Fysiologie
Fysiologie van de mondholte
Absorptie
Bij mondholte: geen actieve absorptie plaats wel passieve diffusie
Passieve absorptie: voornamelijk onder de tong t.h.v. Slijmvlies mondbodem = functie
contacttijd
Motriciteit
Kauwen:
Doel: voedsel verbrijzen tot brokstukken + vermengen met speeksel
Orale fase slikken
- Voedselbrok verzameld tussen tongrug en hard gehemelte
- Tongrug naar achteren gebracht
- Voedselbrok naar achter in keelholte -> o.i.v. onze wil
Secretie speeksel
- Onderkaak-, ondertong- en oor speekselklieren: productie en secretie speeksel
- Speeksel bevat water, mucus en ptyaline
- Pytyaline of speekselamylase = enzym dat zetmeel splitst tot dextrine
- Optimale pH nodig voor werking enzym -> pytyaline niet meer werkzaam in maag
Functie speeksel:
- Bescherming: bevat IgA + lysozyme -> antibacteriële werking
- Mechanisch: bevorderen beweging monddelen
- Bevorderen smaak
- Dorstgevoel: droogheidsgevoel in mond -> dorstgevoel toenemen
Fysiologie van de keelholte
Keelholte op kruispunt ademhalingsweg en spijsverteringkanaal
Gevolg: zowel ademhaling als spijsvertering een rol spelen
Rol ademhaling:
- Keelholte = geleidend kanaal ingeademde lucht
- Deze lucht: gezuiverd, opgewarmd en bevochtigd t.h.v. Neusslijmvlies
Rol spijsvertering:
- Keelholte= geleidend kanaal spijsbal
- Farynxspieren: spijsbal naar beneden drukken in richting slokdarm
- Tijdens faryngale fase van het slikken wordt:
- Achterste neusholte afgesloten
- Luchtpijp afgesloten door naar beneden klappen strotklepje
- Buis Eustachius geopend= druk middenoor gelijk wordt aan druk van buitenwereld
- Bovenste slokdarmsfincter geopend
,Onwillekeurige fase
Fysiologie van de slokdarm
Geen absorptie of secretie.
Tijdens oesofagiale fase v.h. slikken: peristaltische golf t.h.v. slokdarm
Deze golf het midden heeft bereikt, onderste slokdarmsfincter openen => onwillekeurig
Slikken: verschillende fase: deels willekeurig (orale fase) deels onwillekeurig (faryngale fase +
oesofagiale fase)
Fysiologie van de maag
Absorptie:
Geen actieve absorptie plaats, wel weinig passieve => ondernemer functie v conc-gradiënt +
contacttijd
Secretie maagsap: (regeling langs neurogene en hormonale weg)
Bevat:
- Water: voor verdunning en het in opl. brengen v. voedsel
- Mucus:
o Geproduceerd door eenlagig cilindrisch epitheel v. maagslijmvlies + slijmvormende
kliercellen.
o Slijm beschermt maagwand tegen verterende werking HCL + pepsine
o Slijmlaag: mechanische barrière, door aanwezigheid eiwitten: bufferend effect
o Slijmproductie gestimuleerd door prostaglandines (hormoonachtige stoffen)
- Pepsinogeen:
o Geproduceerd door hoofdcellen
o Inactief pro-enzym bij enzyme dat bij pH kleiner dan 5 omgezet w in pepsine
o Pepsine actief bij pH kleiner dan 3
o Actieve pepsine: verdere omzetting v. pepsinogeen tot pepsine + splitsing eiwitten in
polypeptiden
o pH tussen 1,6 – 2,4
- HCL (zoutzuur):
o Geproduceerd door wandcellen
Functies:
o Activatie pepsinogeen => pepsine
o Optimale pH scheppen voor werking pepsine
o Zorgen voor Denaturatie of ontrolling eiwitten in voedsel
o Sterilisatie v.d. maaginhoud door bacteriedodende werking
- Intrinsieke factor:
o Eiwit geproduceerd door wandcellen
o In staat 2 molecule vit. B12 te binden => vit beschermd tegen inwerking enzymen
o Gebrek? => vit B12 te kort => ontstaan pernicieuze anemie
- Maaglipase: weinig actieve stof die vetten splitst
Regeling maagsecretie:
Zowel neurogene als hormonale weg-> Ruiken, zien of smaken voedsel en denken aan
voedsel: prikkels naar hersenschors en bep. hersencentra gestuurd: fase voor + tijdens
voedselinname: cefalische fase v.d. vertering
, Vanuit hersenschors en hersencentra vertrekken via nervus vagus (X), zenuwprikkels
naar 4 verschillende soorten maagcellen:
1. Zilverlievende cellen: productie + secretie gastrine
Gastrine stimulerende invloed op:
Secretie maagsap
Histaminesecreterende cellen
Wand- en hoofdcellen
2. Histaminesecreterende cellen: productie + secretie histamine
Histamine bindt op histamine 2- receptoren v. wand- en hoofdcellen => cellen
gestimuleerd
3. Hoofdcellen: productie pepsinogeen
4. Wandcellen: productie HCL => daalt pH in maag => remmende invloed op productie +
vrijstelling gastrine (neg. Terugkoppeling)
Voedsel in maag (= gastrische fase): volume en chemoreceptoren v. maagslijmvlies
geprikkeld
- Volumereceptoren geprikkeld door uitrekking maag
- Chemoreceptoren door eiwitten, ethanol en cafeïne
Prikkeling deze receptoren stimuleert zilverlievende cellen tot productie + vrijstelling
gastrine
Motriciteit
- Motorische functie maag bestaat uit:
o Stapelen
o Mengen
o Ledigen maaginhoud
- Lediging = traag
o Te snelle lediging vermeden want voldoende tijd nodig om maagsap te laten
inwerken op het voedsel & omdat het duodenum niet te snel en niet te hevig
mag uitgerekt w
- Pylorus laat vl ongehinderd door
- Vaste stoffen: eerst verwerkt tot vl voedselbrij dmv. Samentrekking onderste deel
maag
- Telkens kleine hoeveelheid voedselbrij in duodenum geperst
Enkele stimulerende factoren:
- Parasympatische prikkeling: ontspanning v pylorussfincter
- Gastrine: stimulerende invloed maagmotriciteit
- Uitrekking maag door voedsel prikkelt zenuwplexus van Auerbach => toename
maagperistaltiek veroorzaakt
Enkele afremmende factoren:
orthosympathische zenuwimpulsen verhogen spanning pylorus en remmen maagmotriciteit
af. Secretine, hormoon afgescheiden door mucosa van duodenum: verhoogt tonus van
pylorussfincter + heeft remmende invloed op maagmotriciteit. Cholecystokinine: hormoon
afgescheiden door mucosa van duodenum: vertraagt maaglediging.
Fysiologie van de mondholte
Absorptie
Bij mondholte: geen actieve absorptie plaats wel passieve diffusie
Passieve absorptie: voornamelijk onder de tong t.h.v. Slijmvlies mondbodem = functie
contacttijd
Motriciteit
Kauwen:
Doel: voedsel verbrijzen tot brokstukken + vermengen met speeksel
Orale fase slikken
- Voedselbrok verzameld tussen tongrug en hard gehemelte
- Tongrug naar achteren gebracht
- Voedselbrok naar achter in keelholte -> o.i.v. onze wil
Secretie speeksel
- Onderkaak-, ondertong- en oor speekselklieren: productie en secretie speeksel
- Speeksel bevat water, mucus en ptyaline
- Pytyaline of speekselamylase = enzym dat zetmeel splitst tot dextrine
- Optimale pH nodig voor werking enzym -> pytyaline niet meer werkzaam in maag
Functie speeksel:
- Bescherming: bevat IgA + lysozyme -> antibacteriële werking
- Mechanisch: bevorderen beweging monddelen
- Bevorderen smaak
- Dorstgevoel: droogheidsgevoel in mond -> dorstgevoel toenemen
Fysiologie van de keelholte
Keelholte op kruispunt ademhalingsweg en spijsverteringkanaal
Gevolg: zowel ademhaling als spijsvertering een rol spelen
Rol ademhaling:
- Keelholte = geleidend kanaal ingeademde lucht
- Deze lucht: gezuiverd, opgewarmd en bevochtigd t.h.v. Neusslijmvlies
Rol spijsvertering:
- Keelholte= geleidend kanaal spijsbal
- Farynxspieren: spijsbal naar beneden drukken in richting slokdarm
- Tijdens faryngale fase van het slikken wordt:
- Achterste neusholte afgesloten
- Luchtpijp afgesloten door naar beneden klappen strotklepje
- Buis Eustachius geopend= druk middenoor gelijk wordt aan druk van buitenwereld
- Bovenste slokdarmsfincter geopend
,Onwillekeurige fase
Fysiologie van de slokdarm
Geen absorptie of secretie.
Tijdens oesofagiale fase v.h. slikken: peristaltische golf t.h.v. slokdarm
Deze golf het midden heeft bereikt, onderste slokdarmsfincter openen => onwillekeurig
Slikken: verschillende fase: deels willekeurig (orale fase) deels onwillekeurig (faryngale fase +
oesofagiale fase)
Fysiologie van de maag
Absorptie:
Geen actieve absorptie plaats, wel weinig passieve => ondernemer functie v conc-gradiënt +
contacttijd
Secretie maagsap: (regeling langs neurogene en hormonale weg)
Bevat:
- Water: voor verdunning en het in opl. brengen v. voedsel
- Mucus:
o Geproduceerd door eenlagig cilindrisch epitheel v. maagslijmvlies + slijmvormende
kliercellen.
o Slijm beschermt maagwand tegen verterende werking HCL + pepsine
o Slijmlaag: mechanische barrière, door aanwezigheid eiwitten: bufferend effect
o Slijmproductie gestimuleerd door prostaglandines (hormoonachtige stoffen)
- Pepsinogeen:
o Geproduceerd door hoofdcellen
o Inactief pro-enzym bij enzyme dat bij pH kleiner dan 5 omgezet w in pepsine
o Pepsine actief bij pH kleiner dan 3
o Actieve pepsine: verdere omzetting v. pepsinogeen tot pepsine + splitsing eiwitten in
polypeptiden
o pH tussen 1,6 – 2,4
- HCL (zoutzuur):
o Geproduceerd door wandcellen
Functies:
o Activatie pepsinogeen => pepsine
o Optimale pH scheppen voor werking pepsine
o Zorgen voor Denaturatie of ontrolling eiwitten in voedsel
o Sterilisatie v.d. maaginhoud door bacteriedodende werking
- Intrinsieke factor:
o Eiwit geproduceerd door wandcellen
o In staat 2 molecule vit. B12 te binden => vit beschermd tegen inwerking enzymen
o Gebrek? => vit B12 te kort => ontstaan pernicieuze anemie
- Maaglipase: weinig actieve stof die vetten splitst
Regeling maagsecretie:
Zowel neurogene als hormonale weg-> Ruiken, zien of smaken voedsel en denken aan
voedsel: prikkels naar hersenschors en bep. hersencentra gestuurd: fase voor + tijdens
voedselinname: cefalische fase v.d. vertering
, Vanuit hersenschors en hersencentra vertrekken via nervus vagus (X), zenuwprikkels
naar 4 verschillende soorten maagcellen:
1. Zilverlievende cellen: productie + secretie gastrine
Gastrine stimulerende invloed op:
Secretie maagsap
Histaminesecreterende cellen
Wand- en hoofdcellen
2. Histaminesecreterende cellen: productie + secretie histamine
Histamine bindt op histamine 2- receptoren v. wand- en hoofdcellen => cellen
gestimuleerd
3. Hoofdcellen: productie pepsinogeen
4. Wandcellen: productie HCL => daalt pH in maag => remmende invloed op productie +
vrijstelling gastrine (neg. Terugkoppeling)
Voedsel in maag (= gastrische fase): volume en chemoreceptoren v. maagslijmvlies
geprikkeld
- Volumereceptoren geprikkeld door uitrekking maag
- Chemoreceptoren door eiwitten, ethanol en cafeïne
Prikkeling deze receptoren stimuleert zilverlievende cellen tot productie + vrijstelling
gastrine
Motriciteit
- Motorische functie maag bestaat uit:
o Stapelen
o Mengen
o Ledigen maaginhoud
- Lediging = traag
o Te snelle lediging vermeden want voldoende tijd nodig om maagsap te laten
inwerken op het voedsel & omdat het duodenum niet te snel en niet te hevig
mag uitgerekt w
- Pylorus laat vl ongehinderd door
- Vaste stoffen: eerst verwerkt tot vl voedselbrij dmv. Samentrekking onderste deel
maag
- Telkens kleine hoeveelheid voedselbrij in duodenum geperst
Enkele stimulerende factoren:
- Parasympatische prikkeling: ontspanning v pylorussfincter
- Gastrine: stimulerende invloed maagmotriciteit
- Uitrekking maag door voedsel prikkelt zenuwplexus van Auerbach => toename
maagperistaltiek veroorzaakt
Enkele afremmende factoren:
orthosympathische zenuwimpulsen verhogen spanning pylorus en remmen maagmotriciteit
af. Secretine, hormoon afgescheiden door mucosa van duodenum: verhoogt tonus van
pylorussfincter + heeft remmende invloed op maagmotriciteit. Cholecystokinine: hormoon
afgescheiden door mucosa van duodenum: vertraagt maaglediging.