Belastingrecht periode 4
Box 2: inkomsten uit aanmerkelijk belang (hoofdstuk 4)
Er is altijd een rechtspersoon aan de orde. (bijvoorbeeld een BV of een NV)
Je moet een aanmerkelijk belang hebben in een vennootschap. Dit is 5% of meer.
In box 2 kun je een negatief inkomen hebben.
2 hoofdstromen voor een ondernemer:
- IB-ondernemers (eenmanszaak, zzp’er, maat in een maatschap, vennoot in een
vennootschap)
- AB-ondernemers (aanmerkelijk belang in een besloten vennootschap en een naamloze
vennootschap) art. 4.6 sub a en b IB
Je hebt een aanmerkelijk belang wanneer deze aandelen 5% of meer zijn in één
bedrijf.
Je hebt een optie van 5% of meer in een bedrijf. (Dit is een recht om 5% te kunnen
kopen.)
Je kunt maximaal 40 AB’ers hebben in een bedrijf.
20 personen met 5% aanmerkelijk belang
20 personen met een optie voor 5% (deze krijgen ze dan van de persoon met
een aanmerkelijk belang)
Optie: (art. 4.6 sub 2 IB)
Recht om 5% of meer van de aandelen te kopen binnen een bepaalde termijn tegen een afgesproken
prijs.
Optiepremie:
Dit moet je betalen om recht te hebben op een optie.
Je betaalt 25% belasting over je dividend van een aanmerkelijk belang.
< € 200.000 20% VPB
>€ 200.000 25% VPB
Peter
4% aandelen van BV X
10% aandelen van BV Q
BV Q heeft 40% aandelen van BV X
Peter heeft een aanmerkelijk belang van 10% * 40% = 4%
Dit zorgt voor een totaal van 8%
Dit heet een indirect aanmerkelijk belang.
, De voorheffing voor dividend, is de dividendbelasting. Het tarief hiervoor staat in art. 5 DIVB. (15%)
In artikel 12a LB staat dat je minimaal € 44.000 aan loon moet uitkeren aan jezelf, wanneer je
eigenaar bent van een BV.
Art. 4.12 IB
Vervreemdingsvoordeel (VV):
De boekwinst op een verkoop.
VV = OP (overdrachtsprijs) -/- VP (verkrijgingsprijs) (art. 4.20 IB)
Reguliere voordelen (RV):
Dividend
VV + RV = Box 2 inkomen
Art. 4.10 IB
De meetrekregeling.
De meetrekregeling zorgt ervoor dat, ook al heb je geen 5% van de aandelen, je toch een
aanmerkelijk belang kan hebben. Dit moet dan wel een bloed- of aan verwant in de rechte lijn zijn.
Bloedverwanten Aanverwanten
(Zus, broer, ooms, tantes, alles wat niet aangetrouwd is) -schoon
(Opa, oma, moeder, vader, neef, nicht) -zwager
Rechte lijn Zijlijn
Ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen Broer, zus, tantes, ooms, neven,
nichten
Art. 4.9 IB
Wanneer je 5% of meer van de aandelen hebt en daarnaast nog 3% in opties, dan tellen deze ook
mee in je totale aandelen totaal. Je komt dan op 8% van de aandelen. Je moet hiervoor wel eerst zelf
genoeg aandelen hebben.
Art. 4.12 IB
- Reguliere voordelen: art. 4.13 IB bruto dividend
Je mag de kosten hiervan aftrekken. Art. 4.15 IB
- Vervreemdingsvoordelen: art. 4.19 IB
OP (art. 4.20 IB) -/- VP (art. 4.21 IB)
Als er geen OP is, dan neem je de waarde van het economisch verkeer. (dit is een
zakelijke prijs)
Je kan een negatief box 2 inkomen hebben. Je mag 1 jaar carry back en 9 jaar carry
forward. (art. 4.49 IB)
Box 2: inkomsten uit aanmerkelijk belang (hoofdstuk 4)
Er is altijd een rechtspersoon aan de orde. (bijvoorbeeld een BV of een NV)
Je moet een aanmerkelijk belang hebben in een vennootschap. Dit is 5% of meer.
In box 2 kun je een negatief inkomen hebben.
2 hoofdstromen voor een ondernemer:
- IB-ondernemers (eenmanszaak, zzp’er, maat in een maatschap, vennoot in een
vennootschap)
- AB-ondernemers (aanmerkelijk belang in een besloten vennootschap en een naamloze
vennootschap) art. 4.6 sub a en b IB
Je hebt een aanmerkelijk belang wanneer deze aandelen 5% of meer zijn in één
bedrijf.
Je hebt een optie van 5% of meer in een bedrijf. (Dit is een recht om 5% te kunnen
kopen.)
Je kunt maximaal 40 AB’ers hebben in een bedrijf.
20 personen met 5% aanmerkelijk belang
20 personen met een optie voor 5% (deze krijgen ze dan van de persoon met
een aanmerkelijk belang)
Optie: (art. 4.6 sub 2 IB)
Recht om 5% of meer van de aandelen te kopen binnen een bepaalde termijn tegen een afgesproken
prijs.
Optiepremie:
Dit moet je betalen om recht te hebben op een optie.
Je betaalt 25% belasting over je dividend van een aanmerkelijk belang.
< € 200.000 20% VPB
>€ 200.000 25% VPB
Peter
4% aandelen van BV X
10% aandelen van BV Q
BV Q heeft 40% aandelen van BV X
Peter heeft een aanmerkelijk belang van 10% * 40% = 4%
Dit zorgt voor een totaal van 8%
Dit heet een indirect aanmerkelijk belang.
, De voorheffing voor dividend, is de dividendbelasting. Het tarief hiervoor staat in art. 5 DIVB. (15%)
In artikel 12a LB staat dat je minimaal € 44.000 aan loon moet uitkeren aan jezelf, wanneer je
eigenaar bent van een BV.
Art. 4.12 IB
Vervreemdingsvoordeel (VV):
De boekwinst op een verkoop.
VV = OP (overdrachtsprijs) -/- VP (verkrijgingsprijs) (art. 4.20 IB)
Reguliere voordelen (RV):
Dividend
VV + RV = Box 2 inkomen
Art. 4.10 IB
De meetrekregeling.
De meetrekregeling zorgt ervoor dat, ook al heb je geen 5% van de aandelen, je toch een
aanmerkelijk belang kan hebben. Dit moet dan wel een bloed- of aan verwant in de rechte lijn zijn.
Bloedverwanten Aanverwanten
(Zus, broer, ooms, tantes, alles wat niet aangetrouwd is) -schoon
(Opa, oma, moeder, vader, neef, nicht) -zwager
Rechte lijn Zijlijn
Ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen Broer, zus, tantes, ooms, neven,
nichten
Art. 4.9 IB
Wanneer je 5% of meer van de aandelen hebt en daarnaast nog 3% in opties, dan tellen deze ook
mee in je totale aandelen totaal. Je komt dan op 8% van de aandelen. Je moet hiervoor wel eerst zelf
genoeg aandelen hebben.
Art. 4.12 IB
- Reguliere voordelen: art. 4.13 IB bruto dividend
Je mag de kosten hiervan aftrekken. Art. 4.15 IB
- Vervreemdingsvoordelen: art. 4.19 IB
OP (art. 4.20 IB) -/- VP (art. 4.21 IB)
Als er geen OP is, dan neem je de waarde van het economisch verkeer. (dit is een
zakelijke prijs)
Je kan een negatief box 2 inkomen hebben. Je mag 1 jaar carry back en 9 jaar carry
forward. (art. 4.49 IB)