H4: ELABORATION LIKELIHOOD MODEL
ELM= gebaseerd op system 1 (=perifere verwerking) vs systeem 2 (=centrale verwerking)
=continuüm
=de kans dat iemand hard zal nadenken over boodschap
plaats v ontvanger op continuüm hangt af v:
o Karakteristieken vd bron
o Weet hij veel over onderwerp?
Corona: Van Ranst tov De Croo
o Karakteristieken vd boodschap
o Motivationele cues aanwezig?
o Karakteristieken vd ontvanger
o Verschillen in cognitieve motivatie
o Karakteristieken vd situatie
o Tijd, afleiding,…
18
, ELM
Nee
Nee
Ja
Elaboration likelihood
=de kans dat iemand hard zal nadenken over boodschap
centrale cognities: pos/neutraal/negatief
Je overtuigt jezelf door die cognitites
Boodschap is aanleiding tot cognities
metacognities= cognities over cognities
Sterkere attitudeveranderingen
Centrale route Perifere route
=systeem 2 =systeem 1
W soms gevolgd W altijd gevolgd
Hangt af v motivatie+capaciteit
=nadenken over boodschap =informatie verwerken door heuristic cues
Variabelen:
Situationele= ivm boodschap/context
Dispositionele= karaktereigenschappen
beïnvloeden motivatie+capaciteit
Argumenten Oppervlakkige elementen
Pos/negatieve Pos/negatieve
attitudeverandering attitudeverandering
Richting v verandering hangt af van.. Grotere kans op positieve attitudeverandering
-Ratio tss pos+neg gedachten
-Aantal gedachten
-Vertrouwen in gedachten (meta-cogn)
Attitudeverandering= toegankelijk+ resistent+ Attitudeverandering= minder toegangkelijk+
voorspelbaar minder resistent+ minder voorspelbaar
19
ELM= gebaseerd op system 1 (=perifere verwerking) vs systeem 2 (=centrale verwerking)
=continuüm
=de kans dat iemand hard zal nadenken over boodschap
plaats v ontvanger op continuüm hangt af v:
o Karakteristieken vd bron
o Weet hij veel over onderwerp?
Corona: Van Ranst tov De Croo
o Karakteristieken vd boodschap
o Motivationele cues aanwezig?
o Karakteristieken vd ontvanger
o Verschillen in cognitieve motivatie
o Karakteristieken vd situatie
o Tijd, afleiding,…
18
, ELM
Nee
Nee
Ja
Elaboration likelihood
=de kans dat iemand hard zal nadenken over boodschap
centrale cognities: pos/neutraal/negatief
Je overtuigt jezelf door die cognitites
Boodschap is aanleiding tot cognities
metacognities= cognities over cognities
Sterkere attitudeveranderingen
Centrale route Perifere route
=systeem 2 =systeem 1
W soms gevolgd W altijd gevolgd
Hangt af v motivatie+capaciteit
=nadenken over boodschap =informatie verwerken door heuristic cues
Variabelen:
Situationele= ivm boodschap/context
Dispositionele= karaktereigenschappen
beïnvloeden motivatie+capaciteit
Argumenten Oppervlakkige elementen
Pos/negatieve Pos/negatieve
attitudeverandering attitudeverandering
Richting v verandering hangt af van.. Grotere kans op positieve attitudeverandering
-Ratio tss pos+neg gedachten
-Aantal gedachten
-Vertrouwen in gedachten (meta-cogn)
Attitudeverandering= toegankelijk+ resistent+ Attitudeverandering= minder toegangkelijk+
voorspelbaar minder resistent+ minder voorspelbaar
19