EXCEL OEFENING CENTRUM- EN SPREIDINGSSMATEN
oefening 1:
A) bereken het rekenkundig gemiddelde en de mediaan.
A.1) doe de berkening zonder de functies van excel te gebruiken.
--> rek. gem. : (10+14+16+16+17+18+10+17+235+12+16+14+18)/13
--> me. : 10, 10, 12, 14, 14, 16, 16, 16, 17, 17, 18, 18, 235 = 16
A.2) en doe ze dan mét functies van excem.
--> rek. gem. : =AVERAGE(A7:A19)
--> me. : =MEDIAN(A7:A19)
A.3) is gemiddelde of mediaan de meest relevante 'centrale waarde'? waarom?
--> mediaan is de beste centrummaat want wordt niet beïnvloed door extreme
waarde(n).
B.1) bepaal Q1 en P65 zonder excel funcites te gebruiken.
--> Q1 : bij EVEN getallen: zoals mediaan rangschikken, en in 2 gelijke groepen
verdelen,
daarvan het middelste getal, bij deel 1 is dat dan Q1, en het tweede deel is Q3.
VB: 3 8 11 | 14 17 21 8 = Q1, 17 = Q3
bij ONEVEN getallen: net hetzelfde (in groepen verdelen) de mediaan
schrappen, de 2
middelste optellen en delen door 2
VB: 3 8 11 11 14 | 17| 21 22 22 27 35 17 = mediaan, (8+11)/2 = 8 = Q1,
(22+22)/2 = 22 = Q3
--> P65 : = 0,65 * n (het aantal) (dit geval 13)
B.2) bepaal Q1 en P65 via excelfuncties.
--> Q1: =QUARTILE(A7:A19;1)
--> P65: =PERCENTILE(A7:A19;0,65)
B.3) leg in woorden uit wat die twee waarden zijn.
--> Q1= 25% van de salarissen is niet hoger dan 15 en 75% is wel hoger.
--> P65= 65% van de salarissen is niet hoger dan 16,6 en 35% is wel hoger.
oefening 2:
A.1) bereken het rekenkundig gemiddelde en de modus en de mediaan.
--> rek. gem. : =AVERAGE(A38:D45)
--> modus : =MODE(A38:D45)
--> mediaan : =MEDIAN(A38:D45)
A.2) wat is het verschil tussen de modus en de mediaan?
A.3) waarvoor kon je elk van die gegevens gebruiken? (in winkel, in fabriek,...)
--> rek. gem. : bruikbaar in fabriek bij bestelling ruw leder en plastiek.
--> modus : wordt het meest verkocht. dus ook meest e produceren. kan je ook best
op de reclamefoto zetten.
--> mediaan : is de meest centrale schoenmaat, zonder rekening te houden met enige
extremen, mochten die
er zijn. vermits er geen extremen optraden, is dit niet meer of minder informatief
da het gemiddelde.
B) bereken P25, P65, D3 en D8 en interpreteer.
--> P25 : =PERCENTILE(A68:D45;0.25) 25% van de verkochte schoenen heeft maat 39 en
75% heeft maat >39
--> P65 : =PERCENTILE'A38:D45;0.65) 65% van de verkochte schoenen heeft maat 42 en
35% heeft maat >42
oefening 1:
A) bereken het rekenkundig gemiddelde en de mediaan.
A.1) doe de berkening zonder de functies van excel te gebruiken.
--> rek. gem. : (10+14+16+16+17+18+10+17+235+12+16+14+18)/13
--> me. : 10, 10, 12, 14, 14, 16, 16, 16, 17, 17, 18, 18, 235 = 16
A.2) en doe ze dan mét functies van excem.
--> rek. gem. : =AVERAGE(A7:A19)
--> me. : =MEDIAN(A7:A19)
A.3) is gemiddelde of mediaan de meest relevante 'centrale waarde'? waarom?
--> mediaan is de beste centrummaat want wordt niet beïnvloed door extreme
waarde(n).
B.1) bepaal Q1 en P65 zonder excel funcites te gebruiken.
--> Q1 : bij EVEN getallen: zoals mediaan rangschikken, en in 2 gelijke groepen
verdelen,
daarvan het middelste getal, bij deel 1 is dat dan Q1, en het tweede deel is Q3.
VB: 3 8 11 | 14 17 21 8 = Q1, 17 = Q3
bij ONEVEN getallen: net hetzelfde (in groepen verdelen) de mediaan
schrappen, de 2
middelste optellen en delen door 2
VB: 3 8 11 11 14 | 17| 21 22 22 27 35 17 = mediaan, (8+11)/2 = 8 = Q1,
(22+22)/2 = 22 = Q3
--> P65 : = 0,65 * n (het aantal) (dit geval 13)
B.2) bepaal Q1 en P65 via excelfuncties.
--> Q1: =QUARTILE(A7:A19;1)
--> P65: =PERCENTILE(A7:A19;0,65)
B.3) leg in woorden uit wat die twee waarden zijn.
--> Q1= 25% van de salarissen is niet hoger dan 15 en 75% is wel hoger.
--> P65= 65% van de salarissen is niet hoger dan 16,6 en 35% is wel hoger.
oefening 2:
A.1) bereken het rekenkundig gemiddelde en de modus en de mediaan.
--> rek. gem. : =AVERAGE(A38:D45)
--> modus : =MODE(A38:D45)
--> mediaan : =MEDIAN(A38:D45)
A.2) wat is het verschil tussen de modus en de mediaan?
A.3) waarvoor kon je elk van die gegevens gebruiken? (in winkel, in fabriek,...)
--> rek. gem. : bruikbaar in fabriek bij bestelling ruw leder en plastiek.
--> modus : wordt het meest verkocht. dus ook meest e produceren. kan je ook best
op de reclamefoto zetten.
--> mediaan : is de meest centrale schoenmaat, zonder rekening te houden met enige
extremen, mochten die
er zijn. vermits er geen extremen optraden, is dit niet meer of minder informatief
da het gemiddelde.
B) bereken P25, P65, D3 en D8 en interpreteer.
--> P25 : =PERCENTILE(A68:D45;0.25) 25% van de verkochte schoenen heeft maat 39 en
75% heeft maat >39
--> P65 : =PERCENTILE'A38:D45;0.65) 65% van de verkochte schoenen heeft maat 42 en
35% heeft maat >42