Aantekeningen college 4 blok 3.4C Opvoedingsproblemen in de Werkelijkheid

Aantekeningen college 4 ~ (mis)diagnostiek, omgeving en
behandeling

Let op: in theorie is er geen verschil tussen theorie en praktijk, in de praktijk wel.  bedenk
in theorie hoe bepaalde dingen er in de praktijk uit kunnen zien.


Gehechtheid, fysiologie en gedrag
- De gehechtheidsrelatie die getoetst kan worden bij 14 maanden is het gevolg van de
ontwikkeling van verschillende fysiologische systemen in het brein en de afstemming
van neurotransmitters op elkaar waarbij een ‘basis’ verhouding ontstaat waar een kind
op functioneert
- Dit is zichtbaar in interacties, maar ook in gedrag van het kind zelf
- Het gedrag van het kind is daarmee sturend in informatie over het welzijn, noden en
problemen
- HET GEDRAG VAN HET KIND ZOU LEIDEND MOETEN ZIJN IN
INTERVENTIE EN BEHANDELING (en niet zo zeer het stempel/label dat gegeven
is  altijd kijken wat de oorzaak is van het gedrag dat vertoond wordt)


Fabiënne heeft een eigen artikel geschreven


Let op:
- Iedereen heeft een mening
- Als je onzeker bent, vraag je om een mening
- Als je een mening hoort, kan dat je gedrag beïnvloeden
- Hoe zekerder je bent, hoe minder makkelijk beïnvloedbaar je bent doordat je ‘kritisch’
luistert
- Ervaring geeft kennis (en kunde) MAAR iedereen is uniek: wat geldt voor 99,9% van
de mensen, hoeft niet voor jou te gelden
Bijv.: je kind heeft nooit moeite met slapen, maar doordat school nu ineens niet doorgaat,
slaapt ie niet goed en laat je m een paar nachten bij jou slapen op advies van een expert. Als
de buurvrouw dat hoort, zegt ze dat je dat niet moet doen omdat je kind dat dan altijd wil en
dan heb jij zoiets van ja, dat is waar  het is dus goed om te bedenken en uit te leggen
waarom je iets doet

, Vroege gehechtheid en de ontwikkeling van het sociale brein
Babybrein: bij de geboorte zijn alle structuren wel aanwezig, maar niet alles is al functioneel.
Hersenstam werkt al volledig, maar complexere delen van het brein zoals de cortex en
limbisch systeem zijn nog volop in ontwikkeling. Dit gebeurt in de eerste periode na de
geboorte  in die periode kan de omgeving dus heel erg van invloed zijn op de ontwikkeling
van het brein. Dit gebeurt dan pas, omdat je brein dan het beste is aangepast aan de omgeving
waarin je gaat leven (van tevoren weet je niet waar je terecht komt, dus kun je dat beter
afwachten voordat je je brein helemaal gaat ontwikkelen/afmaken/finetunen)
Rijping: gedurende de ontwikkeling vormen neuronen neuronenpaden waardoor verschillende
delen van het brein met elkaar in contact komen en zo informatie door het brein heen kunnen
verplaatsen. Deze neuronenpaden worden dus beïnvloed door de omgeving.


Gehechtheid
- Belang van kwaliteit van interacties 1e levensjaren van het kind
- Goede kwaliteit zorgt voor veilige gehechtheidsrelatie
o Betere sociale en emotionele ontwikkeling
o Betere cognitieve ontwikkeling
o Minder risico op ontwikkeling psychopathologie
- Verklaring:
o Kinderen met een veilig gehechtheidsrelatie hebben meer en kwalitatief betere
sociale interacties waardoor ze meer sociale vaardigheden opdoen. Dit werkt
als een positieve stimulus om meer interacties aan te gaan
o Doordat ze zich veilig voelen en kwalitatief goede relaties hebben, hebben ze
een goede ‘achterwacht’ op momenten dat het minder goed gaat waardoor het
risico op de ontwikkeling van een psychopathologie vermindert.


Sociaal functioneren
Meerdere factoren spelen een rol bij sociaal functioneren:
- Nature
o Bepaalde hersenstructuren moeten functioneel aanwezig zijn
o Bepaalde neurotransmitters moeten op functioneel niveau geproduceerd
kunnen worden
o Zekere mate van basisgevoeligheid voor neurotransmitters