Samenvatting Voorbereiding skills assessment interne stage voeding en diëtetiek jaar 3

Assessment ITS
Casussen:
- Ziekte van Crohn
- Ontregelde diabetes type 1 (uitleg KH- insuline ratio is niet nodig)
- Hypertensie, hypercholesterolemie en overgewicht
- Afvallen bij strottenhoofdkanker
- Obesitas en diabetes type 2

Inhoud gesprek:

- Diëtistische diagnose
- Ziektebeeld in relatie tot voeding en/ of leefstijlfactoren
- Gemaakte werkafspraak eerste gesprek bespreken
- Hoofddoel behandeling vaststellen
- Subdoelen zoveel mogelijk SMART in overleg met patiënt
- Werkafspraken in overleg met patiënt

,Ziekte van crohn
Relatie voeding en ziektebeeld
Bij Crohn is er sprake van een ontsteking in de darmen. Hierdoor kunnen de darmen
voedingsstoffen minder goed opnemen (malabsorptie). Ook kan er sprake zijn van
verhoogde verliezen door diarree, braken en bloedverlies. Daarnaast kan er sprake zijn van
een verhoogde behoefte aan eiwit en energie bij exacerbatie. Al deze factoren kunnen ertoe
lijden dat het lichaam niet genoeg voedingstoffen kan opnemen, binnen houdt of binnen
krijgt. Dit kan leiden tot ondervoeding.

Daarnaast kan er bij Crohn sprake zijn van klachten zoals misselijkheid, buikpijn,
buikklachten, verminderde eetlust of vermoeidheid. Hierdoor kan eten tegen gaan staan en
zal de persoon minder eten. Hierdoor kan een tekort aan voedingsstoffen ontstaan wat leidt
tot ondervoeding.

Bij de ziekte van Crohn is er vaak sprake van zelfopgelegde voedingsrestricties. Hierdoor kan
een tekort aan voedingsstoffen ontstaan wat leidt tot ondervoeding.

Ondervoeding is slecht omdat het lichaam bij een tekort aan voedingsstoffen deze stoffen uit
het eigen lichaam gaat proberen te halen. Het lichaam gaat dan bijvoorbeeld je eigen
spieren af breken om dit om te kunnen zetten in energie. Spieren hebben we nodig om te
bewegen maar het hart is bijvoorbeeld ook een spier.

Ondervoeding zorgt ervoor dat het lichaam niet goed opkan tegen exacerbaties.

Voedingsmiddelen die bijdragen aan klachten zijn: pittig of gekruid eten, koolzuurhoudende
dranken, melkproducten, energiedranken.

Hoofddoel gesprek
Verbeteren van de voedingstoestand

Subdoelen + werkafspraken
Verhogen van de energie- en eiwitinname
 Gebruik maken van volle producten
 Volvette kaas
 Dubbel beleg
 Meer tussendoortjes
Verhogen van de micronutriënten inname
 Minimaal 5 opscheplepels groenten per dag
 Minimaal 2 stuks fruit per dag
 Aanvullen met supplementen waar nodig

Hoofddoel rapportage
Doelen bij remissie:
- Verbeteren of handhaven van de voedingstoestand
- Handhaven of normaliseren gezond gewicht

, - Het zo nodig behandelen van deficiënties in het serum tot normaalwaarden
- Het opheffen van onnodige (zelf) beperkingen
Doelen bij exacerbatie:
- Het verbeteren/ handhaven dan wel niet onnodig laten verslechteren van de
voedingstoestand.
- Het verbeteren/ handhaven dan wel niet onnodig laten verslechteren van de
klachten.
- Het induceren van remissie.

Subdoelen rapportage:
Bij remissie
- Een inname volgens richtlijnen goede voeding nastreven binnen 4 weken:
 Koolhydraten 40-70%
 Vet totaal 20-40%
 Vet verzadigd <10%
 Transvet <1%
 Eiwit 0,8g/ kg lichaamsgewicht
 Vezels 30-40g, bij last eigen inzicht
 Vocht 1,5-2l
- Het opheffen van onnodige beperkingen van voedingsmiddelen en/of
voedingsstoffen binnen 4 weken.
- Afhankelijk van de voedingstoestand een energie-inname volgens behoefte
(berekend met de WHO- formule +30% toeslag) binnen 4 weken.
- Afhankelijk van de voedingstoestand een eiwit inname van 1,2-1,5g/ kg
lichaamsgewicht (bij BMI <20 terugrekenen naar BMI 20) binnen 4 weken.
- Vitaminen en mineralen: alle volgens 100% ADH met suppletie bij aangetoonde
deficiënties binnen 4 weken.
Bij exacerbatie
- Een inname volgens richtlijnen goede voeding per direct:
 Koolhydraten 40-70%
 Vet totaal 20-40%
 Vet verzadigd <10%
 Transvet <1%
 Focus op meervoudig onverzadigde vetzuren
 Eiwit 0,8g/ kg lichaamsgewicht
 Vezels 30-40g, bij last eigen inzicht
- Een energie-inname volgens behoefte (berekend met de WHO- formule +30%
toeslag) per direct.
- Een eiwit inname van 1,2-1,5g/ kg lichaamsgewicht (bij BMI <20 terugrekenen naar
BMI 20) per direct.
- Vitaminen en mineralen: alle volgens 100% ADH met suppletie bij aangetoonde
deficiënties per direct.
- Een vocht inname van minimaal 1,5 liter + verliezen via defecatie per direct.
- Steven naar een diurese van minimaal 1 liter.
- Eventueel gebruik van drinkvoeding of sondevoeding om de darmen tot rust te laten
komen of wanneer voeding niet volwaardig is.