1. Gezins- en contextbegeleiding: een eerste situering.............................................................3
1.1 Het gezin: een poging tot definitie....................................................................................3
1.2 De geschiedenis van het gezin..........................................................................................3
1.3 De gezinskenmerken.........................................................................................................4
1.4 Gezinsvormen...................................................................................................................5
1.5 Gezins- en contextbegeleiding: what’s in a name............................................................5
2. Family centered model (ppt)...................................................................................................6
Hulpverleningsprincipes vanuit Family- Centered Model......................................................8
3. De algemene systeemtheorie.................................................................................................9
3.1 Het verha al van Marcus...................................................................................................9
3.2 Met welke bril kijken we naar het verhaal van Marcus?................................................10
3.3 Geschiedenis van de Algemene Systeemtheorie............................................................10
3.4 Het begrip ‘systeem’.......................................................................................................10
3.5 Belangrijkste uitgangspunten vd systeemtheorie..........................................................11
3.6 Belangrijkste begrippen uit de AST.................................................................................12
3.7 Besluit: AST is inhoudsloos..............................................................................................13
4. De structuurgerichte benadering..........................................................................................13
4.1 Inleiding...........................................................................................................................13
4.2 Ontstaan van de structuurgerichte benadering.............................................................14
4.3 Drie sleutelbegippen: proces, structuur en functie........................................................14
4.4 De gezinsstructuur en pathologie...................................................................................14
4.5 Kenmerken van een functioneel systeem.......................................................................15
Gezinskaarten........................................................................................................................16
4.6 De levenscyclus van een gezin (beperkt te kennen).......................................................17
4.7 Werken met gezinnen.....................................................................................................18
5. De contextuele theorie.........................................................................................................20
5.1 Inleiding...........................................................................................................................20
5.2 De vier dimensies............................................................................................................21
5.3 Enkele contextuele begrippen vanuit de 4de dimensie...................................................22
5.4 Een basishouding vanuit de contextuele hulpverlening.................................................27
Genogrammen......................................................................................................................32
6. Ouder worden van een kind met een beperking..................................................................32
6.1 Inleiding...........................................................................................................................32
6.2 Aanvaarden dat je kind een beperking heeft?................................................................32
7. CIG: Centrum Integrale Jeugd- en Gezinszorg......................................................................35
1
, 1. WAT is een CIG?................................................................................................................35
2. Visie en werking CIG..........................................................................................................37
3. Infant Mental Health (IMH)...............................................................................................38
4. De Praktijk.........................................................................................................................39
8. Family Quality Of Life............................................................................................................43
8.1 Inleiding: het onstaan van FQOL.....................................................................................43
8.2 Theoretisch model van FQOL..........................................................................................43
9. Broer en zus relatie...............................................................................................................46
9.1 Inleiding...........................................................................................................................46
9.2 Gewone broer zus relatie................................................................................................46
9.3 Brussen............................................................................................................................47
9.4 Sibling Quality of Life (SIBQOL).......................................................................................49
9.5 Brussenondersteuning....................................................................................................50
10. Gezinnen en echtscheidingen.............................................................................................51
2
, Samenvatting GeCo
1. Gezins- en contextbegeleiding: een eerste situering
1.1 Het gezin: een poging tot definitie
Gezinnen veranderen en evolueren
Van Dale:
Ouders met hun kinderen,
Vrouw of man en kinderen
-> twee generaties
bloedverwantschap
één-oudergezin kan ook
bloedverwantschap moet niet
Ruimere definitie van gezin
Alle samenwerkingsvormen die een herkenbare sociale eenheid op microniveau vormen,
met al dan niet verwante personen die duurzame en affectieve banden hebben en elkaar
onderling steun en verzorging verlenen.
1: heel veel mogelijk
2: herkenbaar voor de buitenwereld dat ze tot 1 groep horen, herkenbaar door dichter bij
elkaar te lopen de communicatie, uiterlijk en kledingstijl
3: biologisch verbonden of niet
4: het is een band dat lang me gaat, kwaliteitsvol, een emotionele band
5: plaats waar je elkaar kan vertrouwen, een warme plaats,
Definitie in het Family Quality of Life model
Immediate family (gezin) are those people who are closely involved in the day-to-day affairs
of your household and who support each other on a regular basis. Family members may be
related by blood or by close relationship.
1.2 De geschiedenis van het gezin
DE geschiedenis bestaat niet verschilt van land tot land, en tijd tot tijd
4 periodes
1875-1945: het gezin is de hoeksteen vd samenleving
Data niet exact kennen, maar kunnen situeren (voor wereldoorlogen en tijdens)
Gezinnen zijn fundament van de samenleving
Christelijk geloof bepaalt sterk het dagelijks leven van en in gezinnen
Enige juiste plek voor seksualiteit en voortplanting, voor opvoeding en
geloofsoverdracht
Gezin met een huisvrouw, met een christelijke ingeving
1945-1960: het gezin in wederopbouw
3
, Na WO
Wederopbouw samenleving nodig : aandacht voor gezinsbeleid (veel armoede na
WO)
Aandacht voor goede huisvesting en toereikend gezinsinkomen
Verzorgingstaat kwam tot bloei: enkel goed functionerende gezinnen kunnen
bijdragen aan de wederopbouw van het land
Gezinsgericht werken in de hulpverlening komt stilaan op gang
Eerste allochtone gezinnen in Vlaanderen
Gastarbeiders, en eerste gezinnen met migratie achtergrond
1960-1980: Het gezin onder druk
Gezinstheorieën in volle ontwikkeling
Opkomst systeemtheorie en contextuele theorie
Concept gezin wordt echter uitgedaagd door de seksuele revolutie en de emancipatie
rollenpatronen worden in vraag gesteld
Meer uitgebreide theorieën rond de gezinnen en ondersteuning
Vrouwen gaan werken Ontstaan kinderopvangdiensten
Anticonceptie
Ontstaan andere leefvormen naast traditionele gezin
- Eenoudergezinnen, lat-relaties, commune-achtige leefvormen…
Allochtone gezinnen nemen in omvang toe, wnr eerste kinderen vd 2 de generatie in
Vlaanderen geboren worden
Vanaf 1990 tot nu…: het gezin terug een hoeksteen?
Alternatieve gezinsvormen
Gezinsvervangende hulpverlening (pleeg gezin, leefgroepen)
Belang van ‘het veilige gezin’
4 periodes beknopt
Eerst: traditioneel gezin, de basis, christendom heeft grote invloed
Tweede: wederopbouw na de oorlog, gezinnen worden ondersteund
Derde: seksuele revolutie, emancipatie vd vrouw, verschillende gezi
nsvormen mogelijk
Vierde: veilig gezin waar mensen terecht kunnen, hulpverlening
1.3 De gezinskenmerken
Socio-demografische kenmerken
4
1.1 Het gezin: een poging tot definitie....................................................................................3
1.2 De geschiedenis van het gezin..........................................................................................3
1.3 De gezinskenmerken.........................................................................................................4
1.4 Gezinsvormen...................................................................................................................5
1.5 Gezins- en contextbegeleiding: what’s in a name............................................................5
2. Family centered model (ppt)...................................................................................................6
Hulpverleningsprincipes vanuit Family- Centered Model......................................................8
3. De algemene systeemtheorie.................................................................................................9
3.1 Het verha al van Marcus...................................................................................................9
3.2 Met welke bril kijken we naar het verhaal van Marcus?................................................10
3.3 Geschiedenis van de Algemene Systeemtheorie............................................................10
3.4 Het begrip ‘systeem’.......................................................................................................10
3.5 Belangrijkste uitgangspunten vd systeemtheorie..........................................................11
3.6 Belangrijkste begrippen uit de AST.................................................................................12
3.7 Besluit: AST is inhoudsloos..............................................................................................13
4. De structuurgerichte benadering..........................................................................................13
4.1 Inleiding...........................................................................................................................13
4.2 Ontstaan van de structuurgerichte benadering.............................................................14
4.3 Drie sleutelbegippen: proces, structuur en functie........................................................14
4.4 De gezinsstructuur en pathologie...................................................................................14
4.5 Kenmerken van een functioneel systeem.......................................................................15
Gezinskaarten........................................................................................................................16
4.6 De levenscyclus van een gezin (beperkt te kennen).......................................................17
4.7 Werken met gezinnen.....................................................................................................18
5. De contextuele theorie.........................................................................................................20
5.1 Inleiding...........................................................................................................................20
5.2 De vier dimensies............................................................................................................21
5.3 Enkele contextuele begrippen vanuit de 4de dimensie...................................................22
5.4 Een basishouding vanuit de contextuele hulpverlening.................................................27
Genogrammen......................................................................................................................32
6. Ouder worden van een kind met een beperking..................................................................32
6.1 Inleiding...........................................................................................................................32
6.2 Aanvaarden dat je kind een beperking heeft?................................................................32
7. CIG: Centrum Integrale Jeugd- en Gezinszorg......................................................................35
1
, 1. WAT is een CIG?................................................................................................................35
2. Visie en werking CIG..........................................................................................................37
3. Infant Mental Health (IMH)...............................................................................................38
4. De Praktijk.........................................................................................................................39
8. Family Quality Of Life............................................................................................................43
8.1 Inleiding: het onstaan van FQOL.....................................................................................43
8.2 Theoretisch model van FQOL..........................................................................................43
9. Broer en zus relatie...............................................................................................................46
9.1 Inleiding...........................................................................................................................46
9.2 Gewone broer zus relatie................................................................................................46
9.3 Brussen............................................................................................................................47
9.4 Sibling Quality of Life (SIBQOL).......................................................................................49
9.5 Brussenondersteuning....................................................................................................50
10. Gezinnen en echtscheidingen.............................................................................................51
2
, Samenvatting GeCo
1. Gezins- en contextbegeleiding: een eerste situering
1.1 Het gezin: een poging tot definitie
Gezinnen veranderen en evolueren
Van Dale:
Ouders met hun kinderen,
Vrouw of man en kinderen
-> twee generaties
bloedverwantschap
één-oudergezin kan ook
bloedverwantschap moet niet
Ruimere definitie van gezin
Alle samenwerkingsvormen die een herkenbare sociale eenheid op microniveau vormen,
met al dan niet verwante personen die duurzame en affectieve banden hebben en elkaar
onderling steun en verzorging verlenen.
1: heel veel mogelijk
2: herkenbaar voor de buitenwereld dat ze tot 1 groep horen, herkenbaar door dichter bij
elkaar te lopen de communicatie, uiterlijk en kledingstijl
3: biologisch verbonden of niet
4: het is een band dat lang me gaat, kwaliteitsvol, een emotionele band
5: plaats waar je elkaar kan vertrouwen, een warme plaats,
Definitie in het Family Quality of Life model
Immediate family (gezin) are those people who are closely involved in the day-to-day affairs
of your household and who support each other on a regular basis. Family members may be
related by blood or by close relationship.
1.2 De geschiedenis van het gezin
DE geschiedenis bestaat niet verschilt van land tot land, en tijd tot tijd
4 periodes
1875-1945: het gezin is de hoeksteen vd samenleving
Data niet exact kennen, maar kunnen situeren (voor wereldoorlogen en tijdens)
Gezinnen zijn fundament van de samenleving
Christelijk geloof bepaalt sterk het dagelijks leven van en in gezinnen
Enige juiste plek voor seksualiteit en voortplanting, voor opvoeding en
geloofsoverdracht
Gezin met een huisvrouw, met een christelijke ingeving
1945-1960: het gezin in wederopbouw
3
, Na WO
Wederopbouw samenleving nodig : aandacht voor gezinsbeleid (veel armoede na
WO)
Aandacht voor goede huisvesting en toereikend gezinsinkomen
Verzorgingstaat kwam tot bloei: enkel goed functionerende gezinnen kunnen
bijdragen aan de wederopbouw van het land
Gezinsgericht werken in de hulpverlening komt stilaan op gang
Eerste allochtone gezinnen in Vlaanderen
Gastarbeiders, en eerste gezinnen met migratie achtergrond
1960-1980: Het gezin onder druk
Gezinstheorieën in volle ontwikkeling
Opkomst systeemtheorie en contextuele theorie
Concept gezin wordt echter uitgedaagd door de seksuele revolutie en de emancipatie
rollenpatronen worden in vraag gesteld
Meer uitgebreide theorieën rond de gezinnen en ondersteuning
Vrouwen gaan werken Ontstaan kinderopvangdiensten
Anticonceptie
Ontstaan andere leefvormen naast traditionele gezin
- Eenoudergezinnen, lat-relaties, commune-achtige leefvormen…
Allochtone gezinnen nemen in omvang toe, wnr eerste kinderen vd 2 de generatie in
Vlaanderen geboren worden
Vanaf 1990 tot nu…: het gezin terug een hoeksteen?
Alternatieve gezinsvormen
Gezinsvervangende hulpverlening (pleeg gezin, leefgroepen)
Belang van ‘het veilige gezin’
4 periodes beknopt
Eerst: traditioneel gezin, de basis, christendom heeft grote invloed
Tweede: wederopbouw na de oorlog, gezinnen worden ondersteund
Derde: seksuele revolutie, emancipatie vd vrouw, verschillende gezi
nsvormen mogelijk
Vierde: veilig gezin waar mensen terecht kunnen, hulpverlening
1.3 De gezinskenmerken
Socio-demografische kenmerken
4