Samenvatting BASISBEGRIPPEN VAN RECHT - DEEL III - Gerd Verschelden

BASISBEGRIPPEN – DEEL III DE PROFESSIONELE ACTOREN IN HET RECHT


HOOFDSTUK 1: DE MAGISTRAAT

* De rechterlijke macht = 1 van de 3 staatsmachten die geroepen is geschillen over burgerlijke en
politieke rechten te beslechten en straffen uit te spreken
overeenkomstig de strafwet.

* Rechter  oefent rechterlijke macht uit namens NATIE (niet koning: enkel uitvoering van
rechterlijke beslissingen)

 Voor het leven benoemd
 Wedde vastgesteld bij wet

* Soorten magistraten:
 Rechters (zittende magistratuut)
 Parketmagistraten (staande magistratuur)  vormen het OM

* Toegang tot magistratuur
 Vergelijkend toegangsexamen tot de gerechtelijke stage
o Ten minste 2 jaar juridische functie hebben uitgeoefend
o Indien stage met vrucht voltooid maar op einde van 24e maand nog geen
benoeming  gerechtelijk attaché
o Snelste manier om magistraat te worden
 Examen beroepsbekwaamheid
o Ten minste 4 jaar als belangrijkste beroepsactiviteit juridische functie hebben
uitgeoefend
o Examen = succes  gedurende periode van 7j meedingen voor benoeming
binnen magistratuur
 Mondelinge evaluatie-examen
o Ten minste 20 jaar als voornaamste beroepsactiviteit als advocaat gewerkt
o Minstens 15 jaar als advocaat en ten minste 5 jaar in ander beroep waarin
belangrijke kennis van recht vereist is
o Slaagt?  kandidaat voor benoeming tot rechter

 georganiseerd door Hoge Raad van Justitie


HOOFDSTUK 2: HET GERECHTSPERSONEEL

AFDELING 1: DE GRIFFIER

 Staat rechter bij in al zijn ambtsverichtingen
o Voorbereiden van de taken
o Aanwezig op terechtzittingen
o Notuleert verloop van de rechtszaken en de uitspraken
o Geeft akte van en authenciteit aan formaliteiten

, BASISBEGRIPPEN – DEEL III DE PROFESSIONELE ACTOREN IN HET RECHT



 Zeer divers takenpakket (Art. 168 Ger. W.)
o Boekhouding griffie
o Bewaart de minuten, registers en alle akten
o Zorgt voor de bewaring van waarden en voorwerpen die ter griffie zijn neergelegd
o …
 Bij elke rechtbank en hof (Art. 157 Ger.W.)

 Niveau A of B (Art. 163 Ger. W.)  benoeming door Koning
o A: hoofdgriffier en griffiers-hoofden van dienst
o B: griffier  behoeven geen master diploma rechten

 Statuut:
o vroeger geen deel van gerechtspersoneel
o vroeger deel van rechterlijke macht
o vandaag gerechtelijke functie  draagt wel nog toga

AFDELING 2. DE REFERENDARIS  zittende magistratuur

 Bij hoven en rechtbanken maar niet bij vredegerechten
o Bijstand op juridisch vlak
 Voorbereidingen van zittingen maken
 Opmaken van (voor)ontwerpen van arresten of vonnissen
 Juridische opzoekingen
o Ambtenaar van de rechterlijke orde
o Onder gezag en toezicht van de korpschef
o Benoemd door Koning
o Aangewezen door minister van Justitie
o Geen magistraat
o Steeds niveau A

 Bij Hof van Cassatie en GwH
o Strengere voorwaarden
o Vergelijkend examen door deze hoven zelf georganiseerd
o HvC: 6 jaar geldig
o GwH: 3 jaar geldig
o Benoeming door koning (stage van 3 jaar GwH)  definitieve referendaris


AFDELING 3. DE PARKETJURIST  staande magistratuur

 Dezelfde functie als referendaris maar bij OM i.p.v. bij zittende magistratuur
 Art. 162 Ger.W.
 Toezicht van de korpschef van het parket waaraan zij toegewezen zijn
 Masterdiploma rechten + vergelijkend examen van Niveau A