Radiologie semester 1A
05-01 inleiding CT
In de gantry zit de röntgenbuis en de detectorboog. Tussen de röntgenbuis en de detector
zitten 3 elementen.
1. Collimator: de eerste begrenzing van de bundel die uit de röntgenbuis komt (niet
iedere CT heeft een collimator).
- Bundelbegrenzing wordt toegepast aan de buiszijde en aan de detectorzijde
prepatient collimator en postpatient collimator. Alleen de eerste beïnvloed de dosis
voor de patiënt. De beeldkwaliteit wordt door beide collimatoren beïnvloed. De
collimatoren aan de buiszijde begrenzen de bundelwijdte
2. Wedge : een wedge heeft een bepaalde vorm. De vorm heeft te maken met de
anatomie die je gaat scannen. Doel wedge: het alvast voor chapen van de bundel aan
de hand van de anatomie. Het filter filtert ook de laag energetische straling uit de
bundel en de bundel dus homogener wordt.
Als je een wedge kiest moet je zorgen dat de patiënt in het midden van het
isocentrum ligt, want de bundel wordt door de wedge gevormd naar de anatomie.
Als je de patiënt niet in het isocentrum hebt liggen krijg je problemen met de
beeldkwaliteit en er dus ook meer ruis in de bundel komt systeem gaat meer dosis
geven als gevolg van de ruis.
, voorbeeld van een wedge.
is om de straling rechtdoor heen te laten gaan zonder dat het de anatomie bereikt.
Deze straling valt op een referentie detector. Deze straling gaat alleen door lucht
(houndsfieldwaarden van lucht -1000). Dit is een kalibratietool om alleen lucht te
meten.
3. Slit : bepaald de coupe dikte in de Z-as (lengterichting) In het centrum van rotatie
(isocentrum) wordt dit gemeten. Ook hierom is het belangrijk om de patient in het
midden van het isocentrum te leggen.
Bijna alle CT-scanner zijn multidetector CT’s hierdoor kun
je meer in 1 richting aanstralen en dus meer plakjes in 1 rotatie maken
4. Slipring: bij spiraal CT wordt de spanning niet overgedragen via lange kabels, maar
via de zogemaande slipring. De geleidende slipring wordt geveord door een
laagspanning. Om de slipring heen bevindt zich een roterend frame daarop zijn de
buis en de detectorboog en het DAS gemonteerd. Aan de buiszijde wordt contact
gemaakt met de slipring, die in contact staat met de hoogspannings generator. Via
deze koolstofborstels wordt de hoogspanning overgedragen. Het voordeel hiervan is
dat de CT rondjes kan draaien zonder dat de kabels in de knoop raken.
DAS (data aqcuisitie systeem). Ruwe data zien we niet als een plaatje. Het DAS bevindt zich
tussen de detector en de computer die de date moet verwerken. Direct na de
detectorelementen worden de elektrische signalen versterkt in een voorversterker deze
, signalen worden geanalyseerd in een logaritmische versterker die het signaal kan
converteren naar enerzijds verzwakking en anderzijds de dikte van het gemeten object
deze analoge signalen worden geleid naar een ADC(analoog naar digitaal converter), die de
signalen omzet in digitale waarden. Deze waarden worden direct tijdens het acquisitieproces
naar de computer gestuurd. De hiervoor genoemde processen vinden plaats in het DAS.
RD 05-02 introductie CT, bouw en werking
Principe van CT:
Een object kan zonder superpositie worden afgebeeld. Er wordt een zuivere
dwarsdoorsnede verkregen.
Shadowgram = 3D informatie in een 2D beeld (normale röntgenfoto) gevolg over
projectie en een lage contrastresolutie.
Views: de aanstralingen/projecties.
Minimaal 180 graden aan views nodig om een plaatje te kunnen reconstrueren.
Meer views nodig om anatomie etc. te kunnen herkennen.
Hoe meer views, hoe meer informatie en hoe beter de beeldkwaliteit.
Sinogram = ruwe data van 1 rotatie 1 rotatie is 360 graden.
05-01 inleiding CT
In de gantry zit de röntgenbuis en de detectorboog. Tussen de röntgenbuis en de detector
zitten 3 elementen.
1. Collimator: de eerste begrenzing van de bundel die uit de röntgenbuis komt (niet
iedere CT heeft een collimator).
- Bundelbegrenzing wordt toegepast aan de buiszijde en aan de detectorzijde
prepatient collimator en postpatient collimator. Alleen de eerste beïnvloed de dosis
voor de patiënt. De beeldkwaliteit wordt door beide collimatoren beïnvloed. De
collimatoren aan de buiszijde begrenzen de bundelwijdte
2. Wedge : een wedge heeft een bepaalde vorm. De vorm heeft te maken met de
anatomie die je gaat scannen. Doel wedge: het alvast voor chapen van de bundel aan
de hand van de anatomie. Het filter filtert ook de laag energetische straling uit de
bundel en de bundel dus homogener wordt.
Als je een wedge kiest moet je zorgen dat de patiënt in het midden van het
isocentrum ligt, want de bundel wordt door de wedge gevormd naar de anatomie.
Als je de patiënt niet in het isocentrum hebt liggen krijg je problemen met de
beeldkwaliteit en er dus ook meer ruis in de bundel komt systeem gaat meer dosis
geven als gevolg van de ruis.
, voorbeeld van een wedge.
is om de straling rechtdoor heen te laten gaan zonder dat het de anatomie bereikt.
Deze straling valt op een referentie detector. Deze straling gaat alleen door lucht
(houndsfieldwaarden van lucht -1000). Dit is een kalibratietool om alleen lucht te
meten.
3. Slit : bepaald de coupe dikte in de Z-as (lengterichting) In het centrum van rotatie
(isocentrum) wordt dit gemeten. Ook hierom is het belangrijk om de patient in het
midden van het isocentrum te leggen.
Bijna alle CT-scanner zijn multidetector CT’s hierdoor kun
je meer in 1 richting aanstralen en dus meer plakjes in 1 rotatie maken
4. Slipring: bij spiraal CT wordt de spanning niet overgedragen via lange kabels, maar
via de zogemaande slipring. De geleidende slipring wordt geveord door een
laagspanning. Om de slipring heen bevindt zich een roterend frame daarop zijn de
buis en de detectorboog en het DAS gemonteerd. Aan de buiszijde wordt contact
gemaakt met de slipring, die in contact staat met de hoogspannings generator. Via
deze koolstofborstels wordt de hoogspanning overgedragen. Het voordeel hiervan is
dat de CT rondjes kan draaien zonder dat de kabels in de knoop raken.
DAS (data aqcuisitie systeem). Ruwe data zien we niet als een plaatje. Het DAS bevindt zich
tussen de detector en de computer die de date moet verwerken. Direct na de
detectorelementen worden de elektrische signalen versterkt in een voorversterker deze
, signalen worden geanalyseerd in een logaritmische versterker die het signaal kan
converteren naar enerzijds verzwakking en anderzijds de dikte van het gemeten object
deze analoge signalen worden geleid naar een ADC(analoog naar digitaal converter), die de
signalen omzet in digitale waarden. Deze waarden worden direct tijdens het acquisitieproces
naar de computer gestuurd. De hiervoor genoemde processen vinden plaats in het DAS.
RD 05-02 introductie CT, bouw en werking
Principe van CT:
Een object kan zonder superpositie worden afgebeeld. Er wordt een zuivere
dwarsdoorsnede verkregen.
Shadowgram = 3D informatie in een 2D beeld (normale röntgenfoto) gevolg over
projectie en een lage contrastresolutie.
Views: de aanstralingen/projecties.
Minimaal 180 graden aan views nodig om een plaatje te kunnen reconstrueren.
Meer views nodig om anatomie etc. te kunnen herkennen.
Hoe meer views, hoe meer informatie en hoe beter de beeldkwaliteit.
Sinogram = ruwe data van 1 rotatie 1 rotatie is 360 graden.