100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Huurrecht

Rating
-
Sold
1
Pages
85
Uploaded on
19-01-2022
Written in
2020/2021

Samenvatting van alle hoorcolleges

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 19, 2022
Number of pages
85
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Huurrecht Alle HC’s
HC 1
Huurovk is wederkerige ovk. Geregeld in boek 7 BW. Titel 7.4 BW.
Gelaagde structuur dus ook bepalingen boek 3 en 6 zijn van toepassing op de huurovk. Tenzij in titel
4 bijzondere bepaling is te vinden waarin wordt afgeweken bijv 7:231 lid 1 BW (verhuur onroerende
zaak, ontbinding huurovk ogv tekortkoming huurder kan uitsluitend voor de rechter plaatsvinden. Dit
is afwijking 6:267 BW, want daar staat bij tekortkoming ook buiten rechter om kan ontbinden).
Gelaagde structuur
Titel 3.2 (rechtshandeling)
Titel 6.5 (overeenkomst).

Huur = ovk
Aanbod en aanvaarding
Wederzijdse verbintenissen
 DUURovk (dus voor bepaalde of onbepaalde tijd)
 Bescherming huurder --> heel vergaand.

Definitie huur:
 7:201 BW
-verschaffen huurgenot van zaak
-betaling huurprijs
-(gedurende bepaalde/onbepaalde tijd: duurovk)

Huur (algemeen)
Huurovk onderscheiden van:
 Bruikleen (7A.13 BW)
 Huurkoop (7:2B:2 BW)
 Alsmede van goederenrechtelijke varianten:
-vruchtgebruik (3.8 BW)
-erfpacht (5.7 BW)
-gebruik en bewoning (3:226 BW)

Boek 6 ook belangrijk bij huur

Onderscheiden
 Huur roerende zaken
 Huur woonruimte (afdeling 7.4.5 BW)
 Huur bedrijfsruimte (afdeling 7.4.6 BW)
 Huur overige gebouwde onroerende zaken
Bij huur overige gebouwde onroerende zaken en huur roerende zaken geldt dat daarop alleen van
toepassing zijn algemene bepalingen uit de afdelingen 1 tm 4 van titel 4. Huur overige gebouwde
onroerende zaken ook 7:230a BW (ontruimingsbescherming)

Huur= duurovk (Een duurovereenkomst is een overeenkomst waarbij is afgesproken voor langere tijd
eenzelfde soort prestatie te leveren. Het kenmerk van een duurovereenkomst is dat deze niet afloopt
door het voldoen van een bepaalde prestatie.)
Onderscheiden:
- Contract voor bepaalde tijd: eindigt in beginsel van rechtswege (7:228 lid 1). Je geeft dan bijv
gwn auto terug. Niet opzeggen.

,- Contract voor onbepaalde tijd: kan in beginsel door opzegging eenzijdig worden beëindigd
(7:228 lid 2). En redelijke opzegtermijn. Als je beide wil dan wederzijds goedvinden.
Bij huur woonruimte en bedrijfsruimte waarop afdeling 5 en 6 van toepassing is geldt 7:228 in
beginsel niet. Dus algemene regeling 228 geldt in beginsel alleen bij roerende zaken en onroerende
zaken die niet vallen onder afdeling 5 en 6. Tweede opmerking ook hier geldt contract kan te allen
tijde tussentijds eindigen met wederzijds goedvinden. Soort beeindigingsovk dan, dit kan altijd.

Wijzen van beeindiging
Duurovk:
- Tijdsverloop (7:228 lid 1 BW)
- Opzegging (7:228 lid 2 BW)
- Ontbinding (bij tekortkoming of onvoorziene omstandigheden) (7:231 lid 1 BW)
- Wederzijds goedvinden
Nb: dood huurder of verhuurder (7:229 BW), maar is regelend recht.

Huur (algemeen)
Kenmerkend voor regeling in BW: bescherming huurder van woon- en bedrijfsruimte tegen
OPZEGGING van de huurovk door de verhuurder. Huurder dwingendrechtelijk beschermd. Dit gaan
we uitgebreider bespreken. 272 boek 7. Opzegging doet niet eindigen?
Nb: dwingendrechtelijk karakter

Bescherming huurder
- Huurder woonruimte (afd 7.4.5 BW): bescherming tegen opzegging
- Huurder bedrijfsruimte (afd 7.4.6 BW): bescherming tegen opzegging (gedurende met name de
eerste 10 jaar en drna wel makkelijker tot einde)
- Huurder overige gebouwde o.z. (7:230a BW): bescherming tegen ontruiming (gedurende max 3
jaar). 228 BW. 230a boek 7:
1. Huurder wnnr 230a van toepassing is niet wordt beschermd tegen beindiging huur, alleen
beschermd dat zijn ontruimingsverplichting wordt opgeschort dus wel beindiging maar hoeft nog niet
te ontruimen.
2. Dit artikel afkomstig uit oude huurrecht 230a. gaan we nog over spreken.

Titel 7.4 BW
- Afd 7.4.1-7.4.4 (art 201-231): algemene bepalingen, van toepassing op elk huur, meeste van
regelend recht dus je mag er contractueel van afwijken. Echter bij huur woonruimte onder 5 en
bedrijfsruimte onder 6 dan algemene bepalingen van toepassing tenzij in die afdelingen anders is
bepaald en bij woonruimte zijn sommige artikelen niet van regelend recht maar dwingend bijv 242
boek 7: niet afwijken ten nadele huurder bij 204, 206, 207 enzo.
- Afd 7.4.5 (art 232-282): woonruimte (wel dwingendrechtelijk van aard)
- Afd. 7.4.6 (art 290-310): bedrijfsruimte (dwingendrechtelijk van aard)
Bij dwingendrechtelijk kunnen partijen er niet van afwijken.

Afdeling 7.4.1 – 7.4.4 BW
7.4.1: algemene bepalingen
7.4.2: verplichtingen verhuurder
7.4.3: verplichtingen huurder
7.4.4: einde huurovk

Afdeling 7.4.5 BW (woonruimte)
7.4.5.1: algemeen
7.4.5.2: huurprijzen: kijken we maar heel globaal naar (voorheen: huurprijzenwet Woonruimte)
7.4.5.3: medehuur en voorzetting huur

,7.4.5.4: eindigen huur
We doen uitgebreid 3 en 4.

Afdeling 7.4.6 BW (bedrijfsruimte)
- Art 7:290 lid 2 BW: middenstandbedrijfsruimte. Dus afdeling alleen van toepassing bij deze. 10
jaar bescherming en drna minder. Oorspronkelijke bedoeling wetgever bij deze wetgeving was
bescherming middenstandsbedrijven. Want locatie belangrijk. Want je moet als slager investeren
om te huren en om die reden vond wetgever wenselijk om iig eerste 10 jaar zijn investeringen terug
te verdienen. Maar begrip middenstander was moeilijk te definiëren. Nu wel definitie in artikel. Aan
de ene kant ondernemers die miss wel bescherming afdeling nodig hebben worden door de definitie
niet beschermd en soms ook andersom. Hij geeft voorbeeld: definitie lid 2: ook detailhandel (winkel)
valt onder bereik van deze afdeling. Dus als de contractuele bestemming is dat de huurder er een
winkel heeft dan wordt hij beschermd maar bijv als het Hema is dan wordt die ook beschermd.
Terwijl fysio of sportschoolhouder valt niet onder bereik afdeling 6 en heeft alleen beperkte
ontruimingsbescherming 230a BW boek 7. Stel je bent advocaat en komt onderneming bij je en die
zegt ik wil locatie huren en wil investeringen doen dus wil wel 10 jaar kunnen blijven zitten om terug
te verdienen wat is uw advies? Hoe zorg je dat ondernemer gedurende 10 jaar op die locatie kan
blijven zitten? Contractsvrijheid! Als de afdeling niet van toepassing is dan is het contractsvrijheid dus
eig wil je gwn afspreken dat huurcontract voor 10 jaar wordt gesloten. Wrm voordelig voor huurder
dan contract voor onbepaalde tijd? Contract voor 10 jaar dan geldt de regel dat zon huurcontract
voor bepaalde tijd niet tussentijds opgezegd kan worden. Bij onbepaalde tijd 228 lid 2 boek 7 dus
opzeggen. In beginsel niet tussentijds bij bepaalde tijd dus tenzij in contract is afgesproken maar dat
wil je niet als huurder. Contract kan wel tussentijds eindigen als huurder tussentijds tekortschiet
natuurlijk want dan ontbinding. 230a zegt alleen iets over ontruiming (zit een max aan en huurder
moet naar rechter dus hiermee kan je niet 10 jaar blijven zitten).
- Voorbeelden:
-winkel: ook hema
-supermarkt
-horeca (restaurant, cafe)
-bakker
-slager

Huur ‘overige onroerende zaken’
- Overige bedrijfsruimte:
-kantoor
-bank
-fabriek
-pakhuis
-artspraktijk
- Andere (gebouwde) onroerende zaken:
-sportkantine
-garagebox
- Art 7:230a BW (ontruimingsbescherming)

Benadering in praktijk
Benadering probleem: bij kwestie beantwoord je dus 2 vragen
1. Is er een huurovk (7:201 BW)?
2. Zo ja: welk regime is van toepassing?

HR Amsem/Geelhoed (‘werkatelier’)
Hier was sprake van een huurovk. Wat onduidelijk was, was welk regime. Ging om een ruimte die in
Amsterdam werd verhuurd. Ruimte was geschikt om te worden bewoond, badkamer toilet keuken

, enzo. Was in verleden ook als woonruimte gebruikt. Maar de verhuurder wilde eig proberen te
voorkomen dat huurder bescherming zou krijgen van woonruimte en drm stond in huurcontract dat
sprake was van werkatelier. Huurder zou ook schilderen ofzo in het huis. In huurcontract werkatelier.
Huurder doet op enig moment beroep op bescherming woonruimte. Is er nou sprake van huur
woonruimte of huur van een ruimte waarvoor niet afdeling woonruimte geldt maar algemene
bepalingen en 230a BW. HR zegt beslissend is hetgeen partijen mede in aanmerking genomen de
inrichting van het gehuurde omtrent het gebruik daarvan voor ogen heeft gestaan en niet beslissend
de naam in huurcontract. Soort haviltex. Hier woonruimte. Ook vanwege dwingendrechtelijke aard
woonruimte toch woonruimte regime.
Kortom:
- Benaming niet relevant
- Bestemming door partijen wel relevant

Gemengde (huur)ovk
- onderscheiden:
a. gemengde ovk
b. gemengde huurovereenkomsten
Ad a:
-dienstwoning
-verzorgingsovereenkomst
Ad b:
-Woon- en praktijkruimte in 1 pand (NJ 1994/228)
-woonruimte + 7:290-bedrijfsruimte

Dienstwoning (gemengde overeenkomst)
- (eigenlijke) dienstwoning:
-bewoning nodig met het oog op de AARD van de werkzaamheden:
-derhalve VERPLICHTING uit arbeidsovereenkomst
- Oneigenlijke dienstwoning:
Twee overeenkomsten:
-arbeidsovk
-huurovk

Gemengde ovk: ovk met elementen van huur maar ook elementen van een andere overeenkomst.
Voorbeeld is dienstwoning. Stel bedrijf in Nijmegen wat een WN een arbeidscontract aanbiedt maar
omdat WN uit Groningen komt regelt WG ook woonruimte voor WN, dus in contract staat WN gaat
werken en krijgt loon maar hij krijgt ook woning ter beschikking gesteld en vergoeding van woning is
mindering salaris. Stel na enkele jaren arbeidscontract eindigt en WG zegt arbeidsrelatie eindigt dus
je moet ook uit de woning en WN zegt ik heb geen andere woonruimte en ik blijf zitten en ik betaal je
gwn vergoeding voor gebruik woning. Kan WN aanspraak maken op bescherming ogv titel 4? HR
maakt onderscheid tussen de eigenlijke dienstwoning en de oneigenlijke dienstwoning. Boek
paragraaf 2.5. Meeste gevallen oneigenlijke dienstwoning dus arbeidsovk en huurovk moeten
worden gescheiden en dat brengt mee dat WN aanspraak kan maken op huurbescherming. In
uitzonderingen soms eigenlijke dienstwoning, dat is als woning ter beschikking is gesteld gelet op de
aard van werkzaamheden die door WN moeten worden verricht dus eig is wonen in woning
noodzakelijk voor kunnen verrichten werkzaamheden bijv conciergewoning (woning op de oprit van
de school) en boswachterswoning. Bewonen woning is noodzakelijk voor verrichten werkzaamheden
in de arbeidsovk. Bewoning woning is zodanig verbonden aan arbeidsovk dat eindigen arbeidsovk tot
gevolg heeft dat WN daar niet kan blijven wonen maar dit is een uitzondering. Dan heeft WN geen
bescherming. Dan niet afdeling 5 van toepassing, dus gebruik woning is dan niet als huur aan te
merken.
$7.78
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
meryemkoksal
5.0
(2)

Get to know the seller

Seller avatar
meryemkoksal Radboud Universiteit Nijmegen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
5
Member since
3 year
Number of followers
4
Documents
9
Last sold
2 year ago

5.0

2 reviews

5
2
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions