Methoden en Technieken II (RC206) – Erasmus Universiteit Rotterdam
Verdiepende opdracht OG3
Vraag 1:
Welke analysetechniek, effectmaat en significantietoets zou je gebruiken bij deze
onderzoeksvragen en waarom:
a) Wat is de relatie tussen iemands opleidingsniveau en het aantal delicten dat iemand
pleegt?
Antwoord:
Opleidingsniveau: ordinaal
Aantal delicten dat iemand pleegt: ratio
- Rangcorrelatie
- T-Toets
- Spearman’s R
b) Hebben veelplegers gemiddeld een lager IQ dan niet-veelplegers?
Antwoord:
Veelpleger: nominaal
IQ: interval
- Verschil 2 gemiddelden
- T-toets, onafhankelijk
- Cohen’s d
Vraag 2:
Lane & Meeker (2004) hebben gekeken naar de relatie tussen etniciteit en social disorder,
ervaren risico & angst voor gangcriminaliteit en voorzorgsmaatregelen tegen
gangcriminaliteit (totaal 6 afhankelijke variabelen, zie tabel 2 uit dat artikel).
Verdiepende opdracht OG3
Vraag 1:
Welke analysetechniek, effectmaat en significantietoets zou je gebruiken bij deze
onderzoeksvragen en waarom:
a) Wat is de relatie tussen iemands opleidingsniveau en het aantal delicten dat iemand
pleegt?
Antwoord:
Opleidingsniveau: ordinaal
Aantal delicten dat iemand pleegt: ratio
- Rangcorrelatie
- T-Toets
- Spearman’s R
b) Hebben veelplegers gemiddeld een lager IQ dan niet-veelplegers?
Antwoord:
Veelpleger: nominaal
IQ: interval
- Verschil 2 gemiddelden
- T-toets, onafhankelijk
- Cohen’s d
Vraag 2:
Lane & Meeker (2004) hebben gekeken naar de relatie tussen etniciteit en social disorder,
ervaren risico & angst voor gangcriminaliteit en voorzorgsmaatregelen tegen
gangcriminaliteit (totaal 6 afhankelijke variabelen, zie tabel 2 uit dat artikel).