Hoorcollege 1 Basischemie
Significantie:
Regel 1: Bij vermenigvuldigen of delen mag het antwoord in niet meer significante
cijfers gepresenteerd worden dan het originele getal met het kleinste
significante cijfers.
Regel 2: Bij optellen of aftrekken wordt het antwoord met hetzelfde aantal cijfers
achter de komma weergegeven als dat van de oorspronkelijke getallen met
het kleinste cijfers achter de komma.
Elementen en atoomnummer
Atoomnummer (z) aantal protonen (= aantal elektronen)
Massagetal (A) aantal protonen + neutronen
Atoommassa gemiddelde massa van een atoom
(!) Massagetal-atoomnummer = aantal neutronen
Isotopen en massagetal
Massagetal (A) aantal protonen + aantal neutronen
Isotopen atomen met gelijk aantal protonen, maar verschillend aantal neutronen
Verschillende massagetallen
Verschillende atoommassa’s
Medicijnen met deuterium
GHB: gedeuteerde vorm heeft een langere werking omdat je lever bij het afbreken van
medicijnen meer moeite heeft met koolstof-deuterium binding van een koolstof-waterstof
binding.
,Hoorcollege 2 Basischemie
Valentie elektronen
Er zitten schillen om de atomen heen:
- 1e schil: max 2 elektronen
- 2e schil: max 8 elektronen
- 3e schil: max 18 elektronen
Een atoom streeft naar een volledig gevulde buitenste schil
Vormen van orbitalen
S-orbitaal
P-orbitaal
Elektronenverdeling in atomen
Shell number 1 2 3 4
Subshell s S,p S, ,p, d S, p, d, f
designation
Number of 1 1, 3 1, 3, 5 1, 3, 5, 7
orbitals
Number of 2 2, 6 2, 6, 10 2, 6, 10, 14
electrons
Total electron 2 8 18 32
capacity
Electronenconfiguratie (in welk orbitaal zitten de elektronen)
2 e- 1s 2s 3s 4s 5s 6s 7s
6 e- 2p 3p 4p 5p 6p 7p
10 e- 3d 4d 5d 6d 7d
14 e- 4f 5f 6f 7f
Bv. C6 heeft 6 elektronen 1s22s22p2
Ne10 heeft 10 elektronen 1s22s22p6
, Valentie-schil elektronen
- Elektronen in de buitenste schil
- Atomen in dezelfde groep hebben vergelijkbare elektronenconfiguraties in de
buitenste schil
- Valentie elektronen zijn bepalend voor de eigenschappen van een atoom.
Hfst 3 Zouten
Ionvorming
2Na (s) + Cl2 (g) NaCl (s)
Natrium Chloor
1 elektron in de buitenste schil 1 elektron te weinig in de buitenste schil
l l
l l
ion + ion –
octetregel: de atomen van de hoofdgroepen streven naar een edelgasconfiguratie 8
valentie elektronen
Ionen
Kation = positief geladen ion
Anion = negatief geladen ion
Ionisatie-energie: energie voor het verwijderen van 1 e- van een atoom in de gasfase
Elektron-affiniteit : energe die vrijkomt als een atoom in de gasfase 1 e- opneemt
Ionverbinding
Kenmerken:
- Kristallijn en vast
- Metaalion & niet-metaalion
- Ionbindingen (Na+Cl-) (geen covalente binding)
- In vaste fase kunnen ionen niet vrij bewegen (geen geleiding elektrische stroom)
- In vloeibare fase of opgelost in water kunnen ionen vrij bewegen ( geleiding
elektrische stroom)
- Hoge smelt en kookpunt
Zoutformules
= verhoudingsformule van de ionladingen
Bv Na+ en Cl- ladingverhouding 1+ : 1-
Ionverhouding 1:1
Verhoudingsformule NaCl
Significantie:
Regel 1: Bij vermenigvuldigen of delen mag het antwoord in niet meer significante
cijfers gepresenteerd worden dan het originele getal met het kleinste
significante cijfers.
Regel 2: Bij optellen of aftrekken wordt het antwoord met hetzelfde aantal cijfers
achter de komma weergegeven als dat van de oorspronkelijke getallen met
het kleinste cijfers achter de komma.
Elementen en atoomnummer
Atoomnummer (z) aantal protonen (= aantal elektronen)
Massagetal (A) aantal protonen + neutronen
Atoommassa gemiddelde massa van een atoom
(!) Massagetal-atoomnummer = aantal neutronen
Isotopen en massagetal
Massagetal (A) aantal protonen + aantal neutronen
Isotopen atomen met gelijk aantal protonen, maar verschillend aantal neutronen
Verschillende massagetallen
Verschillende atoommassa’s
Medicijnen met deuterium
GHB: gedeuteerde vorm heeft een langere werking omdat je lever bij het afbreken van
medicijnen meer moeite heeft met koolstof-deuterium binding van een koolstof-waterstof
binding.
,Hoorcollege 2 Basischemie
Valentie elektronen
Er zitten schillen om de atomen heen:
- 1e schil: max 2 elektronen
- 2e schil: max 8 elektronen
- 3e schil: max 18 elektronen
Een atoom streeft naar een volledig gevulde buitenste schil
Vormen van orbitalen
S-orbitaal
P-orbitaal
Elektronenverdeling in atomen
Shell number 1 2 3 4
Subshell s S,p S, ,p, d S, p, d, f
designation
Number of 1 1, 3 1, 3, 5 1, 3, 5, 7
orbitals
Number of 2 2, 6 2, 6, 10 2, 6, 10, 14
electrons
Total electron 2 8 18 32
capacity
Electronenconfiguratie (in welk orbitaal zitten de elektronen)
2 e- 1s 2s 3s 4s 5s 6s 7s
6 e- 2p 3p 4p 5p 6p 7p
10 e- 3d 4d 5d 6d 7d
14 e- 4f 5f 6f 7f
Bv. C6 heeft 6 elektronen 1s22s22p2
Ne10 heeft 10 elektronen 1s22s22p6
, Valentie-schil elektronen
- Elektronen in de buitenste schil
- Atomen in dezelfde groep hebben vergelijkbare elektronenconfiguraties in de
buitenste schil
- Valentie elektronen zijn bepalend voor de eigenschappen van een atoom.
Hfst 3 Zouten
Ionvorming
2Na (s) + Cl2 (g) NaCl (s)
Natrium Chloor
1 elektron in de buitenste schil 1 elektron te weinig in de buitenste schil
l l
l l
ion + ion –
octetregel: de atomen van de hoofdgroepen streven naar een edelgasconfiguratie 8
valentie elektronen
Ionen
Kation = positief geladen ion
Anion = negatief geladen ion
Ionisatie-energie: energie voor het verwijderen van 1 e- van een atoom in de gasfase
Elektron-affiniteit : energe die vrijkomt als een atoom in de gasfase 1 e- opneemt
Ionverbinding
Kenmerken:
- Kristallijn en vast
- Metaalion & niet-metaalion
- Ionbindingen (Na+Cl-) (geen covalente binding)
- In vaste fase kunnen ionen niet vrij bewegen (geen geleiding elektrische stroom)
- In vloeibare fase of opgelost in water kunnen ionen vrij bewegen ( geleiding
elektrische stroom)
- Hoge smelt en kookpunt
Zoutformules
= verhoudingsformule van de ionladingen
Bv Na+ en Cl- ladingverhouding 1+ : 1-
Ionverhouding 1:1
Verhoudingsformule NaCl
