Samenvatting APLO lichamelijk onderzoek

APLO, D. Lamers (2021 – 2022)


Wat te doen Rapportage
Algemene indruk. Helder en alert. Goed georiënteerd in trias.
Tractus anamnese algemeen en endocriene stelsel. Ziek/Niet ziek. Maakt wel/geen pijnlijke indruk.
(Matig/on)verzorgd uiterlijk. Opvallendheden.
Leeftijd conform kalenderleeftijd.
 Voorstellen met naam én functie.
Slank/adipeus/obese/mager/atletisch postuur. Goede voedingstoestand.
 Doel uitleggen en op gemak stellen.
Blanke huid. Normaal beharingspatroon. Turgor niet vertraagd. Geen
oedemen. Geen littekens. Geen pigment.
 Beoordeling bewustzijn en oriëntatie.
Open in contact. Sociaal adequaat. Spraak ongestoord. Maakt adequaat
 Wat voor dag is het vandaag? Welke datum? Waar zijn we? contact. Modulerend affect.
Weet je het adres? Wie ik ben? Icterisch-, anemisch- cyanose-,
P60, RA. RR 120/80. AF 16 - 20. T 37.
 Eerste indruk
- Ziek / niet ziek.
- Pijn / geen pijn. Uitleg rapportage
- Verzorgd / niet verzorgd. RA = Regulair, equaal. Iedere slag is even krachtig.
- Kalenderleeftijd?
 Leeftijd vragen
- Contact en affect.
 Open / gesloten?
 Modulerend affect?

 Beoordeling lichaamsbouw en voedingstoestand.

 Huid.
- Kleur.
- Turgor.
 Huidplooi in de hals.
- Beharingspatroon.
- Littekens.
- Oedeem.
- Huidafwijkingen.
 Voor en achterkant lichaam bekijken.

 Vitale functies beoordelen / Metingen.
- Polsfrequentie (voelen 15 seconden).
- Bloeddruk (fictief).

, APLO, D. Lamers (2021 – 2022)


- Ademhaling tellen (15 seconden - liggend).
- Temperatuur meten (fictief).
Hoofd – hals Symmetrisch gelaat en schedel.
Tractus anamnese algemeen en endocriene stelsel. Gave oogleden. Wit sclerea. Niet anemisch. Normaal doorbloed conjuctiva.
 Inspectie gelaat en palpatie schedel. Oogstand (niet) recht. Symmetrische pupillen. Middelwijde ronde
 Symmetrie, afwijkingen schedel. symmetrische pupillen.
 Loop om de cliënt heen om de schedel te beoordelen. Gave oorschelpen. Gehoorgang schoon / geen obstructie. Fluistertest
ongestoord. (Geen) cerumen.
 Ogen. Neus recht bdz doorgankelijk.
- Inspectie oogleden. Roze, gave lippen. Geen cyanose. Normaal aspect van de
 Cliënt ogen laten sluiten. tong/tandvlees/gebit. Volledig, goed gesaneerd gebit. Wel/geen tonsillen.
- Inspectie sclerae (oogwit). (Symmetrisch optrekken van farynxboog).
 Met lampje in de ogen schijnen. Bij inspectie en palpatie schildklier niet vergroot.
- Inspectie conjuctivae (slijmvlies dat het oogwit en de binnenste Geen palpabele lymfeklieren.
zijde van de oogleden bedekt) Carotis krachtig pulsaties bdz. geen souffles. Regulair equaal.
 Met lampje in de ogen schijnen. Ooglid boven naar boven
doen en onder naar beneden doen; in oogzak kijken. Uitleg rapportage
- Inspectie pupillen. Icterisch sclerea = Geel oogwit.
- Inspectie stand van de ogen.
Cyanose = blauw.
 Lampje op neusrug schijnen, reflectiebeeld aan de
Cerumen = Oorsmeer.
binnenkant van de pupil. Cliënt kijkt over je schouder naar
de verte, niet in jouw ogen (dan kijkt iemand al ‘scheel’). Souffle is geluid van een geknakte tuinslang bij de arteria carotis.
bdz = beider zijde
 Oren.
- Inspectie oorschelp.
- Inspectie gehoorgang.
 Oor schuin naar boven/achter trekken. Met lampje kijken.
- Fluisterspraaktest.
 Fluistertest uitvoeren.

 Neus.
- Stand.
- Doorgankelijkheid).
 Voordoen; neus snuiven aan beide kanten.

 Mond en keel.
- Inspectie lippen.
- Inspectie tong.