Inhoudsopgave
Socialisatie..............................................................................................................................................2
Morele normen..............................................................................................................................2
Juridische normen:.........................................................................................................................2
Sociale normen...............................................................................................................................2
Hospitalisering....................................................................................................................................2
Rolconflicten.......................................................................................................................................3
Positieve sociale controle...............................................................................................................4
Negatieve sociale controle.............................................................................................................4
Gradaties in overtreding van gedragsnorm en gradaties in sociale controle......................................5
Sociale verbanden..................................................................................................................................5
Formele groepen................................................................................................................................6
Sociale positie.....................................................................................................................................7
Netwerk..............................................................................................................................................7
Moderne samenleving........................................................................................................................7
De samenleving voorziet in behoeften van de leden:.........................................................................8
Sociale ongelijkheid naar leeftijd........................................................................................................9
Sociale ongelijkheid naar etniciteit.....................................................................................................9
Sociale ongelijkheid naar sekseverschillen.......................................................................................10
Sociale ongelijkheid naar seksuele voorkeur....................................................................................10
Sociale ongelijkheid op basis van sociaaleconomische ongelijkheid................................................10
1. Standenmaatschappij (vroeger)................................................................................................11
2. Klassenmaatschappij (klassiek).................................................................................................11
3. Stratificatie...............................................................................................................................11
Sociale mobiliteit..............................................................................................................................11
De parade van pen........................................................................................................................12
Sociale beweging in organisaties..........................................................................................................13
Macht...............................................................................................................................................14
Machtsmiddelen...........................................................................................................................15
Betaalde & onbetaalde arbeid..............................................................................................................15
Geschiedenis van de arbeid en arbeidsethos.......................................................................................18
Traditioneel arbeidsethos.............................................................................................................18
Kritisch arbeidsethos....................................................................................................................18
Alternatief arbeidsethos...............................................................................................................18
,WEEK 1
Socialisatie
- Het proces waarbij mensen zich aanleren zich sociaal te gedragen in de voor hem relevante
groepen.
- We leren dus opvattingen over wat van belang is en hoe iets hoort.
- Voorbeeld: bewust kinderen meenemen naar musea. (wat belangrijk is) Onbewust kinderen
leren tafeldekken.(hoe het hoort)
Het aanleren van waarden
- Wat is goed, wat is nastrevenswaardig
- Eer, fatsoen, schoonheid, eerlijkheid, gastvrijheid, compassie, vrijheid, etc
- Waarden geven invulling aan doelen van een individu en groep
- Af te lezen aan hoe mensen praten over deze waarden; en
- Af te lezen aan hoe mensen deze waarden naleven in daden
Het aanleren van normen
- Normen zijn concrete gedragsregels die aangeven wat verwacht wordt in een bepaalde
situatie, wat je moet doen of juist niet moet doen.
- Normen geven invulling aan het ‘toepassen van waarden’
- Af te lezen aan hoe mensen handelen en
- Af te lezen waarop men elkaar aanspreekt
- Verschillende normen, 3 type:
o Morele normen
Verschil maken tussen goed en slecht gedrag (geloof)
o Juridische normen:
Verschil tussen legaal en illegaal gedrag (wetboeken)
o Sociale normen
verschil maken tussen gepast en ongepast gedrag (wat je zelf vind, ze
bewegen)
Bewust en niet-bewust gedrag
- door socialisatie wordt veel gedrag onbewust overgenomen
- ‘zo doen we het gewoon’
- Het onbewuste eigen maken van gedragsnormen het internalisering
- Leidt tot vanzelfsprekend gedrag
- Handig, niet over elke handeling hoeven na te denken!
- Pas in confrontatie met andere normen worden je eigen normen zichtbaar (cultuur
verschillen)
Hospitalisering
- Een bijzondere vorm van internalisering in hospitalisering
- We zien dit in bejaardenhuizen, psychiatrische instellingen, gevangenissen, kloosters
, Normen leiden tot voorspelbaar gedrag
- Erg handig (verkeersregels, rij aan sluiten)
1.3
Normen gekoppeld aan positie of rol. (bv. Arts, politie, moeder)
Effect: - de norm voor het gedrag van de roldrager wordt bepaald door de verwachtingen / eisen van
anderen.
- Publiek, maatschappij, organisatie, klant, groepsleden, patiënt, gezin, etc
- Dat kan conflicten opleveren tussen de persoon van de roldrager en de verwachtingen die
aan hem/haar worden gesteld door anderen of zichzelf
Rolconflicten
- Intern: als je de verschillende verwachtingen binnen 1 rol niet kunt combineren. (advocaat
en sporter)
- Extern: als de verwachtingen aan je verschillende rollen in de samenleving niet kunt
combineren(ouder, werknemer, team genoot)
1.4
Hoe ontstaat een gedragsnorm?
1. Willekeurig gedrag
2. Herhaling willekeurig gedrag = er ontstaat een patroon
3. Patroon wordt normaal gedrag = institutie
Institutie: gestandaardiseerd patroon van denken en doen in bepaalde situaties. Zo gegroeid,
afgesproken of juridisch vastgelegd in een groep of samenleving.