Uitwerking medicatie
STAGE LEERJAAR 4 AFDELING SNIJDEND SMC
,Inhoudsopgave
ACE-remmers : bloeddrukverlagend / hartfalen ..................................................................................... 3
Alfa-blokkers............................................................................................................................................ 3
Analgetica : pijnstillers ............................................................................................................................ 4
Anesthetica : pijnverdovend middel ....................................................................................................... 4
Antibiotica : bestrijdt bacteriële infecties ............................................................................................... 5
Anticoagulantia : bloedverdunners / antistolling.................................................................................... 6
Anti-emetica: anti-braakmiddelen .......................................................................................................... 8
Antipsychotica : middel tegen psychoses ............................................................................................... 9
Benzodiazepines : sedatiemiddel (kalmerend/angstverminderend) .................................................... 10
Bloeddrukverlagend : bètablokkers ...................................................................................................... 12
Bloedglucose verlagend : verlaagt de bloedsuikerspiegel .................................................................... 13
Corticosteroïden : bijnierschorshormoon ............................................................................................. 14
Diuretica : plaspillen .............................................................................................................................. 15
Hartglycosiden : voor betere beweging en ritme van het hart ............................................................. 16
Insulinen : om de bloedsuikerspiegel te verlagen ................................................................................. 16
Laxantia : geneesmiddel tegen obstipatie............................................................................................. 18
Lipiden-normaliserende middelen: cholesterol-verlagers .................................................................... 19
Longmedicatie : luchtwegverwijder / ontstekingsremmer ................................................................... 19
Maagzuurremmers ................................................................................................................................ 20
NSAID’s : ontstekingsremmende pijnstiller ........................................................................................... 21
Opioïden : sterke pijnstiller / morfine-achtigen .................................................................................... 23
Parasympathicolytica ............................................................................................................................ 25
Vitaminen : vitamine suppletie ............................................................................................................. 26
2
, ACE-remmers : bloeddrukverlagend / hartfalen
Enalapril
Werking: Het verlaagt de bloeddruk en verbetert de pompkracht van het hart.
Indicaties: Het word voorgeschreven bij hoge bloeddruk, hartfalen en na een hartinfarct.
Mogelijke bijwerkingen: kriebelhoest, duizeligheid, maagdarmklachten, zwak gevoel, wazig zien,
hoofdpijn, teveel aan kalium, smaakverandering en overgevoeligheid.
Contra-indicaties:
- angio-oedeem (vochtophoping van weefsel buiten bloedvaten) in de voorgeschiedenis.
- overgevoeligheid voor ACE-remmers.
lisinopril
werking: Het verlaagt de bloeddruk en verbetert de pompkracht van het hart.
Indicatie: Het word voorgeschreven bij hoge bloeddruk, hartfalen, na een hartinfarct en bij
nierziekten.
Mogelijke bijwerkingen: kriebelhoest, duizeligheid, maagdarmklachten, zwak gevoel, wazig zien,
hoofdpijn, teveel aan kalium, verminderde nierwerking, smaakverandering en overgevoeligheid.
Contra-indicaties:
- Huid- en/of slijmvliezen, gezwollen en jeukend
- Angio-oedeem
- Overgevoeligheid of allergie voor dit medicijn, voor een van de bestanddelen in dit medicijn
of voor andere ACE-remmers.
Alfa-blokkers
Tamsulosine
Werking: Het ontspant de spieren van de blaashals en de prostaat. Het verbetert de doorstroming
van urine door de plasbuis en vermindert klachten als vaak moeten plassen.
Indicatie: Het word voorgeschreven bij een vergrote prostaat. In sommige gevallen kan de arts het
ook voorschrijven bij nierstenen.
Mogelijke bijwerkingen: licht gevoel in hoofd, duizeligheid, seksuele stoornissen, droge mond, wazig
zien, overgevoeligheid , hoofdpijn en bloedneus.
Contra-indicaties:
- Bloeddrukverlaging bij opstaan (= orthostatische hypotensie), ook indien vroeger
voorgekomen
- Leverfunctiestoornissen, ernstige
- Overgevoeligheid of allergie voor dit middel of voor een of meer van de bestanddelen
3
STAGE LEERJAAR 4 AFDELING SNIJDEND SMC
,Inhoudsopgave
ACE-remmers : bloeddrukverlagend / hartfalen ..................................................................................... 3
Alfa-blokkers............................................................................................................................................ 3
Analgetica : pijnstillers ............................................................................................................................ 4
Anesthetica : pijnverdovend middel ....................................................................................................... 4
Antibiotica : bestrijdt bacteriële infecties ............................................................................................... 5
Anticoagulantia : bloedverdunners / antistolling.................................................................................... 6
Anti-emetica: anti-braakmiddelen .......................................................................................................... 8
Antipsychotica : middel tegen psychoses ............................................................................................... 9
Benzodiazepines : sedatiemiddel (kalmerend/angstverminderend) .................................................... 10
Bloeddrukverlagend : bètablokkers ...................................................................................................... 12
Bloedglucose verlagend : verlaagt de bloedsuikerspiegel .................................................................... 13
Corticosteroïden : bijnierschorshormoon ............................................................................................. 14
Diuretica : plaspillen .............................................................................................................................. 15
Hartglycosiden : voor betere beweging en ritme van het hart ............................................................. 16
Insulinen : om de bloedsuikerspiegel te verlagen ................................................................................. 16
Laxantia : geneesmiddel tegen obstipatie............................................................................................. 18
Lipiden-normaliserende middelen: cholesterol-verlagers .................................................................... 19
Longmedicatie : luchtwegverwijder / ontstekingsremmer ................................................................... 19
Maagzuurremmers ................................................................................................................................ 20
NSAID’s : ontstekingsremmende pijnstiller ........................................................................................... 21
Opioïden : sterke pijnstiller / morfine-achtigen .................................................................................... 23
Parasympathicolytica ............................................................................................................................ 25
Vitaminen : vitamine suppletie ............................................................................................................. 26
2
, ACE-remmers : bloeddrukverlagend / hartfalen
Enalapril
Werking: Het verlaagt de bloeddruk en verbetert de pompkracht van het hart.
Indicaties: Het word voorgeschreven bij hoge bloeddruk, hartfalen en na een hartinfarct.
Mogelijke bijwerkingen: kriebelhoest, duizeligheid, maagdarmklachten, zwak gevoel, wazig zien,
hoofdpijn, teveel aan kalium, smaakverandering en overgevoeligheid.
Contra-indicaties:
- angio-oedeem (vochtophoping van weefsel buiten bloedvaten) in de voorgeschiedenis.
- overgevoeligheid voor ACE-remmers.
lisinopril
werking: Het verlaagt de bloeddruk en verbetert de pompkracht van het hart.
Indicatie: Het word voorgeschreven bij hoge bloeddruk, hartfalen, na een hartinfarct en bij
nierziekten.
Mogelijke bijwerkingen: kriebelhoest, duizeligheid, maagdarmklachten, zwak gevoel, wazig zien,
hoofdpijn, teveel aan kalium, verminderde nierwerking, smaakverandering en overgevoeligheid.
Contra-indicaties:
- Huid- en/of slijmvliezen, gezwollen en jeukend
- Angio-oedeem
- Overgevoeligheid of allergie voor dit medicijn, voor een van de bestanddelen in dit medicijn
of voor andere ACE-remmers.
Alfa-blokkers
Tamsulosine
Werking: Het ontspant de spieren van de blaashals en de prostaat. Het verbetert de doorstroming
van urine door de plasbuis en vermindert klachten als vaak moeten plassen.
Indicatie: Het word voorgeschreven bij een vergrote prostaat. In sommige gevallen kan de arts het
ook voorschrijven bij nierstenen.
Mogelijke bijwerkingen: licht gevoel in hoofd, duizeligheid, seksuele stoornissen, droge mond, wazig
zien, overgevoeligheid , hoofdpijn en bloedneus.
Contra-indicaties:
- Bloeddrukverlaging bij opstaan (= orthostatische hypotensie), ook indien vroeger
voorgekomen
- Leverfunctiestoornissen, ernstige
- Overgevoeligheid of allergie voor dit middel of voor een of meer van de bestanddelen
3
