Examenvragen bestuursrecht
, Examenvragen tweede zittijd 2020 – 2021 + modelantwoorden van de proffen
Vraag 2 op 4 punten
De UGent is eigenaar van een braakliggend terrein niet zo ver gelegen van het UFO in de Sint-
Pietersnieuwstraat waar zij een nieuwe zeer ruime parking wenst te laten uitbaten door een private
partner. De huidige, veel kleinere, parking gelegen aan en onder het UFO wordt reeds uitgebaat door een
private marktspeler, Parkeerbedrijf, die daar elke maand een vaste maandelijkse vergoeding voor krijgt van
de UGent.
De UGent is ontzettend tevreden van deze samenwerking en wenst de nieuwe, nog te bouwen, parking,
ook te laten uitbaten door Parkeerbedrijf. Parkeerbedrijf gaat gretig in op deze vraag en stelt voor dat de
UGent hiervoor aan Parkeerbedrijf een opstalrecht verleent op het terrein voor 30 jaar. Vervolgens zal
Parkeerbedrijf zelf een architect aanstellen voor het ontwerpen van de parking. Parkeerbedrijf garandeert
dat de UGent alle inspraak zal krijgen bij de opmaak van het ontwerp. Voor de bouw van de parking stelt
Parkeerbedrijf voor deze te laten uitvoeren door een aannemer waarmee Parkeerbedrijf reeds jarenlang
een goede relatie heeft. Parkeerbedrijf zal verder de kosten van de architect en aannemer betalen en stelt
dat hierdoor de wetgeving overheidsopdrachten of concessies niet zou moeten worden toegepast.
Parkeerbedrijf is immers zelf geen aanbestedende overheid. De UGent moet nadien wel aan het
Parkeerbedrijf een jaarlijkse opstalvergoeding betalen (berekend op de investeringskosten voor de bouw
van de parking, verhoogd met een redelijke winstmarge). De UGent vindt dit allemaal zeer interessant,
maar wenst toch enige juridische zekerheid en stelt u volgende vragen:
Betreft de reeds bestaande opdracht van de UGent aan het Parkeerbedrijf voor de kleine parking een
overheidsopdracht of een concessie ? Verklaar je antwoord.
Het betreft een overheidsopdracht: er wordt verwezen naar een vaste vergoeding, zodat het
exploitatierisico niet bij Parkeerbedrijf lijkt te liggen.
, Examenvragen tweede zittijd 2020 – 2021 + modelantwoorden van de proffen
Vraag 2 op 4 punten
De UGent is eigenaar van een braakliggend terrein niet zo ver gelegen van het UFO in de Sint-
Pietersnieuwstraat waar zij een nieuwe zeer ruime parking wenst te laten uitbaten door een private
partner. De huidige, veel kleinere, parking gelegen aan en onder het UFO wordt reeds uitgebaat door een
private marktspeler, Parkeerbedrijf, die daar elke maand een vaste maandelijkse vergoeding voor krijgt van
de UGent.
De UGent is ontzettend tevreden van deze samenwerking en wenst de nieuwe, nog te bouwen, parking,
ook te laten uitbaten door Parkeerbedrijf. Parkeerbedrijf gaat gretig in op deze vraag en stelt voor dat de
UGent hiervoor aan Parkeerbedrijf een opstalrecht verleent op het terrein voor 30 jaar. Vervolgens zal
Parkeerbedrijf zelf een architect aanstellen voor het ontwerpen van de parking. Parkeerbedrijf garandeert
dat de UGent alle inspraak zal krijgen bij de opmaak van het ontwerp. Voor de bouw van de parking stelt
Parkeerbedrijf voor deze te laten uitvoeren door een aannemer waarmee Parkeerbedrijf reeds jarenlang
een goede relatie heeft. Parkeerbedrijf zal verder de kosten van de architect en aannemer betalen en stelt
dat hierdoor de wetgeving overheidsopdrachten of concessies niet zou moeten worden toegepast.
Parkeerbedrijf is immers zelf geen aanbestedende overheid. De UGent moet nadien wel aan het
Parkeerbedrijf een jaarlijkse opstalvergoeding betalen (berekend op de investeringskosten voor de bouw
van de parking, verhoogd met een redelijke winstmarge). De UGent vindt dit allemaal zeer interessant,
maar wenst toch enige juridische zekerheid en stelt u volgende vragen:
Betreft de reeds bestaande opdracht van de UGent aan het Parkeerbedrijf voor de kleine parking een
overheidsopdracht of een concessie ? Verklaar je antwoord.
Het betreft een overheidsopdracht: er wordt verwezen naar een vaste vergoeding, zodat het
exploitatierisico niet bij Parkeerbedrijf lijkt te liggen.