➢ Geschiedenis heb je nodig om je op de toekomst voor te bereiden en leert hoe je om
moet gaan met je bestaan in tijd. (entertainment-feit/fictie)
Betrouwbare kennis -> kritisch naar kijken (verleden bestaat niet meer).
➢ Geschiedenis bestuderen, beeld krijgen van eigenschappen van bepaalde groepen
(identiteit creëren):
- Mensen komen erachter wie zij zijn
- Dringen gedachten over wie zij zijn aan het verleden op
Sommige eigenschappen tussen vroeger en nu zijn hetzelfde tussen mensen gebleven.
Nationale geschiedenissen (wij-gevoel), doel:
Bestaan van het tegenwoordige land liefst zo ver mogelijk in het verleden terug te
projecteren, land bestaat zoals het nu is (trots zijn op je land).
Verbeelden identiteit:
- Grenzen ligging -> Toevallig
- Verwantschap van bevolking en voorgangers in hetzelfde gebied moeilijk
aantoonbaar
➢ Democratieën en dictaturen
Democratische landen: leveren vaak kritiek op uitspraken -> gs op verschillende manieren
wordt uitgelegd.
↳ Vergelijkingen zijn vaak simplistisch/gemakzuchtig
Minder “ landen: wordt gs gebruikt om de bestaande politiek te ondersteunen.
↳ Als er geen kritiek mogelijk is, zijn er grote gevolgen.
Beelden en interpretaties van gs met politiek doelen worden vaak verdraaid omdat...:
- De gang van zaken in het verleden iets van bewijzen
- Mensen zich makkelijk laten overtuigen
↳ Is fout, geschiedenis zijn beelden/interpretaties van vroeger en zijn nooit hetzelfde.
➢ Gs is er voor waarschuwingen (nooit meer laten gebeuren) en waarheid en verzoening.
Leren van de fouten die in het verleden zijn gemaakt:
↳ Historische situaties zijn nooit echt vergelijkbaar, gs herhaalt zich niet
↳ Mensenkennis en kennis van menselijke culturen en mogelijkheden opgedaan
➢ Gs: heeft een jaartelling ( n.C/AD/CE & v.C/BC/BCE) en perioden en tijdvakken (5).
Anachronisme: rekening houden met verschillen tussen tijden.
Anachronistisch: normen en waarden van tijden verwisselt.
Presentisme: wanneer je verleden bekijk en beoordeelt vanuit het standpunt uit het heden.
Standplaatsgebondenheid: gebonden aan tijd en omstandigheden.
➢ Continuïteit: vaak blijven de meeste dingen in de gs hetzelfde.
Soorten veranderingen (oorlogen/revoluties/uitvindingen/generaties):
- Langdurige ontwikkelingen/snel - Kort-/langdurende
- Op grote/kleine schaal - Sociaal economisch/cultureel-men-taal/bestuurlijk
politiek