100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Literatuur kwalitatief onderzoek samenvatting

Rating
-
Sold
-
Pages
18
Uploaded on
30-12-2021
Written in
2021/2022

Samenvatting van de literatuur van het vak M&T2 over het kwalitatief onderzoek.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 1 t/m 4, 6, 7, 11 t/m 14
Uploaded on
December 30, 2021
Number of pages
18
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

M&T 2 Literatuur samenvatting
Boek ‘Kwalitatieve methoden en technieken in de Criminologie’

Inhoud
Hoofdstuk 1: Kwalitatief onderzoek en criminologische theorie........................................................1
Hoofdstuk 2: Het kwalitatief onderzoeksdesign.................................................................................3
Hoofdstuk 3: Methodologische kwaliteit in het kwalitatief onderzoek..............................................5
Hoofdstuk 4: De gevalstudie...............................................................................................................7
Hoofdstuk 6: Focusgroepen................................................................................................................9
Hoofdstuk 7: Etnografie en participerende observatie.....................................................................11
Hoofdstuk 11: Kwalitatief onlineonderzoek.....................................................................................15
Hoofdstuk 1: Kwalitatief onderzoek en criminologische theorie.
1. Onderzoeksresultaten moeten in een context, een theorie, geplaats worden om bij te dragen
aan de wetenschap. Zonder context is het betekenisloos. Wisselwerking tussen theorie en
onderzoek.
2. Theorie; een theorie bestaat uit een systematische en consistente redenring die volgt uit een
generalisering en abstrahering van onderzoeksgegevens, die een mogelijke verklaring
aandraagt en die in zo veel mogelijk toetsbare termen is gevat.
- Sociale constructie bepaalt de interpretatie van feiten.
3. Kwalitatieve methoden voor verstehen.
- Emic perspectief > door etnografisch veldwerk, levensgeschiedenissen, historische
criminologie, narratieve methode (uit verschillende persoonlijke verhalen een groter
verhaal construeren).
4. Etiologie; theorie voor oorzaken van criminaliteit.
Sociale reactiebenaderingen; verklaren welke functie de criminaliteitsbestrijding heeft en
welk effect zij heeft op de aard en omvang van de criminaliteit.
Hoofdverklaringen van criminaliteit (micro-, meso- en macroniveau);
o Genen, hormonen en neurotransmitters
o Antisociale persoonlijkheidsstoornissen
o Rationele keuze en gelegenheid
o Opvoeding en sociaal leren
o Informele sociale controle
o Groeps- en subcultuur
o Buurtinvloeden
o Interactie met sociale reacties
o Armoede, relatieve deprivatie en ‘spanning’
o Cultuur en maatschappijstructuur.
- Keuze voor onderzoeksmethode hangt af van niveau. Kwalitatief vooral voor meso- en
macroniveau > kijken naar de context voor verklaringen.
5. Chicago School; veldwerk doen om een goed beeld te krijgen. Om te weten wat er speelt in
een wijk, moet je de mensen spreken die in de wijk wonen i.p.v. berichtgeving volgen.
- Strain theorie; subcultuur, leren van anderen wat wel en wat niet werkt in een
achterstandswijk.

,6. Labelling; een perspectief waarin criminaliteit wordt gezien als een specifieke vorm van
afwijkend gedrag, dat mede het resultaat is van een proces van strafrechtelijke classificatie
en categorisering.
- Door symbolisch interactionisme (handelingen krijgen betekenis door interactie) van
significant others. Dus criminaliteit is het effect van etiketten > criminogene werking.
- Mortification; afsterving van de identiteit.
Secundaire deviantie is het gevolg van stigmatisering en degradatie. Primaire deviantie is
relatief onschuldig mits de sociale verbinding blijft.
- Strafproces als degradatieceremonie (fouilleren, gevangenzetten).
7. Kritische criminologie; de context van het handelen, cultuur en structuur, moeten ook object
van onderzoek zijn. > politiek-economisch.
- Wisselwerking tussen gedraging en sociale reactie.
- Kritisch omdat;
o Handelings- of actieperspectief.
o Reflexieve benadering van de criminologie.
o Het ter discussie stellen van de heersende maatschappelijke ongelijkheid met
criminaliteit als resultaat.
- New Criminology; deviantie in samenhang met de reacties daarop onderzoeken. Oorzaak
ligt in sociale omstandigheden. Door 7 elementen;
1) Politiek-economische context. De prestaties die van mensen met een
bepaalde rol worden verwacht.
2) Omstandigheden van criminele handelingen > duiding van de
maatschappelijke eisen.
3) Interactieproces waaronder de deviante oplossingsstrategie ontstaat.
Rationele keuze en gelegenheid.
4) Waarom kiest de één wel voor deviantie en de ander niet? Waarom kiest de
maatschappij voor straffen als reactie?
5) Selectiviteit van het strafrechtelijks systeem.
6) Het gevolg van de sociale reactie op een criminele carrière (secundaire
deviantie).
7) Maatschappelijke structuren, gedrag en sociale reacties ontwikkelen zich
tegengesteld in een maatschappelijke deviantietheorie.
o Dit was zeer moeilijk te operationaliseren, dus werd als alternatief
maatschappelijke verhoudingen (relatie tussen cultuur en structuur) onderzocht
vanuit het perspectief van degenen die zich daartegen verzetten.
- Culturele domeinen; de buurt, de familie, de lokale economie. Steeds meer een domein
van strijd door maatschappelijke problemen.
- Merton; strain complementair aan anomie.
8. Social control; maatschappelijke beheersing.
- Volgens Hirschi wordt door maatschappelijke beheersing de maatschappij in evenwicht
gehouden. Volgens Lemert is het juist andersom, er kan pas van een afwijking worden
gesproken wanneer ‘het normale’ geldig wordt gemaakt.
o Passieve beheersing door doorgeven waarden ed.
o Actieve beheersing door psychiatrie, strafrecht.
- Verschillende vormen van sociale controle;
1) Formeel/informeel > afhankelijk van het ingrijpen.
2) Publiek/particulier > uitvoering door overheid of burgers.
3) Reactief/proactief > achteraf of vooraf.

, 4) Expliciet/impliciet > afgedwongen of door overtuigen.
5) Buitensluiten/binnensluiten > deviant buiten de samenleving plaatsen, of gericht op
assimilatie.
6) Openbare ruimte/privésfeer.
- Interviewstijl aanpassen om de verschillende lagen van bijv. veiligheidsgevoel te
ontdekken; actief en methodologisch luisteren.
9. Culturele criminologie gaat door op de kritische criminologie (sociale constructie, identiteit,
cultuur), maar voegt de verleiding van regelovertreding en het expressieve karakter daarvan
toe. Nadruk op etnografische onderzoeksmethoden.
- Zookeeping criminology; bestuderen op veilige afstand.
- Glocalisation; de lokale dimensie in het mondiale, en de mondiale dimensie in het lokale.
- Ontbreekt wel aan diversiteit qua onderzoeksonderwerpen, veelal straatcriminaliteit
door allochtone jongeren. Witteboordencriminaliteit? Vrouwen?
- Objecten als onderzoeksonderwerp, de weg van bijv. diamanten volgen.
Etnografisch onderzoek;
1) Etnografische methoden; langdurige, diepgaande, participatie en observatie van de door
de onderzoeker bestudeerde personen.
a. Mobiele etnografie; multi-sited onderzoek.
b. Etnografische discoursanalyse; de overdracht van betekenis documenteren en
begrijpen > hoe wordt de betekenis van een boodschap tot uitdrukking gebracht.
2) Visuele methode; gericht op media en beelden.
10. Goed onderzoek; theorie als basis voor de onderzoeksvraag. Methode is een logisch gevolg
van de onderzoeksvraag en theoretische basis.



Hoofdstuk 2: Het kwalitatief onderzoeksdesign.
1. Probleemstelling; wetenschappelijke vraag, antwoord vinden d.m.v. onderzoek.
1) Soorten onderzoeksvragen;
o Kwalitatief/kwantitatief; kwalitatief is verklarend (hoe/waarom) vanwege
verbanden, kwantitatief is explorerend (wat/hoeveel/hoe groot).
o Historisch onderzoek; respondenten worden niet beïnvloed of gemanipuleerd.
Bij een experiment is dit wel het geval. Bij kwalitatief onderzoek in principe niet.
2) Onderzoeksdoel; formuleert de relevantie, het belang van het onderzoek en de motivatie
om het onderzoek te doen.
o Motivatie; intellectueel (vanuit het wetenschapsbedrijf, fenomeen begrijpen),
praktisch (bereiken, bijv. evaluatieonderzoek of actieonderzoek), persoonlijk
(intrinsieke motivatie, kan de objectiviteit in gevaar brengen).
o Relevantie;
 Verkennen/exploratief onderzoek; veelal kwalitatief onderzoek.
Ontdekken van nieuwe domeinen, er is een zekere noodzaak om meer te
weten.
 Verklaren; causale verbanden ontdekken door betekenisgeving van
personen te onderzoeken.
 Beschrijven; gedetailleerde beschrijving van een case > verstehen.
 Emanciperen/actieonderzoek; een probleem aanpakken.
o Voor wie is het onderzoek bedoeld? Wetenschappelijke gemeenschap,
beleidsmakers, praktische relevantie.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
Maaikevdk Veluws College Walterbosch
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
55
Member since
7 year
Number of followers
53
Documents
6
Last sold
3 year ago

2.6

13 reviews

5
0
4
2
3
6
2
3
1
2

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions