100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Bedrijfseconomie samenvatting meerdere boekjes

Rating
-
Sold
-
Pages
8
Uploaded on
10-02-2022
Written in
2019/2020

Een samenvatting met hoofdstukken uit drie verschillende boekjes. Hoofdstuk 1 en 2 van boekje Investeren, hoofdstuk 1 van Financiering en Verslaggeving, hoofdstuk 1,2 en 3 van Personeelsbeleid en interne organisatie

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
4

Document information

Uploaded on
February 10, 2022
Number of pages
8
Written in
2019/2020
Type
Summary

Subjects

Content preview

Bedrijfseconomie samenvatting

Investeren - hoofdstuk 1
liquide middelen nemen af → negatieve cashflow/kasstroom. Met liquide
middelen schaft een ondernemer activa aan.
cashflow = nettowinst + afschrijvingen
terugverdienperiode: periode waarin de investering zichzelf terugverdient via
positieve kasstromen, wat komt door toekomstige opbrengsten van investering.

risico’s van investering kunnen kleiner gemaakt worden door:
● instellen van maximale terugverdientijd
● kasstromen laag inschatten
● looptijd van kasstromen niet te lang maken

restwaarde levert aan eind van de levensduur een positieve kasstroom op.
contante waarde positieve kasstromen = CW jaarlijkse cashflows + CW restwaarde
netto contante waarde = CW jaarlijkse cashflows + CW restwaarde - investering
een bedrijf investeert indien de NCW hoger is dan 0

Investeren - hoofdstuk 2
intrinsieke waarde is eigen vermogen van onderneming → verschil tussen
waarde van activa en vreemd vermogen (eenmanszaak of vof)

intrinsieke waarde/eigen vermogen van bv of nv = geplaatst aandelen kapitaal (gak)
+ reserves + netto winst

bij due-dilligenceonderzoek wordt niet alleen gekeken naar balansposten en
verlies/winst op resultatenrekening, maar ook naar factoren die van invloed zijn op
toekomstige resultaten.

rentabiliteitswaarde heeft resultatenrekening als uitgangspunt → kosten en
opbrengsten in verleden. incidentele opbrengsten/verkopen worden uit
resultatenrekening gehaald om genormaliseerd winstniveau te behalen.
winst van eenmanszaak hoger → ondernemersloon.
kostenvoet/discontovoet: % dat minimaal behaald moet worden om genomen risico
te rechtvaardigen. (vaak 12% tot 20%)
te betalen voor overname bedrijf = nettowinst : gewenste discontovoet

om risico in te schatten, wordt gekeken of bedrijf afhankelijk is van: verkoop van
verschillende producten, bepaalde werknemers, aantal klanten, bepaalde
leverancier, enz.


nadelen van methode:


1

, ● verondersteld dat nettowinst gelijk blijft
● geen rekening met financiering vreemd vermogen → hefboomeffect
● gekeken naar toekomstige winst, maar niet kasstromen

discounted cashflow: kijken naar toekomstige kasstromen en verhouding EV/VV en
een rendementseis.
liquidatiewaarde: verschil met

Financiering en verslaggeving - hoofdstuk 1
Aandelen:
positief sentiment: als koersen de neiging hebben om te stijgen → bullmarkt
negatief sentiment: als koersen de neiging hebben om te dalen → bearmarkt
volatiliteit: mate van beweeglijkheid van aandelenkoers of koersindex. hele grote
bedrijven zijn stabiel, dus lage volatiliteit.
AEX-koersindex: indexcijfer dat koersverloop van belangrijkste Nederlandse
aandelen weergeeft.
Bij goed beursklimaat is aantrekkelijk om als bedrijf te starten op aandelenmarkt,
want er zijn veel beleggers die aandelen (tegen hoge prijs) willen kopen.

Obligaties:
Elk jaar krijgt obligatiehouder een vaste rentevergoeding, →
coupon rentepercentage x nominale waarde obligatie.
Als kapitaalmarktrente hoger wordt dan de couponrente op obligatie, wordt de
obligatie minder aantrekkelijk en zal koers dalen.

beleggingsfonds is naamloze vennootschap, belegt in aandelen, obligaties
en waardepapieren → probeert beleggingen zoveel mogelijk te spreiden
waardoor risico wordt verminderd.

Effectenbeurs is deel van vermogensmarkt (geheel van vraag naar aanbod van
vermogen) en is abstracte markt. Vermogensmarkt bestaat uit geldmarkt en
kapitaalmarkt. Geldmarkt: vermogen uitgeleend voor termijn < jaar. Kapitaalmarkt:
permanent en langdurig tijdelijk vermogen (>1jaar) wordt aangeboden en gevraagd.
Aanbieders van vermogen zijn vragers naar vermogenstitels.

Aanbieders/vragers van vermogen: huishoudens, bedrijven, overheid.
Gezinnen vragen vermogen door aanschaf van consumptiegoederen en
onroerend goed → persoonlijke lening, doorlopend krediet, hypothecaire
lening.
Overheid vraagt vermogen door plaatsen van staatsobligaties en lenen van
bedragen bij institutionele beleggers.




2

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
espringeling
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
32
Member since
4 year
Number of followers
27
Documents
19
Last sold
5 months ago

3.9

7 reviews

5
3
4
2
3
1
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions