Les 1 - Warmte(-transport) in stationaire toestand
Warmte is de beweging van moleculen. Hoe harder de beweging, hoe hoger de temperatuur.
Warmte is een vorm van energie-uitwisseling tussen twee systemen die niet in thermisch evenwicht
zijn. Dit vindt plaats in de tijd. Temperatuur is een maat voor de thermische energie.
De warmtestroom is het aantal Joule [J] dat per seconde [s] door een constructie gaat. J/s wordt ook
wel Watt [W] genoemd. Hoe groter het temperatuurverschil (T), hoe groter de warmtestroom (Q).
Warmtestroom per m2 → warmtestroomdichtheid q [W/m2]
q = ΔT/R = constant
warmte overdracht gebeurt in 3 verschillende vormen:
Niet transparant bouwmateriaal:
Rm = d/ λ = m/(W/mK)
Bij meerdere lagen bereken je meerdere Rm waardes. Deze tel je bij elkaar op om de Rc waarde te
verkrijgen.
Rc = de som van Rm + 0,17 m2K/W
U = I / RT
RT = Rsi + RC + Rse (i staat voor interieur, e staat voor exterieur)
Hoe meer massa hoe meer tijd nodig voor een temperatuurverandering. Een zwaar gebouw heeft
een meer constante temperatuur.
Les 2 – Vocht
Hoe warmer de lucht, hoe meer vocht het kan bevatten
Absolute maat voor hoeveelheid waterdamp is:
• Werkelijke grammen vocht per m³ lucht [g/m³]
• Partiële waterdampspanning [N/m2]
Relatieve maat voor hoeveelheid waterdamp:
• aanwezig t.o.v. maximaal mogelijke hoeveelheid (%)
Warmte is de beweging van moleculen. Hoe harder de beweging, hoe hoger de temperatuur.
Warmte is een vorm van energie-uitwisseling tussen twee systemen die niet in thermisch evenwicht
zijn. Dit vindt plaats in de tijd. Temperatuur is een maat voor de thermische energie.
De warmtestroom is het aantal Joule [J] dat per seconde [s] door een constructie gaat. J/s wordt ook
wel Watt [W] genoemd. Hoe groter het temperatuurverschil (T), hoe groter de warmtestroom (Q).
Warmtestroom per m2 → warmtestroomdichtheid q [W/m2]
q = ΔT/R = constant
warmte overdracht gebeurt in 3 verschillende vormen:
Niet transparant bouwmateriaal:
Rm = d/ λ = m/(W/mK)
Bij meerdere lagen bereken je meerdere Rm waardes. Deze tel je bij elkaar op om de Rc waarde te
verkrijgen.
Rc = de som van Rm + 0,17 m2K/W
U = I / RT
RT = Rsi + RC + Rse (i staat voor interieur, e staat voor exterieur)
Hoe meer massa hoe meer tijd nodig voor een temperatuurverandering. Een zwaar gebouw heeft
een meer constante temperatuur.
Les 2 – Vocht
Hoe warmer de lucht, hoe meer vocht het kan bevatten
Absolute maat voor hoeveelheid waterdamp is:
• Werkelijke grammen vocht per m³ lucht [g/m³]
• Partiële waterdampspanning [N/m2]
Relatieve maat voor hoeveelheid waterdamp:
• aanwezig t.o.v. maximaal mogelijke hoeveelheid (%)