100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting ontwikkeling stimuleren

Rating
5.0
(1)
Sold
7
Pages
71
Uploaded on
08-01-2022
Written in
2021/2022

Samenvatting ontwikkeling stimuleren

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 8, 2022
Number of pages
71
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting ontwikkeling stimuleren


Observeren, registreren, interpreteren en rapporteren
1. Observeren
Observeren is een basisvaardigheid van een leerkracht, vormt op basis van observatie een
leeractiviteit. In het dagelijkse leven observeren we vaak onbewust, in het professionele leven
doelbewust.

1.1. Wat is observeren?
Observeren ≠ waarnemen

Bij observeren kijken we enkel naar het gedrag, bij waarnemen gaan we er een gevoel aan koppelen.

Observeren gebeurt:

- Doelgericht: observeert naar een bepaalde vraag
- Doelbewust: weet wat die te weten wil komen
- Planmatig: stap voor stap volgens een strategie
- Systematisch: houdt zich aan de specifieke aanpak
 Observeren is de doelgerichte en systematische waarneming van gedragingen van één of
meerdere personen of van een gebeurtenis, met de bedoeling het waargenomen gedrag te
beschrijven en samen te vatten.

1.2. Het belang van observeren
Observeren om:

- Iemand beter te leren kennen
- Om een bepaalde problematiek verder te onderzoeken
- Om de leervraag te verhelderen
- Om je eigen handelen te toetsen
- Om de leeromgeving uitdagend te maken
- …

1.3. Doelbewust en planmatig observeren
Er zijn veel dingen die je kan observeren, daarom moet je op voorhand bepalen wat je gaat
observeren, een observatiedoel.

De beginsituatie observeren is een eerste belangrijk doel.
Aspecten van een beginsituatie:

- Het ontwikkelingsniveau
- De voorkennis
- Specifieke leerstoornissen
- Leer- en denkstijl

Conclusies trekken?  Gegevens zo objectief mogelijk weergeven

, 1.4. Soorten observatie
1.4.1. Open/ ongestructureerde observaties
Soms geen observatiedoel afgesproken maar toch doelbewust en doelgericht iets in de gaten
houden. Het is niet toevallig maar bewust, gepland en gewild met als doel gegevens verzamelen.

Breed observeren -> zicht op de diversiteit in de lerende groep.

We observeren dus

- Op verschillende momenten en plaatsen
- Op verschillende manieren
- Door verschillende personen
- Verschillende gedragingen

De observatie wordt beïnvloed door eigen vooroordelen en interpretaties = valkuil

Gedragsobservaties -> observeren van gedragingen om doelgericht te werk te gaan.

1.4.2. Systematische- en gestructureerde observaties
Er worden afspraken gemaakt over welk gedrag of situatie je gaat observeren (plaats, tijd, situaties).

1.4.3. Participerende observaties (deelnemen aan de activiteit) vs. niet-
participerende observaties (neemt niet deel aan de activiteit)
Participerend Niet-participerend
Vooral kwalitatief Kwantitatief
Registratie indirect en direct Direct
Meer interpretatie Streven naar objectiviteit
Meestal één observator Meerdere observatoren
Beschrijvend Beschrijvend en toetsend
Onderzoeker en observator vaan dezelfde Observatoren en onderzoeker verschillende
persoon personen
Vraagstelling en design flexibel Vraagstelling en design liggen vast
Observatieduur ongepland Observatieduur gepland en beperkt
Meerdere plaatsen van observatie Eén of twee plaatsen van observatie


1.4.4. Zelfobservatie
Jezelf van een afstand kunnen bekijken -> helicopterview.
Vaak gevolgd door een zelfreflectie.

1.5. Observatiebais
Verwijst naar de fouten die de observator maakt tijdens de observatiefase. Fouten op basis van:

- Aandacht: enkel gefocust op hetgeen wat die wil
- Selectie: gebruikt niet al zijn zintuigen
- Perceptie: eigen herinneringen belemmeren de observaties
- Plaats: de omgeving waarin hij observeert
- Tijd: tijdstip waarop geobserveerd wordt
- Vooraf: net voorafgaande dingen beïnvloeden je observaties
- Persoonlijke omstandigheden: vermoeidheid, humeur… heeft een invloed op de observatie

, 2. Registreren
Registreren is het vastleggen van observaties, je geeft er nog geen betekenis aan.

2.1. Ongestructureerde registratie
We maken hierbij gebruik van vrije registratie. Bijvoorbeeld een dagrapportage. Er wordt dagelijks in
een schriftje genoteerd wat opvalt en vaak meerdere daken na elkaar.
Nadeel: meer subjectiviteit, daarom informatie over beïnvloedende factoren toevoegen.

2.2. Gestructureerde registratie
Eén specifiek moment waarop geobserveerd wordt. Zo kan je je concentreren op het moment en het
bijhorende gedrag.

2.2.1. Kwalitatieve registratie
- Beschrijvend, filmisch observeren
- Codeersysteem: schematische voorstelling
- ABC-schema: niet enkel het gedrag maar ook de context speelt een rol

Antecedenten Behaviour Consequenties
Wat is de situatie? Wat versterkt (on)gewenst
Welk (on)gewenst gedrag doet
Wat lokt (on)gewenst gedrag gedrag? Wat houdt het
zich voor?
uit? (on)gewenst gedrag in stand?
Yarno geeft in de bouwhoek de Elias krijgt (negatieve) aandacht
opmerking aan Elisa: ‘jij mag Elias bijt Yarno in de arm van de leerkracht: de leerkracht
niet meedoen’. berispt hem.


2.2.2. Kwantitatieve registratie
Een meting waarbij de frequentie en de ernst van voorkomen van gedrag in een bepaalde periode of
situatie geobjectiveerd.
Verschillende methoden om gedrag te meten:

- Telmethode of turfmethode
- Duurmethode
- Ratio-methode/ relatieve frequentiemethode
- Gebruik van beoordelingsschalen



3. Interpreteren
We vormen ons een bepaald beeld van hoe iemand is en beïnvloeden ons denken. Als leerkracht is
het belangrijk dit zo goed mogelijk onder controle te houden. Vaak interpreteer je dingen onbewust.

3.1. Indruksvorming
3.1.1. Primacy-effect
Informatie die we eerst over iemand krijgen beïnvloedt het algemene oordeel meer dan de
informatie die daarna komt.

3.1.2. Halo-effect
Eén goede karaktereigenschap samenbrengen met andere goede eigenschappen waarvan we denken
dat ze samen horen.

3.1.3. Horn-effect
Eén negatief kenmerk weegt door en de positieve verdwijnen naar de achtergrond. We gaan andere
negatieve eigenschappen er ook aan koppelen.

, 3.1.4. Stereotypering
Persoonlijkheidstrekken toeschrijven aan personen op basis van een groep waar ze lid van zijn.

3.1.5. Vooroordeel
Negatieve stereotypering over een ander op basis van bepaalde kenmerken.

3.1.6. Contrasteffect
Wanneer de eerste leerlingen goed presteren, ga je verwachten dat de leerling erna ook goed
presteren.

3.1.7. Klooneffect
Personen waarin we onszelf herkennen, gaan we als positief waarderen.

3.1.8. Self-fulfilling prophecy <-> self-distroying prophecy
Self-fulfilling prophecy: De verwachtingen die je hebt of anderen hebben zorgen ervoor dat die
verwachtingen uit komen.
Self-distroying prophecy: denken dat iemand anders het zal doen en uiteindelijk komt er geen actie
want mogelijks denkt iedereen zo.

3.1.9. Cognitieve dissonantie
De onaangename spanning die iemand ervaart bij tegenstrijdige overtuigingen, ideeën of opvattingen
bij handelen in strijd met de eigen overtuiging en deze spanning willen we verminderen.
vb.: we hadden verwacht dat we iemand niet leuk zouden vinden door de eerste indruk en gaan er
ook zo naar handelen; uit eindelijk blijkt dat die persoon toch heel anders is dan wat we hadden
verwacht.

Wat kunnen we er tegen doen?

- De nieuwe informatie negeren
- Het voorval als eenmalig beschouwen en oorspronkelijke beeld van die persoon behouden
- Het beeld dat we hebben van de ander aanpassen

3.1.10. Causale attributie
Oorzakelijk verklaren van het eigen gedrag en het gedrag van anderen

- Intern: komt vanuit jezelf
- Extern: komt van buiten jezelf

Attributiefouten:

- Fundamentele attributiefout: persoon als oorzaak van zijn gedrag zien
- Actor-observereffect: actoren maken vooral externe attributies, observatoren interne
- Self-servingbais: succes komt van onszelf, mislukkingen door externe oorzaken

3.2. Eigen referentiekader
Eigen waarden en normen, opvoeding die we meekregen, ervaringen of interesses die we hebben,
bepalen zowel de observatie (wat we opmerken of niet) als de interpretatie (welke verklaring we aan
iets geven)
3.3. Interpretatie vanuit wetenschappelijke kaders
In de wetenschap maken we ook gebruik van referentiekaders van waaruit gedrag verklaard wordt.
Zoals:
- Het psychodynamische kader
- Het leertheoretische kader
- Het gedragstherapeutische kader
- Het systeemtheoretische kader
$6.66
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
kellymeskens
5.0
(1)

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
3 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
kellymeskens Hogeschool Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
7
Member since
3 year
Number of followers
7
Documents
0
Last sold
2 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions