Anatomische vlakken en
assen:
Sagittale vlak: bevat het mediale
vlak. onderscheid dexter (re) van
sinister (li). Van mediaal naar
buiten noemen we lateraal (arm
ligt lateraal van hart). Andersom
ligt het hart mediaal van het
arm.
Transversale vlak: Superior &
inferior. Craniaal & caudaal.
Frontale vlak: Anterior &
posterior. ventraal & dorsaal.
De assen moet je zien alsof ze op dat punt het lichaam splijten.
Longitudinale as splijt frontale vlak, dus hij splijt op het hoofd het lichaam in
voor&achter
Sagittale as splijt het sagittale vlak, dus hij splijt vanaf de navel het lichaam in
rechts&links
Transversale as splijt het transversale vlak, dus hij splijt vanaf de heup in
boven&onder
9 buikvlakken:
Regio abdominalis lateralis wordt ook wel gewoon de lateralis genoemd.
1
,In de praktijk wordt vaker gebruik gemaakt van 4 vlakken:
Termen:
Distaal: van de ledermaat af (vinger ligt distaal van pols)
Proximaal: naar de ledermaat toe (pols ligt proximaal van vinger)
Profundus: diep (gelegen)
Superficiaal: oppervlakkig (gelegen)
Sub: onder, dieper
Supra: boven, over
Super: boven
Ascendens: opstijgend (denk aan m. trap)
Descendens: afdalend (denk aan m. trap)
Brevis: kort
Longus: lang
Communicis: gemeenschappelijk
Obliquus: schuin (denk aan m. abdominis obliquus)
Rectus: recht
Teres: rond
Semi: half
Articulatio: gewricht (art.)
Caput: kop/hoofd
Collum: hals/nek
Ductus: kanaal
Facies: vlak
2
,Fissura: spleet
Fasciculus: bundel
Plexus: netwerk (denk aan plexus brachialis)
Foramen: opening/gat
Fossa: kuil
Incisura: insnijding
Origo: oorsprong
Insertio: aanhechting
Manus: hand
Pes: voet (mv: pedis)
Meatus: (uitwendige) opening/kanaal
Margo: rand
Ossis: bot
Processus: uitsteeksel
Spina: doorn/uitsteeksel
Sulcus: groef
Sutura: naad
Tuberculum: knobbel (denk aan tuberculum major)
Vena: ader (v.)
Aterium: slagader (a.)
Veelgebruikte termen OK:
Annulus en anus: ring (denk aan discus annulus en de anus)
Adenoïd: neusamandel
Tonsil: keelamandel
Alienum: vreemd/buiten
Glandula suprarenalis: bijnier
Callus: zwelling vlakbij een genezende fractuur (zacht botweefsel)
Dentitium: gebit/tanden
Diurese: urineproductie
Art. Talocalcaneonavicularis: enkelgewricht (TCN)
Art. Cubiti: elleboog
Fornix: ruimte in de vagina rond de cervix(baarmoederhals)
Uterus: baarmoeder
Foramen magnum of occipitale: achterhoofdsgat
Fossa: gracht/diepte/kuil
Ganglion: zenuw knoop
Gyri: windingen
Articulatio: gewricht
Hemi: half (semi is ook half in tellen)
Hernia: breuk in weefsel (niet in bot=fractuur)
Dermis/derma: huid
Art. coxae: heup
Isthmus: vernauwd gedeelte
Intestinum: darmen
3
, Art. genu: knie
Lig. cruciata: VKB
Laparoscopie: kijkoperatie buik (laparo is grieks voor buikholte)
Hepar: lever
Medulla/myelum: merg
Gaster: maag
Maxilla: bovenkaak
Mandibula: onderkaak
Mediastinum: ruimte tussen de beide longen
Splen/lien: mild
Ren: nier (Nefro = betrekking tot de nier)
Peritoneum: buikvlies
Orbita: oogkas
Os: mond
Crus: onderbeen
Oesofagus: slokdarm
Trachea: luchtpijp
Art. radiocarpale: pols
Septum: tussenschot
art. humeri: schouder
Glandula thyroidea: schildklier (glandula=klier)
Waarom vakjargon: kort&krachtig en het is internationaal.
Medische terminologie(MT) is in Latijn.
Meervoud vormen MT
a, wordt in het meervoud: ae (scapula-scapulae)
us, wordt in het meervoud: i (naevus- naevi)
um, wordt in het meervoud: a (narcoticum-narcotica)
ma, wordt in het meervoud: mata (trauma-traumata)
x, wordt in het meervoud: ices (cervix-cervices)
is, wordt in het meervoud: es (basis-bases)
io, wordt in het meervoud: iones (portio-portiones)
ans, wordt in het meervoud: antia (stimulans-stimulantia)
ens, wordt in het meervoud: entia (agens-agentia)
4
assen:
Sagittale vlak: bevat het mediale
vlak. onderscheid dexter (re) van
sinister (li). Van mediaal naar
buiten noemen we lateraal (arm
ligt lateraal van hart). Andersom
ligt het hart mediaal van het
arm.
Transversale vlak: Superior &
inferior. Craniaal & caudaal.
Frontale vlak: Anterior &
posterior. ventraal & dorsaal.
De assen moet je zien alsof ze op dat punt het lichaam splijten.
Longitudinale as splijt frontale vlak, dus hij splijt op het hoofd het lichaam in
voor&achter
Sagittale as splijt het sagittale vlak, dus hij splijt vanaf de navel het lichaam in
rechts&links
Transversale as splijt het transversale vlak, dus hij splijt vanaf de heup in
boven&onder
9 buikvlakken:
Regio abdominalis lateralis wordt ook wel gewoon de lateralis genoemd.
1
,In de praktijk wordt vaker gebruik gemaakt van 4 vlakken:
Termen:
Distaal: van de ledermaat af (vinger ligt distaal van pols)
Proximaal: naar de ledermaat toe (pols ligt proximaal van vinger)
Profundus: diep (gelegen)
Superficiaal: oppervlakkig (gelegen)
Sub: onder, dieper
Supra: boven, over
Super: boven
Ascendens: opstijgend (denk aan m. trap)
Descendens: afdalend (denk aan m. trap)
Brevis: kort
Longus: lang
Communicis: gemeenschappelijk
Obliquus: schuin (denk aan m. abdominis obliquus)
Rectus: recht
Teres: rond
Semi: half
Articulatio: gewricht (art.)
Caput: kop/hoofd
Collum: hals/nek
Ductus: kanaal
Facies: vlak
2
,Fissura: spleet
Fasciculus: bundel
Plexus: netwerk (denk aan plexus brachialis)
Foramen: opening/gat
Fossa: kuil
Incisura: insnijding
Origo: oorsprong
Insertio: aanhechting
Manus: hand
Pes: voet (mv: pedis)
Meatus: (uitwendige) opening/kanaal
Margo: rand
Ossis: bot
Processus: uitsteeksel
Spina: doorn/uitsteeksel
Sulcus: groef
Sutura: naad
Tuberculum: knobbel (denk aan tuberculum major)
Vena: ader (v.)
Aterium: slagader (a.)
Veelgebruikte termen OK:
Annulus en anus: ring (denk aan discus annulus en de anus)
Adenoïd: neusamandel
Tonsil: keelamandel
Alienum: vreemd/buiten
Glandula suprarenalis: bijnier
Callus: zwelling vlakbij een genezende fractuur (zacht botweefsel)
Dentitium: gebit/tanden
Diurese: urineproductie
Art. Talocalcaneonavicularis: enkelgewricht (TCN)
Art. Cubiti: elleboog
Fornix: ruimte in de vagina rond de cervix(baarmoederhals)
Uterus: baarmoeder
Foramen magnum of occipitale: achterhoofdsgat
Fossa: gracht/diepte/kuil
Ganglion: zenuw knoop
Gyri: windingen
Articulatio: gewricht
Hemi: half (semi is ook half in tellen)
Hernia: breuk in weefsel (niet in bot=fractuur)
Dermis/derma: huid
Art. coxae: heup
Isthmus: vernauwd gedeelte
Intestinum: darmen
3
, Art. genu: knie
Lig. cruciata: VKB
Laparoscopie: kijkoperatie buik (laparo is grieks voor buikholte)
Hepar: lever
Medulla/myelum: merg
Gaster: maag
Maxilla: bovenkaak
Mandibula: onderkaak
Mediastinum: ruimte tussen de beide longen
Splen/lien: mild
Ren: nier (Nefro = betrekking tot de nier)
Peritoneum: buikvlies
Orbita: oogkas
Os: mond
Crus: onderbeen
Oesofagus: slokdarm
Trachea: luchtpijp
Art. radiocarpale: pols
Septum: tussenschot
art. humeri: schouder
Glandula thyroidea: schildklier (glandula=klier)
Waarom vakjargon: kort&krachtig en het is internationaal.
Medische terminologie(MT) is in Latijn.
Meervoud vormen MT
a, wordt in het meervoud: ae (scapula-scapulae)
us, wordt in het meervoud: i (naevus- naevi)
um, wordt in het meervoud: a (narcoticum-narcotica)
ma, wordt in het meervoud: mata (trauma-traumata)
x, wordt in het meervoud: ices (cervix-cervices)
is, wordt in het meervoud: es (basis-bases)
io, wordt in het meervoud: iones (portio-portiones)
ans, wordt in het meervoud: antia (stimulans-stimulantia)
ens, wordt in het meervoud: entia (agens-agentia)
4
