Bedrijfseconomie
Handelsorganisatie: Inkoop Verkoop
Productieorganisatie: Inkoop Productie Verkoop
Dienstorganisatie: Inkoop Verkoop (inkoop & verkoop van diensten van mensen)
Productiefactoren:
- Arbeid
- Kapitaal
- Natuur
- Machines
Primaire geldstroom: de geldstroom die samenhangt met het primaire proces, bijv.
Inkopen arbeid betalen etc. anders loopt het omzettingsproces gevaar en kun je niks
produceren om te verkopen.
Secundaire geldstroom: Heeft niks te maken met de goederstroom (alles om de
goederenstroom heen), dus bijvoorbeeld hypotheek betalen of lease auto’s van het
bedrijf.
Belastingen en subsidies hebben rechtstreeks verbinding met jou primaire proces, want
de subsidies liggen aan welke producten je verkoopt etc.
1.14
A. uitgaande primaire geldstromen:
28 mln gebouwen & machines
3mln aanschaf van grondstoffen
1 mln arbeidskosten
60.000 aan belastingen
Totaal: 32.060.000
B. ingaande primaire geldstromen
3.2 mln contante verkopen
20.000 ontvangen subsidies
Totaal: 3.220.000
C. uitgaande secundaire geldstromen
100.000 aflossing vv
150.000 interest
Totaal: 250.000
D. ingaande secundaire geldstromen
20 mln eigen vermogen
15 mln vreemd vermogen
Totaal: 35.000.000
, 1.15
A. uitgaande primaire geldstromen:
10 mln geïnvesteerd
32 mln kantoorartikelen betaald
240.000 belasting
Totaal: 42.240.000
B. ingaande primaire geldstromen
38 mln verkocht
400.000 subsidies
Totaal: 38.400.000
C. uitgaande secundaire geldstromen
180.000 dividend
6 mln courantkrediet
90.000 interest
200.000 aflossing
Totaal: 6.470.000
D. ingaande secundaire geldstromen
10 mln aandelenvermogen
Totaal: 10.000.000
Aflossingen zijn nooit kosten
3.1
A.
- 400.000
- 600.000
- 140.000
- 100.000
- 300.000
- 323.400 (btw)
- 1.863.000 (inclusief btw)
- 40.000
- 1.903.400
B.
- Crediteuren 180.000 (60% van 300.000)
- Hypotheek 700.000 (70% van 400.000 + 600.000)
- EV 475.850
- Lening 100.000
- Rekening courant 447.550
Handelsorganisatie: Inkoop Verkoop
Productieorganisatie: Inkoop Productie Verkoop
Dienstorganisatie: Inkoop Verkoop (inkoop & verkoop van diensten van mensen)
Productiefactoren:
- Arbeid
- Kapitaal
- Natuur
- Machines
Primaire geldstroom: de geldstroom die samenhangt met het primaire proces, bijv.
Inkopen arbeid betalen etc. anders loopt het omzettingsproces gevaar en kun je niks
produceren om te verkopen.
Secundaire geldstroom: Heeft niks te maken met de goederstroom (alles om de
goederenstroom heen), dus bijvoorbeeld hypotheek betalen of lease auto’s van het
bedrijf.
Belastingen en subsidies hebben rechtstreeks verbinding met jou primaire proces, want
de subsidies liggen aan welke producten je verkoopt etc.
1.14
A. uitgaande primaire geldstromen:
28 mln gebouwen & machines
3mln aanschaf van grondstoffen
1 mln arbeidskosten
60.000 aan belastingen
Totaal: 32.060.000
B. ingaande primaire geldstromen
3.2 mln contante verkopen
20.000 ontvangen subsidies
Totaal: 3.220.000
C. uitgaande secundaire geldstromen
100.000 aflossing vv
150.000 interest
Totaal: 250.000
D. ingaande secundaire geldstromen
20 mln eigen vermogen
15 mln vreemd vermogen
Totaal: 35.000.000
, 1.15
A. uitgaande primaire geldstromen:
10 mln geïnvesteerd
32 mln kantoorartikelen betaald
240.000 belasting
Totaal: 42.240.000
B. ingaande primaire geldstromen
38 mln verkocht
400.000 subsidies
Totaal: 38.400.000
C. uitgaande secundaire geldstromen
180.000 dividend
6 mln courantkrediet
90.000 interest
200.000 aflossing
Totaal: 6.470.000
D. ingaande secundaire geldstromen
10 mln aandelenvermogen
Totaal: 10.000.000
Aflossingen zijn nooit kosten
3.1
A.
- 400.000
- 600.000
- 140.000
- 100.000
- 300.000
- 323.400 (btw)
- 1.863.000 (inclusief btw)
- 40.000
- 1.903.400
B.
- Crediteuren 180.000 (60% van 300.000)
- Hypotheek 700.000 (70% van 400.000 + 600.000)
- EV 475.850
- Lening 100.000
- Rekening courant 447.550