Tabel Spijsvertering morfologie

Mucosa Submucosa Muscularis propria Serosa/adventitia Bezenuwing Andere
Tong, labia, Meerlagig plaveisel
anaal kanaal
Pharynx Meerlagig plaveisel Geen submucosa? Binnenste longitudinale Zie spieren Ring van Waldeyer:
Orofarynx: trilhaar Buitenste circulaire tonsilla pharyngea, tonsilla
Bloedvaten, lymfevaten tubaria, tonsilla lingualis,
en lymfoïd weefsel tonsilla palatina

Slokdarm Meerlagig plaveisel Geen plexus van Binnenste circulaire Serosa: intraperitoneaal Preganglionair
Distaal: 1-lagig cilindrisch Meisner Plexus van Auerbach (pars abdominalis) parasymp: nn. Laryngei
Stratum Wel plexus van Henle Buitenste longitudinale Adventitia (pars recurrentes, plexus
germinativum/basale: cervicalis, pars thoracis) gastrici
hemidesmoom Postganglionair
Stratum spinosum: gap orthosymp: nn. splanchii
junctions, tight junctions
met zonula occludens en
adherens, desmosoom
Plaveiselcelllaag: geen
desmosoom
Maag 1-lagig cilindrisch Plexus van Meisner Binnenste schuine Serosa: intraperitoneaal Preganglionaire vezels Rugae
Corpus: 4 soorten cellen, Plexus van Henle Middelste circulaire parasympatisch: n. vagus Foveolae: < stamcellen
korte foveolae, compact Plexus van Auerbach en sacrale plexus Pariëtale cel (HCl, IF)
parenchym Buitenste longitudinale Postganglionaire vezels Zymogeencel
Pylorus/cardia: lange orthosympatisch: nn (pepsinogeen)
foveolae, veel splanchii, ganglion Muceuze nekcel
parenchym coeliacum, (mucus, HCO3)
Weinig GALT prevertebraal ganglia Entero-endocriene cel
Spiertjes van Brucke Intrinsieke zenuwen (histamine, SST, gastrine)
(enterisch)




1

, Duodenum 1-lagig cilindrisch Klieren van Bruhner Binnenste circulaire Serosa: intraperitoneaal Preganglionaire vezels Klieren van Bruhner
Spiertjes van Brucke (alkalische vloeistof en Plexus van Auerbach (pars superior) parasympatisch: n. vagus Pars superior (bulbus)
Brushborder met enzymen) Buitenste longitudinale (mesenterium) (en sacrale plexus) Flexura duodeni superior
microvilli GALT Adventitia: Postganglionaire vezels Pars descendens (papil
Villi en crypten van Plexus van Meisner retroperitoneaal (pars orthosympatisch: nn van Vater met sfincter
Lieberkuhn (SC) Plexus van Henle ascendens, descendens, splanchii, ganglion ampullae
Gn plooien van Kerckring horizontali) coeliacum, ganglion hepatopancraticae (Oddi))
Epitheel: T-lymfocyten mesentericum superior Pars inferior
(CD8) Intrinsieke zenuwen (Pars horizontalis + pars
Lamina propria: T- (enterisch) ascendens)
lymfocyten (CD4), IgA Flexura duodenalis (hoek
van Treitz)
4 cellen zie jejunum, ileum
Jejunum 1-lagig cilindrisch Gn klieren van Bruhner Binnenste circulaire Serosa Zie duodenum Plooien van Kerckring
Plooien van Kerckring GALT Plexus van Auerbach Enterocyten (desmosoom,
Villi en crypten van Plexus van Meisner Buitenste longitudinale tight junctions)
Lieberkuhn (SC) Plexus van Henle Slijmbekercellen (zuur
Brushborder met mucus)
microvilli Cellen van Paneth (in de
Epitheel: T-lymfocyten crypten, lysozyme en
(CD8) immunoglobulines)
Lamina propria: T- Entero-endocriene cellen
lymfocyten (CD4), IgA (APUD)
Ileum 1-lagig cilindrisch Gn klieren van Bruhner Binnenste circulaire Serosa Zie duodenum Platen van Peyer (lymfoide
Gn plooien van Kerckring GALT Plexus van Auerbach follikels: CD4, B-cellen)
Villi en crypten van Plexus van Meisner Buitenste longitudinale Klep van Bauhin (valva
Lieberkuhn (SC) Plexus van Henle ileocaecalis)
Brushborder met Enterocyten
microvilli Slijmbekercellen
Epitheel: T-lymfocyten Cellen van Paneth
(CD8) Entero-endocriene cellen
Lamina propria: T- (APUD)
lymfocyten (CD4), IgA

2