100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting AM: mk zenuwstelsel/farmacotherapie (minor AM HvA)

Rating
5.0
(1)
Sold
4
Pages
21
Uploaded on
07-01-2022
Written in
2021/2022

Een duidelijke samenvatting van het vak mk zenuwstelsel/farmacotherapie, gemaakt aan de hand van de leerdoelen. Alle stof uit de beschreven literatuur en colleges is in de samenvatting verwerkt. Inclusief illustraties om de tekst te verduidelijken en links naar filmpjes die alles nog een keer uitleggen. Succes met leren!

Show more Read less
Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 7, 2022
Number of pages
21
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Minor AM: samenvatting MK neurologie en farmacologie
Bijeenkomst 1: soorten zenuwcellen en de actiepotentiaal

1. De opbouw van een neuron en de functie van de verschillende delen
Een neuron bestaat uit:
1. Een cellichaam. Bevat organellen die energie leveren en organische verbindingen vormen,
2. Verschillende vertakte, gevoelige dendrieten, die binnenkomende signalen opvangen
3. Een lang axon dat uitgaande signalen geleidt in de richting van een of meer synapsknoppen
4. Een of meer synapsknoppen. Bij elke synapsknop communiceert het neuron met een andere cel.


In de meeste neuronen zijn geen centriolen aanwezig.
De neuronen kunnen zich dus niet delen en kunnen bij
verwonding of ziekte dus ook niet worden vervangen.
Alleen de regeneratie van reukzintuigcellen in de neus is
mogelijk.

De lichaampjes van Nissl bestaan uit groepen ruw ER en
vrije ribosomen. Deze lichaampjes zijn verantwoordelijk
voor de kleur van de grijze stof.



2. De neuronen ingedeeld naar soort en functie

Indeling van neuronen naar bouw
• Multipolair neuron: twee of meer dendrieten en een axon.
® Alle motorische zenuwcellen zijn multipolair
® Komen het meeste voor

• Unipolair neuron: de dendrieten en het axon lopen in elkaar over +
het cellichaam ligt aan een zijde.
® De actiepotentiaal bij een unipolair neuron begint bij het uiteinde van de dendrieten. De rest van de
uitloper wordt als een axon beschouwd.
® De meeste sensibele neuronen van het perifere zenuwstelsel zijn unipolair

• Bipolair neuron: twee uitlopers, een dendriet en een axon met het cellichaam daartussenin.
® Komen voor in speciale zintuigen, waar ze informatie omtrent zien, ruiken of horen doorgeven.

Indeling van neuronen naar functie
• Sensibele/afferente neuronen.
® Ontvangen informatie van zintuigcellen die het uitwendige en inwendige milieu waarnemen en daarna de
informatie naar andere neuronen in het CZS doorgeven (ruggenmerg of hersenen).
® 3 typen somatische zintuigen registreren de informatie:
- Externe receptoren: leveren informatie omtrent de uitwendige omgeving in de vorm van aanraking,
temperatuur, druk, reuk, zicht, evenwicht en gehoor.
- Proprioreceptoren: registreren de positie en beweging van skeletspieren en gewrichten.
- Viscerale/interen receptoren: registreren de activiteiten van diverse stelsels en zorgen voor
gewaarwording van verwijding, diepe druk en pijn.

• Motorische neuronen
® Geleiden impulsen vanuit het CZS naar andere weefsels, organen en orgaanstelsels.
® De perifere doelcellen waarmee ze in verbinding staan noemt men effectoren.
- Somatische motorische neuronen: verbonden met effectoren van skeletspieren
- Visceromotorische neuronen: verbonden met overige effectoren (hartspier, glad spierweefsel, klieren)

• Schakelcellen (associatieneuronen)
® Bevinden zich in de hersenen en het ruggenmerg.
® Verbinden andere neuronen. Ze zijn verantwoordelijk voor het doorschakelen van sensorische informatie
en voor de coördinatie van motorische activiteit.

,3. De gliacellen ingedeeld naar soort en functie

De 4 typen neurogliacellen in het CZS
• Astrocyten
® Vormen samen met de endotheelcellen van de haarvaten de bloedhersenbarrière.
® Verbinden neuronen met de capillairen. Laten vooral vet oplosbare stoffen door, andere stoffen selectief.
Cytostatica en sommige antibiotica passeren niet, drugs, alcohol en hypnotica (propofol) wel.
® Geven stoffen af die noodzakelijk zijn voor het handhaven van de bloed-hersenbarrière. Hierdoor worden
de haarvaten van het CZS ondoorlaatbaar voor veel stoffen die het functioneren van de neuronen zouden
kunnen belemmeren.
® Vormen een structureel raamwerk voor neuronen van het CZS en verrichten reparaties in beschadigde
zenuwweefsels.

• Oligodendrocyten
® Vormen een beschermende laag rondom de axonen van de neuronen. Deze laag versnelt de
signaaloverdracht (snelheid waarmee een actiepotentiaal zich langs het axon voortplant).
® Maakt dat de witte stof van het CZS een witte kleur heeft.

• Microgliacellen (immuuncellen)
® Fagocyterende cellen die zijn ontstaan uit witte
bloedcellen. Verrichten beschermende functies zoals
het insluiten van celfragmenten en ziekteverwekkers.

• Ependymcellen
® Vormen de binnenbekleding van de hersenholtes
(ventrikels) en het centrale ruggenmergkanaal.
® Het ependym vormt cerebrospinale vloeistof (CSF).

De 2 typen neurogliacellen in het PZS
• Satellietcellen
® Omgeven en ondersteunen de cellichamen in het
perifere zenuwstelsel (zelfde als de astrocyten in het
CZS).

• Schwancellen
® Omgeven elk axon buiten het CZS.

4. Manieren van transport van deeltjes over de celmembraan
Twee manieren van geleiding:

• Ononderbroken geleiding: de overmaat aan positief geladen ionen verspreiden zich langs het binnenste
oppervlak van de membraan, doordat ze door de omringende negatieve ladingen worden aangetrokken. Dit
depolariseert aangrenzende gedeelten van de membraan en wanneer de drempel-waarde bereikt is ontstaat
er op deze plaatsen een actiepotentiaal. Het proces gaat door via een kettingreactie.
® ‘Langzame’ geleiding.
® Vindt plaats bij ongemyeliniseerde axonen.
• Saltatoire impulsgeleiding: de actiepotentiaal springt van knoop tot knoop, waarbij het tussengelegen
gemyeliniseerde membraanoppervlak wordt overgeslagen.
® ‘Snelle’ geleiding.




https://www.youtube.com/neuro
https://www.youtube.com/jufdanielle

, 5. De factoren die de membraanpotentiaal veroorzaken

1. Depolarisatie tot drempelwaarde. https://www.youtube.com/watch?v=8
2. Activatie van natriumkanalen en snelle depolarisatie. oXnDc3KmSs&t=193s
3. Inactivatie van natriumkanalen en activatie van kaliumkanalen.
4. De kaliumkanalen sluiten zich.
5. Rustpotentiaal.




1. 2. 3. 4. 5.

6. Beschrijven wat ionkanalen zijn
De plasmamembraan heeft een selectieve
doorlaatbaarheid. De ionen kunnen de cel alleen in- of
uitgaan met behulp van kanalen in de membraan en/of
transporteiwitten. Er zijn verschillende
ionkanalen/membraankanalen:
- Leak channels: deze staan altijd open
- Gated channels: gaan open en dicht onder
specifieke omstandigheden
- Natriumkaliumpomp: deze ionenpomp wisselt drie
natriumionen in het cytoplasma uit tegen twee
kaliumionen in de extracellulaire vloeistof.

In de meeste gevallen opent een prikkel ionkanalen die
gesloten zijn wanneer de plasmamembraan zijn
rustpotentiaal heeft. Door het openen van deze kanalen
verplaatsen de ionen zich sneller door de
plasmamembraan en verandert de membraanpotentiaal.

7. Beschrijven wat lokale potentialen zijn

Een actiepotentiaal begint wanneer het plasmamembraan bij het initiële segment tot de drempelwaarde (van -70 tot -
60 mV) depolariseert en eindigt met een terugkeer tot de rustpotentiaal (-70 mV).
Vanaf het moment dat de natriumkanalen zich bij de drempelwaarde openen, tot de repolarisatie (terugkeer tot
rustpotentiaal) is voltooid, kan de membraan niet op verdere prikkeling reageren refractaire periode. Deze periode
beperkt de snelheid waarmee actiepotentialen in een exciteerbare membraan kunnen worden opgewekt.

De structuur van een synaps en impulsoverdracht bij een synaps
Een synaps is een plaats waar communicatie tussen cellen plaatsvindt via het vrijmaken van chemische stoffen die
neurotransmitters worden genoemd. Een synaps waar neuronen met andere celtypen in verbinding staan wordt een
neuro-effectorverbinding genoemd.



Communicatie tussen neuronen en andere cellen vindt bij een
synaps in een richting plaats. De impuls passeert vanaf de
synapsknop van het presynaptische neuron naar het
postsynaptische neuron. Elke synapsknop bevat synapsblaasjes
die elk enkele duizenden moleculen van een bepaalde
neurotransmitter bevatten. Daarna diffundeert de neurotransmitter
door de synapsspleet en bindt zich aan receptoren op de
postsynaptische membraan.

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
1 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
mirtevanstroe Hogeschool van Amsterdam
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
53
Member since
6 year
Number of followers
38
Documents
20
Last sold
1 week ago

3.9

10 reviews

5
4
4
3
3
2
2
0
1
1

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions