Jodendom
Ontstaansgeschiedenis Het joodse volk begint bij Abraham, hij leefde 4000 jaar
3 aartsvaderen: Isaac, Abraham en Jacob
Belangrijke man: Mozes
Nu: diaspora (= grote verspreiding van het joodse volk)
Groeperingen (ultra)orthodoxe joden: ze leven zo strikt mogelijk de wetten van de Thora na
Chassidiem: traditionele klederdracht van
het land van herkomst (Centraal- en
Oost-Europa, 18de eeuw)
Liberale joden:
Conservatieve joden: trouw aan de traditie (conservatief), MAAR leven niet alle regels
strikt na
Reformjoden: joodse wetten moeten aangepast worden aan moderne omstandigheden
Heilige geschriften Tenach:
- joden mogen deze niet aanraken
- lezen hem met de Yat vingertje aan een stok
De Rabbijnse Literatuur:
- Hoe pas je de Thora toe in het dagelijkse leven?
- Discussies gaan vooral over de toepassing van de joodse wet in het dagdagelijkse
leven van de mensen
Geloofsovertuigingen Monotheïsme:
- er is maar 1 God
- dit wordt gezegd tijdens het ochtend -en avondgebed
Schepper:
God is de allerhoogste
De persoonlijke God:
Werkelijke naam van de God van Israël = Jahwe
613 voorschriften (geboden en verboden):
- Ze moeten zich daaraan houden
- er zijn 248 geboden en 365 verboden
Tekens en Symbolen Davidster:
- 6 puntige ster
- staat op de vlag van Israël
- belangrijk voor de joden
, Menora (7-armige kandelaar):
- het licht wijst de mens de weg
- oudste joodse symbool
- mag je niet verwarren met de Chanoekakandelaar 8 + 1 armen
Mezoeza:
- hangt aan de deur bij elke jood
- zitten geschriften in
- als joden verhuizen verhuist dit mee
Sjofar:
- ramshoorn
- zwaar geluid
- dient om joden op te roepen om tot inkeer te komen
- gebruiken ze bij het joodse nieuwjaar
Kippa of keppeltje:
- Doet hen herinneren dat iemand boven hen staat
- mannen
Tefillien of gebedsriemen:
- In het doosje zitten teksten uit de Thora
- teksten zitten dicht bij het hart
- ze doen dat omdat deze richtlijnen in de Thora
staan
Talliet of gebedskleed:
- mannen dragen dit als ze gaan bidden
- heel orthodoxe joden dragen dit altijd onder hun
kleren
Voorgangers Rabijn (meester):
- het is een schriftgeleerde
- mannen
- geleerd in de Thora en Tenach
- studeren om dit te worden
- bij Reformjoden kunnen vrouwen dit ook worden
Kohen (priester):
- eretitel die over gaat van vader op zoon
- niet voor studeren
Verschil=
Om Rabijn te zijn moet je ervoor studeren
Om Kohen te zijn hoef je niet te studeren
Belangrijke feesten Maankalender:
- Nood aan een schrikkelmaand (13e maand) zodat hun feesten in de juiste seizoenen
vallen
Sabbat (rustdag):
- Van zonsondergang vrijdagavond tot zonsondergang zaterdagavond
Ontstaansgeschiedenis Het joodse volk begint bij Abraham, hij leefde 4000 jaar
3 aartsvaderen: Isaac, Abraham en Jacob
Belangrijke man: Mozes
Nu: diaspora (= grote verspreiding van het joodse volk)
Groeperingen (ultra)orthodoxe joden: ze leven zo strikt mogelijk de wetten van de Thora na
Chassidiem: traditionele klederdracht van
het land van herkomst (Centraal- en
Oost-Europa, 18de eeuw)
Liberale joden:
Conservatieve joden: trouw aan de traditie (conservatief), MAAR leven niet alle regels
strikt na
Reformjoden: joodse wetten moeten aangepast worden aan moderne omstandigheden
Heilige geschriften Tenach:
- joden mogen deze niet aanraken
- lezen hem met de Yat vingertje aan een stok
De Rabbijnse Literatuur:
- Hoe pas je de Thora toe in het dagelijkse leven?
- Discussies gaan vooral over de toepassing van de joodse wet in het dagdagelijkse
leven van de mensen
Geloofsovertuigingen Monotheïsme:
- er is maar 1 God
- dit wordt gezegd tijdens het ochtend -en avondgebed
Schepper:
God is de allerhoogste
De persoonlijke God:
Werkelijke naam van de God van Israël = Jahwe
613 voorschriften (geboden en verboden):
- Ze moeten zich daaraan houden
- er zijn 248 geboden en 365 verboden
Tekens en Symbolen Davidster:
- 6 puntige ster
- staat op de vlag van Israël
- belangrijk voor de joden
, Menora (7-armige kandelaar):
- het licht wijst de mens de weg
- oudste joodse symbool
- mag je niet verwarren met de Chanoekakandelaar 8 + 1 armen
Mezoeza:
- hangt aan de deur bij elke jood
- zitten geschriften in
- als joden verhuizen verhuist dit mee
Sjofar:
- ramshoorn
- zwaar geluid
- dient om joden op te roepen om tot inkeer te komen
- gebruiken ze bij het joodse nieuwjaar
Kippa of keppeltje:
- Doet hen herinneren dat iemand boven hen staat
- mannen
Tefillien of gebedsriemen:
- In het doosje zitten teksten uit de Thora
- teksten zitten dicht bij het hart
- ze doen dat omdat deze richtlijnen in de Thora
staan
Talliet of gebedskleed:
- mannen dragen dit als ze gaan bidden
- heel orthodoxe joden dragen dit altijd onder hun
kleren
Voorgangers Rabijn (meester):
- het is een schriftgeleerde
- mannen
- geleerd in de Thora en Tenach
- studeren om dit te worden
- bij Reformjoden kunnen vrouwen dit ook worden
Kohen (priester):
- eretitel die over gaat van vader op zoon
- niet voor studeren
Verschil=
Om Rabijn te zijn moet je ervoor studeren
Om Kohen te zijn hoef je niet te studeren
Belangrijke feesten Maankalender:
- Nood aan een schrikkelmaand (13e maand) zodat hun feesten in de juiste seizoenen
vallen
Sabbat (rustdag):
- Van zonsondergang vrijdagavond tot zonsondergang zaterdagavond