Samenvatting TAB 3.6 Puylaert

TAB 3.6 Puylaert (5% examen) notities
Regionale zaken: heup, voet

Trauma: breuken

Heup
Groei:

 Groeischijven
 Fasen: groei gaat niet even snel  grootste groei tussen 0-1 jaar
 Proporties
 Botleeftijd (maturiteit)
 Kijk altijd naar de leeftijd
 Sommige pathologieën: alleen bij kinderen



1. COXITIS FUGAX:
 Korte inflammatoire synovitis
 Meest frequente reden voor manken, 3-8 jaar
 Reden? Na een virale infectie, trauma,…
 Hydrops (vocht in het gewricht), IA druk stijgt
 Veel pijn: groei, voorste dij of knie
 Manken, niet meer wandelen
 ROM (range of movement) limitatie
 DD: septische artritis
 Bloed: infectieuze parameters zijn normaal

Echografie (zwart is vocht in het gewricht):




 Rest
 Antfiflogisticum
 Opgelet: het kan een voorbode voor een onderliggende ziekte zijn

2. DDH= developmental dysplasia of the hip

1

, Screening en vroege diagnose

Prognose

De behandeling is heel agressief

 CDH = Congenital dysplasia of the hip
 CDH = old name
 DDH = Developmental dysplasia of the hip
 DYNAMIC CONDITION IN 2 DIRECTIONS




Na 3-4 maanden kan je pas een heupkop zien, omdat het bij een neonaat nog niet is verbeend.

De kinderen hebben GEEN pijn bij een heupdysplasie!

DDH- Epidemiologie:

 1-3/100 dysplasie, 1-3/1000 luxatie
 Responsible 29% THP <60j
 Geografical difference
 20% bilateraal
 9/1 girls
 60% eerste kind
 20% stuitligging
 Association Torticollis, MT adductus en TEV(Clubfoot)
 FAMILIAAL: incidence x 3 - 5
 Tweeling: Identical 34%, Non identical 4% DDH




EX: Baby’s met een risico voor DDH:


2