele duidelijke uitspraak en kan goed
articuleren. Kind I. begrijpt hierdoor de lessen woordenschat goed.
Rekenontwikkeling
Kind I. heeft heel veel moeite met rekenen. Niet omdat hij het niet kan, maar omdat de
lesmethode die op deze school wordt gegeven anders is dan hij gewend is. Het niveau
waarin les werd gegeven op haar vorige basisschool, ligt onder het niveau van de huidige
basisschool. Hierdoor heeft het kind moeite om bij te benen en is ze niet snel met het volgen
van de lesstof. Kind I. heeft een goede woordenschat en snapt wat de opdrachten zijn die ze
moet maken, het uitvoeren ervan vind ze een stuk lastiger en hier heeft ze dan ook extra
ondersteuning bij nodig. Kind I. kan goed rekenen maar kan nog niet automatiseren.
Automatiseren is in deze groep erg belangrijk. Zonder te automatiseren is het moeilijker om
te gaan werken met breuken en procenten.
Cognitieve ontwikkeling
Omdat Kind I. een achterstand heeft met automatiserend rekenen, heeft het kind geen
inzicht in de tafels tot en met 10, breuken (halve, kwarten, derden, vijfden, achtsten, tienden
en zesden), begrip voor inhoudsmaten (ml, dl en l), verhoudingen en digitaal klokkijken
zonder problemen. Om goed te kunnen presteren op school heb je cognitieve vaardigheden
nodig zoals onthouden, denken en redeneren. Deze informatie sla je allemaal op om
vervolgens uit te werken in je opdracht. Kind A heeft hier een achterstand in en extra
ondersteuning nodig.
Doel
Welk gedrag vertoont I. (Wat de redenen zijn voor het vertoonde gedrag)
Observatie leerling
Ik heb het kind niet-participerend ongestructureerd geobserveerd. Zo heb ik zonder invloed
uit te oefenen op het kind van een afstand kunnen kijken hoe het kind reageert op zijn
omgeving. ongestructureerd, omdat ik zo alles kan bijhouden en achteraf niets vergeet. De
belangrijkste dingen heb ik genoteerd. Voor de eerste observatie heeft het kind alleen achter
in de klas gezeten in toet opstelling. Voor de tweede observatie heb ik het kind
geobserveerd tijdens een gezamenlijke taalles en voor de laatste observatie heb ik het kind
geobserveerd tijdens de rekenles. Op deze manier komen de verschillen en overeenkomsten
voor mij makkelijker naar voren. Achteraf kan ik dan ook zien hoe en waar het kind het best
aan het werk kan. Tijdens mijn observatie heb ik een timer gebruikt om alles precies bij te
kunnen houden, hierbij heb ik steeds afgerond naar hele minuten.
4
