Marktkennis
1.Residentieel Vastgoed
1.1 Woonlandschap
Vb. woning, appartement, zorgwoning, weekendverblijf,duplexwoning,co-housing,…
Domeinen
1. Kopen -> privaat/ sociaal
2. Huren -> privaat/sociaal
3. Investeren
4. Beleggen
Eigenaars 70% > private huurders 20% > sociale huurders 7% > gratis bewoners 3%
Onbetaalbaarheid koopmarkt => verschuivingen
1.2 Kopen
Eindgebruiker-eigenaar
Vraagperspectief
Makelaar beheert iets -> mist iets
(vraag)
=> initiatief nemen
=> voorbereiden om op te lossen
=> uitvoeren van oplossing
= muteren
Wat zijn de initiatieven van de kopers? Beïnvloeden vraag
- Kwantitatief (= oppervlakte, genoeg ruimtefuncties,…)
- Kwalitatief (= functies, technische eisen, imago,…)
- Locatie
- Finacieel
Dynamische vraag -> statisch aanbod (duurt lang om te bouwen => klein aanbod)
Woningprijs w bepaald door
- Ability = besteedbaar budget
- Willingness = wil om te kopen (heb ik het er voorover)
- Vraag & aanbod
- Kostprijs (= bouwprijs)
Ability: koopkracht (eigen middelen + ontleningscapaciteit)
Willingness: bereidheid & vertrouwen
, a) Regionale verschillen
b) Gelijklopende prijsevolutie binnen gewesten
c) Woonquote: max 30% inkomen
d) Verband tss leningscapaciteit & woningprijzen
Waar budget halen ?
Eigen middelen
Hypothecaire leningen (onroerend onderpand/hypotheek)
= uw woning een waarborg geven voor bank (niet meer kunnen betalen)
Andere (familie,…)
Verband: eigen middelen & hypothecaire lening afhankelijk van
- Leeftijd (jongere mensen <45 lenen langer dan ouder, minder spaargeld)
- Gezinstoestand
- Ingeschatte inkomensevolutie
- Spaarsnelheid
- Toevalligheden (investeren, erfenis,…)
Ability hangt af van: determinerende factoren: lenen ontleningscapaciteit
- Inkomen
o Woonquote: besteedbaar inkomen
o Fiscaliteit
- Uitgaven
o Interestvoet (hoe hoger, hoe minder we kunnen lenen)
o Fiscaliteit BTW: nieuwbouw, registratie: bij aankopen woning
o Hypotheektype
2005: invoering woonbonus meer kunnen ontlenen: krijgt fiscaal meer terug ^ ontlenen
Afbetalingsratio
= initiële afbetaling hypotheek in verhouding tot het inkomen
= verhouding vd maandelijkse afbetaling in verhouding met het inkomen
- Blijft gelijk & uitgedrukt in %
- Afbetaling + woonkosten: max 30% (gemiddelde Vlaanderen: 25%)
Private huursector: woonquote-probleem > 30%
Huurprijzen stijgen (v&a)
o Te hoge huurprijzen
o Te laag inkomen
1.Residentieel Vastgoed
1.1 Woonlandschap
Vb. woning, appartement, zorgwoning, weekendverblijf,duplexwoning,co-housing,…
Domeinen
1. Kopen -> privaat/ sociaal
2. Huren -> privaat/sociaal
3. Investeren
4. Beleggen
Eigenaars 70% > private huurders 20% > sociale huurders 7% > gratis bewoners 3%
Onbetaalbaarheid koopmarkt => verschuivingen
1.2 Kopen
Eindgebruiker-eigenaar
Vraagperspectief
Makelaar beheert iets -> mist iets
(vraag)
=> initiatief nemen
=> voorbereiden om op te lossen
=> uitvoeren van oplossing
= muteren
Wat zijn de initiatieven van de kopers? Beïnvloeden vraag
- Kwantitatief (= oppervlakte, genoeg ruimtefuncties,…)
- Kwalitatief (= functies, technische eisen, imago,…)
- Locatie
- Finacieel
Dynamische vraag -> statisch aanbod (duurt lang om te bouwen => klein aanbod)
Woningprijs w bepaald door
- Ability = besteedbaar budget
- Willingness = wil om te kopen (heb ik het er voorover)
- Vraag & aanbod
- Kostprijs (= bouwprijs)
Ability: koopkracht (eigen middelen + ontleningscapaciteit)
Willingness: bereidheid & vertrouwen
, a) Regionale verschillen
b) Gelijklopende prijsevolutie binnen gewesten
c) Woonquote: max 30% inkomen
d) Verband tss leningscapaciteit & woningprijzen
Waar budget halen ?
Eigen middelen
Hypothecaire leningen (onroerend onderpand/hypotheek)
= uw woning een waarborg geven voor bank (niet meer kunnen betalen)
Andere (familie,…)
Verband: eigen middelen & hypothecaire lening afhankelijk van
- Leeftijd (jongere mensen <45 lenen langer dan ouder, minder spaargeld)
- Gezinstoestand
- Ingeschatte inkomensevolutie
- Spaarsnelheid
- Toevalligheden (investeren, erfenis,…)
Ability hangt af van: determinerende factoren: lenen ontleningscapaciteit
- Inkomen
o Woonquote: besteedbaar inkomen
o Fiscaliteit
- Uitgaven
o Interestvoet (hoe hoger, hoe minder we kunnen lenen)
o Fiscaliteit BTW: nieuwbouw, registratie: bij aankopen woning
o Hypotheektype
2005: invoering woonbonus meer kunnen ontlenen: krijgt fiscaal meer terug ^ ontlenen
Afbetalingsratio
= initiële afbetaling hypotheek in verhouding tot het inkomen
= verhouding vd maandelijkse afbetaling in verhouding met het inkomen
- Blijft gelijk & uitgedrukt in %
- Afbetaling + woonkosten: max 30% (gemiddelde Vlaanderen: 25%)
Private huursector: woonquote-probleem > 30%
Huurprijzen stijgen (v&a)
o Te hoge huurprijzen
o Te laag inkomen