H3-Werkgelegenheid
Belangrijke formules en begrippen
In formule: Werkgelegenheid = productie : arbeidsproductiviteit
“Indexcijfer” werkgelegenheid = “” productie : “” arbeidsproductiviteit x 100
Werkgelegenheid: het aantal bezette banen, ontstaat als bedrijven werknemers in dienst
nemen of als iemand als zelfstandige aan de slag gaat (particuliere/overheidsbedrijven).
Collectieve sector: overheden en instellingen voor de sociale zekerheid
Overheid heeft invloed op de bekostiging en werkgelegenheid bij gesubsidieerde
instellingen en de semi-collectieve sector.
Arbeidsproductiviteit: productie per werknemer per tijdseenheid
“productie : werkgelegenheid”
Productie: - toegevoegde waarde
- omzet – inkoopwaarde grond- en hulpstoffen
Productie uitbreiden → goed geschoold personeel nodig
Loonkosten: (arbeidskosten), totaal wat werkgever kwijt is aan een werknemer
Loonkosten per product: - Loonkosten per werknemer: arbeidsproductiviteit
- Deel loonkosten van de kostprijs
Loonkosten gelijk aan arbeidsproductiviteit → geen winst, (arbeidsproductiviteit hoger zijn)
, Arbeidsintensief: veel arbeid t.o.v kapitaal (machines)
Kapitaalintensief: veel kapitaal t.o.v. arbeid, leidt tot daling van de werkgelegenheid
Om geen verlies te maken kan: de productie worden stilgelegd, in het buitenland tegen
lagere loonkosten geproduceerd worden of de arbeidsproductiviteit vergroot worden (dmv.
machines).
Diepte-investering: productie kapitaalintensiever (arbeidsproductiviteit stijgt)
Breedte-investering: verhouding kapitaal arbeid blijft gelijk (apt blijft gelijk)
Keuze hangt af van technische mogelijkheden/hoogte loonkosten/hoogte kapitaalkosten.
Loonkosten per product: loonkosten per werknemer : arbeidsproductiviteit
De Conjunctuurbeweging:
- Hoogconjunctuur: bestedingen liggen boven de trendlijn (gemiddelde groei)
- Laagconjunctuur: bestedingen liggen onder de trendlijn
Anticyclisch conjunctuurbeleid:
Het beleid van de overheid gericht op afzwakken van de conjunctuurbeweging.
Bij laagconjunctuur: de overheid moet de vraag stimuleren om de werkgelegenheid op peil te
houden. Arbeidsmarkt ruim
Hoe?
1. Belasting verlagen (besteedbaar inkomen stijgt)
2. Overheidsbestedingen verhogen
Bij hoogconjunctuur: de overheid moet de vraag afremmen om oververhitting te voorkomen.
Arbeidsmarkt krap
(ze wil geen loon-prijsspiraal met inflatie!)
Hoe?
1. Belasting verhogen
2. Overheidsbestedingen verlagen (bezuinigen)
Arbeidsmarktflexibiliteit: de snelheid waarmee vraag en aanbod zich aan elkaar
aanpassen.
Beperkt o.a. door
1. Arbeid is niet homogeen
- vacature docent (vraag) en werkloze ict-er (aanbod)
2. Ontslagbescherming
- Neergang: moeilijk ontslaan
- Hoogconjunctuur: durven niet vast aan te nemen.
Destructie van werkgelegenheid: uitstroom
Creatie van werkgelegenheid: instroom
Indexcijfer productiewaarde = (indexcijfer productievolume x prijsindexcijfer) : 100
Flexibele schil: flexwerkers (dus geen vaste baan voor onbepaalde tijd), werkt voor
bedrijven als een buffer.
- Zzp / freelancers, per opdracht betaald
- Uitzendkracht, ingeschreven bij uitzendbureau voor tijdelijke werkzaamheden