Inhoudsopgave
Opbouw hersenen .............................................................................................................................................. 2
Het centrale zenuwstelsel ................................................................................................................................ 5
Week 1 Parkinson .............................................................................................................................................. 7
Oefenvragen Parkinson: ............................................................................................................................ 12
Week 2 CVA ....................................................................................................................................................... 14
Hersenbloeding ............................................................................................................................................ 16
Aneurysma: ................................................................................................................................................... 18
Week 3 Hersenbeschadiging CVA ............................................................................................................... 20
Gangbeeld bij de neurologische patiënt ............................................................................................... 22
Week 5 multiple sclerose (MS)...................................................................................................................... 24
WEEK 6 Motorisch leren ................................................................................................................................. 31
Extra uitleg: ....................................................................................................................................................... 33
Samenvatting Parkinson richtlijn ................................................................................................................. 36
Samenvatting CVA richtlijn ........................................................................................................................... 38
1
,Opbouw hersenen
De grote hersenen zijn verdeeld in 2 helften, hemisferen genoemd. Deze linker- en
rechterhelft worden met elkaar verbonden door de hersenbalk. Dankzij deze verbinding
kunnen de 2 helften met elkaar communiceren en staat informatie uit de ene hersenhelft dus
voortdurend ter beschikking aan de andere hersenhelft
De 2 hersenhelften zijn opgebouwd rondom de 4 hersenkamers (ventrikels). Deze kamers
zijn gevuld met hersenvocht (liqour)
Frontaalkwab (grootste van de 4 hersenkwabben):
- Dit deel ligt direct achter het voorhoofd en is verantwoordelijk voor cognitieve,
emotionele en Motivational processen
- Zoals plannen, impulsbeheersing en doelgericht handelen (executieve functies)
- Speelt een rol bij het aansturen van willekeurige bewegingen
- Mentale functies: beoordelingsvermogen, impulscontrole, sociaal gedrag, geheugen,
taal en probleemoplossing
Pariëtaalkwab:
- Dit deel van de schors is betrokken bij zintuigelijke en cognitieve functies, zoals
aandacht, ruimtelijk inzicht, lezen en rekenen
- In het voorste deel worden tast, pijn, temperatuur en propioceptieve (houding en
beweging van lichaamsdelen) prikkels verwerkt
- Het voorste deel van de kwab ontvangt zintuigelijke informatie van de thalamus
- Gevoelsinformatie (pijn, gevoel, warm of koud ect.)
- Speelt een rol bij het integreren van zintuigelijke informatie en ruimtelijk denken
Occipitaalkwab:
- Dit is de kleinste hersenkwab, hier wordt visuele informatie verwerkt
- Als de zintuigelijke informatie volledig is verwerkt voor de hersenen, dan is er ook
betekenis aan deze informatie gegeven. Deze betekenisgeving is een interpretatie
van de buitenwereld in plaats van een regelrechte kopie
Temporaalkwab:
- Zijn betrokken bij het gehoor, het verbale geheugen en de taalfuncties, en ook bij
visuele herkenning
- Taalbegrip, gehoorvermogen, geheugen, gedrag, concentratie, visuele perceptie,
categoriseren van voorwerpen, geur- en
smaakherkenning
- Kan worden aangetast door ziektes als
Alzheimer, migraine en epilepsie
2
,Linker hemisfeer:
- Verbale communicatie (spreken, verstaan, schrijven, lezen)
- Rekenen en vormen van symboolgebruik
- Praxis (programmering van handelingen)
- Niet reageren op mensen of dingen aan de rechterkant van het lichaam (neglect)
- Grofweg stuurt de linkerhersenhelft de rechterlichaamshelft aan en speelt het een rol
bij taal met name woordkennis, logica, analytisch vermogen, volgorde, details en
getallen
- Belangrijk voor lezen en schrijven, spraak en complexe bewegingen, deze
hersenhelft richt zich meer op details
Rechter hemisfeer:
- Non-verbalen communicatie (intonatie, mimiek, expressieve gebaren)
- Melodieherkenning
- Gezichtsherkenning
- Ruimtelijke functies (oriëntatie, ruimtelijke aandacht, constructief handelen)
- Stoornissen in het waarnemen en denken (plannen maken, lezen, emoties uiten en
gedrag)
- Grofweg stuurt de rechterhersenhelft de linker lichaamshelft aan en speelt het een rol
bij emotie, verbeelding, kleur, muziek, ritme, dimensie en ruimtelijke inschatting
- Voorbeeld: muziek beluisteren terwijl je de songtekst lees, kost meer moeite omdat
de linkerhersenhelft de tekst volgt en de rechterhersenhelft de melodielijn volgt. Dat
vergt kort na hersenletsel veel energie
Gebied van Broca
- Dat de productie van gesproken woorden regelt
- In de frontale kwab, motorisch spraakcentrum
- Spontane spraak, nazeggen van woorden of zinnen, productie van taal en
grammatica
Gebied van Wernicke:
- In de pariëtale kwab, sensorisch spraakcentrum
- Gespecialiseerd in de herkenning van spraakklanken en betekenis van taal
Corpus striatum:
- Een gebied in de grote hersenen dat onder de schors van de grote hersenen ligt
- Is onderdeel van de regelkring voor het versterken, afremmen en bijsturen van de
motorische activiteit die uitgaat van de cortex cerebri
- Bestaat uit het putamen en de nucleus caudatus
3
, 4