Samenvatting attitude tot gedrag-link

H3: ATTITUDE-TOT-GEDRAG LINK

LINK TUSSEN ATTITUDE EN GEDRAG

Sommige studies vinden geen correlatie:
LaPierre
o Onderzoek naar vooroordelen tav chinezen in VS ‘30
 Hij kwam toe met chinees bij een hoteluitbater
 De vrees was: krijgen we wel een kamer?
 Ze kregen één
 Later telefoneerden ze: “Zouden jullie onderdak bieden aan chinees?”  nee
o Dus: 1st gedrag getest, daarna discrepantie tss attitude en gedrag bemerken
o Veldstudie
 Chinees koppel gaat rond bij hotels+restauranten
 Slechts 1 x geweigerd (n=66)
o Later telefonisch onderzoek
 Vele zaken willen chinees koppel niet verwelkomen
 Enkelen twijfelen
 Amper iemand zegt ja
o Gedrag komt NIET overeen met attitude
Corey
o Onderzoek naar attitude tav bedrog bij studenten
 Iedereen is er tegen
o Daarna moeten ze zichzelf cijfer geven
 Waren niet eerlijk (=bedrog)
o Gedrag komt NIET overeen met attitude

Sommige studies vinden wél correlatie:

o attitude wel voor 85% voorspelbaar bij politiek stemmen
o wel attitude-gedrag correlatie van 0.58 bij orgaandonatie

Globale conclusie:

SOMS is er een correlatie tss gedrag-attitude
2 verklaringen:

1. Het is een willekeurig proces
geen voorspellingen doen
2. Omstandigheden verklaren wnr correlatie optreedt

WANNEER IS ER EEN RELATIE TSS ATTITUDE EN GEDRAG?


MODERATOR EFFECTEN
Moderato
Beïnvloedt (richting/sterkte van) relatie tss attitude en gedrag
r
4 moderatoren:
 Karakteristieken v gedrag
 Karakteristieken v persoon
 Karakteristieken v situatie
o Ik vind iets niet lekker vindt, dus ik eet dit niet
o Behalve wanneer mijn schoonouders me dit geven
 Schoonmoeder = moderator
 Karakteristieken v attitude Attitude Gedrag
13

, 1) Karakteristieken van gedrag
o Attitudes + gedrag moet met zelfde specificiteit gemeten worden
 Specifiek gedrag (afspraak maken bij dokter voor een preventieve check) meten door
specifieke attitude
 Algemeen gedrag (algemene stijging v naar de dokter gaan) meten door algemene
attitude
gedrag op algemeen niveau meten is moeilijk
men meet vaak specifiek gedrag om algemene attitudes te weten
2) Karakteristieken van persoon
o Sommige personen zijn meer attitude-consistent dan anderen. Hangt af van…
 Psychologische kenmerken:
=inter-individuele variabelen/stabiele karakteristieken die kunnen variëren per
persoon
o Intelligentie/ openheid tov nieuwe dingen,…. = redelijk stabiel
doorheen leven, niet hetzelfde bij iedere persoon
o Level of moral reasoning
 Moet ik dit wel doen? Past dit wel bij mij?
 Nadenken over morele grond voor attitudes
 Lvl=hoog attitude is meer consistent met gedrag
o Self-monitoring
 Mate v gedrag afstemmen op buitenwereld
 Hoog lvl= attitude is minder consistent met gedrag
 Psychologische toestanden:
=intra-individuele variabelen/ variaties rond psychologische kenmerken die
veranderen binnen 1 persoon
o Weinig geslapen hebben/dronken zijn,…
3) Karakteristieken van situatie
o Normen
 Hoe mensen denken dat ze zich moeten gedragen
 Verminderen attitudeconsistentie
 Intuïtieve norm vs descriptieve norm
 Intuïtieve norm= wat je zou moeten doen
 Descriptieve norm= wat je denkt dat de meesten doen
 Perceptie van norm onderbreekt de relatie tussen eigen attitude en gedrag
omtrent roken
 Makkelijker te manipuleren
 Attitude: ik vind mijn werk niet leuk
Toch ga je nog bijna elke dag naar je werk want die norm bestaat
 Attitude: niet roken
Blijft wel norm onder adolescenten: “roken is wel cool”

o Tijdsdruk
 Tijdsdruk blokkeert deliberatieve processen
 Faciliteert gebruik v heuristieken
 Grote tijdsdruk= sneller handelen op automatische piloot
 Impliciete/onbewuste attitudes consistent met gedrag
 Expliciete attitudes minder consistent met gedrag



4) Karakteristieken van attitude

14