100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Inleiding Psychologie

Rating
-
Sold
-
Pages
18
Uploaded on
25-12-2021
Written in
2021/2022

Samenvatting inleiding psychologie. Hoofdstuk 1,2,4,5,6,9,11. Social Work , leerjaar 1

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 1,2,4,5,6,9,11
Uploaded on
December 25, 2021
Number of pages
18
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Silvie van der Struik, Psychologie, Hoofdstuk 1,2,4,5,6,9,11


Hoofdstuk 1
Psychologie: wetenschap van gedrag en mentale processen
Psychiatrie: medische gespecialiseerde die zich (met een medische
invalhoek) richt op diagnose en behandeling van mentale stoornissen
Pseudopsychologie: niet-onderbouwende psychologische aannamen
worden als wetenschappelijke waarheden gepresenteerd

6 vaardigheden kritisch denken:
1. Wat is de bron?
2. Is de bewering redelijk of extreem?
3. Wat is het bewijsmateriaal?
anekdotisch bewijsmateriaal: ervaringen van enkele mensen wat
vervolgens onterecht wordt gebruikt als bewijsmateriaal
4. Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias?
bias: vooroordeel op basis van ervaring
 Emotionele bias: neiging om oordelen te baseren op gevoelens i.p.v.
bewijsmateriaal
 Conformation bias: neiging informatie die niet bij jouw standpunt
aansluit te negeren
5. Worden veel voorkomende denkfouten vermeden?
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken
nodig?

6 belangrijke perspectieven:
1. Scheiding geest en lichaam en biologisch perspectief:
 Descartes: scheiding tussen spirituele geest en fysieke lichaam leidt
tot
 Moderne biologische perspectief: ziet geest als product van
hersenen. Onderzoekt oorzaken gedrag in het functioneren van
genen, hersenen, zenuw- en hormoonstelsel. Hier zijn 2 vormen van
 Neurowetenschap: richt zich op hoe hersenen mentale processen
creëren (gedachten, gevoelens, herinneringen etc.)
 Evolutionaire psychologie: beschouwt gedrag en mentale processen
op basis van genetische aanpassingen aan overleving en
voortplanting
2. Wetenschappelijke psychologie en moderne cognitieve perspectief:
 Introspectie: beschrijven innerlijke bewuste ervaring
 Structuralisme: elementaire structuren en gedachte van geest aan
licht brengen
 Functionalisme: psychologisch processen bekijken in licht van hun
adaptieve nut en functie
 Cognitieve perspectief: nadruk ligt op cognitie (=mentale processen
zoals waarnemingen, perspectief ,interpretaties en verwachtingen).
Iemands gedachte en handelingen zijn resultaat van uniek cognitief
patroon van waarnemingen en interpretaties van ervaringen.
3. Behavioristische perspectief:
 Gekeken naar gedrag en naar de omstandigheden die dit gedrag
beïnvloeden

,Silvie van der Struik, Psychologie, Hoofdstuk 1,2,4,5,6,9,11


4. Perspectief vanuit gehele persoon
 Psychodynamische psychologie: legt nadruk op onbewuste
behoefte, verlangens, herinneringen en conflicten
 Humanistisch psychologie: legt nadruk op groei, potentie en vrije wil
 Psychologie van karaktertrekken en temperament: verschil in
mensen komt door verschil in stabiele kenmerken
(karakterkenmerken) en neigingen (temperament)
5. Ontwikkelingsperspectief:
 Psychologische verandering is gevolg van interactie tussen erfelijke
eigenschapen en invloed van onze omgeving
 Nature en nurture
6. Socioculturele perspectief:
 Legt nadruk op sociale invloed. Wat voor invloed hebben mensen op
elkaar
 Cultuur: complexe mix van taal, opvattingen, waarden, tradities en
gewoonten die invloed heeft op sociale invloed

Wetenschappelijke methode: uit vier stappen bestaande procedure voor
empirisch onderzoek. Empirisch onderzoek wordt objectieve informatief
verzameld door metingen die zijn gebaseerd op sensorische ervaringen en
beelden. Vier stappen:
1. Hypothese ontwikkelen
 Alle variabelen zijn gedefinieerd in concrete termen (=operationele
definities)
2. Objectieve data verzamelen
 Experimentele conditie: omstandigheden waaraan leden van
experimentele groep worden blootgesteld
Experimentele groep: proefpersonen
 Controleconditie: omstandigheden waaraan controlegroep wordt
blootgesteld
controlegroep :proefpersoon die als vergelijkingsmateriaal van
experimentele groep wordt gebruikt
 Onafhankelijke variabele: variabel is onafhankelijk van alle andere
omstandigheden
 Afhankelijke variabel: variabel het gevolg is van onafhankelijke
 Randomisering: in gedeeld worden in groep op pure toeval
3. Resultaten analyseren
 Waargenomen resultaten significant of niet
4. Resultaat publiceren, bekritiseren en repliceren
 Repliceren: opnieuw uitvoeren onderzoek om te kijken of het
dezelfde uitkomst krijgt

5 soorten psychologisch onderzoek
1. Experiment: gebruik van vergelijkbare groepen, alle
omstandigheden worden gecontroleerd en rechtstreeks
gemanipuleerd
2. Correlatieonderzoek: relatie tussen variabelen wordt onderzocht
 Geen correlatie: geen relatie met elkaar
 Positieve correlatie: variabelen variëren tegelijkertijd in zelfde
richting

, Silvie van der Struik, Psychologie, Hoofdstuk 1,2,4,5,6,9,11


 Negatieve correlatie: tegelijkertijd in verschillende richtingen
variëren
3. Survey: enquête
4. Natuurlijke observatie: gedrag mens/ dier in hun eigen omgeving
5. Gevalstudie: onderzoek aan enkel object

Dubbelblind onderzoek: onderzoeker en proefpersoon een beide niet welke
onafhankelijke variabele wordt toegediend.
Placebo: deelnemers weten niet of ze een medicijn of placebo
(suikerpillen) krijgen


Hoofdstuk 2
Bio psychologie: bestudeert combinatie van biologie, gedrag en
psychologische processen d.m.v. neuropsychologie

Darwin: staat haaks op creationisme. Bewijs wat Darwin overtuigde:
 Geleidelijke aanpassingen organisme aan omgeving door voorkeur
aan het met het beste mannetje /vrouwtje voort te planten
 Bewezen door fobieën die wij over hebben gehouden van voorouders
bijv. spinnen
 Adaptieve kenmerken: kenmerken ontstaan door aanpassing aan
omgeving

Genen en erfelijkheid
 Fenotype: waarneembare kenmerken organismen
 Genotype: genetisch vastgelegde kenmerken

 Genomen: complete set chromosomen
 Chromosoom: uit DNA bestaande strengen waarlangs genen zijn
gerangschikt
 DNA: bevat alle informatie over erfelijke eigenschappen
 Genen: vormen code voor erfelijke eigenschappen

 Histoon: eiwit waar DNA zich om heen wikkelt, zorgt ervoor dat DNA
minder ruimte in beslag neemt
 Epogenoom: past zich aan aan de omgeving en ervaringen door
genen aan of uit te zetten

Interne communicatie:
 Neuron: gespecialiseerde zenuwcel die informatie ontvangt,
verwerkt en doorgeeft.
1. Sensorische neuron: geleiden signalen van zintuigen naar hersenen.
Zijn je gevoel sensoren
2. Motorische neuron: geleiden signalen van hersenen naar
ruggenmerg naar spieren, organen & klieren. Beweging sensoren
3. Schakelcel: zet sensorische neuronen om in motorische

Werking neuronen:
$8.46
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
silvievdstruik

Get to know the seller

Seller avatar
silvievdstruik Saxion Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
0
Member since
3 year
Number of followers
0
Documents
0
Last sold
-

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions