POUR QUE S’ACTIVENT LES NEURONES
De hersenen hebben een grote capaciteit om neurale verbinding aan te passen en zo bij te leren. Het is aan de
leerkrachten om deze kneedbaarheid te gebruiken om herhaalde neuronale activiteit te bevorderen.
Terwijl we leren worden er nieuwe neurale verbindingen gevormd en de bestaande neurale verbindingen gaan
versterken, verzwakken of zelfs uit elkaar vallen.
Er zijn enkele mechanismen die deze hersenveranderingen beheersen en 1 daarvan is van toepassing op het
schoolonderwijs.
- De neuronen die samen geactiveerd worden, zullen zich samen verbinden.
- Wanneer 2 neuronen dicht genoeg bij elkaar zitten en op gelijktijdige en herhaaldelijke manier
geactiveerd worden, worden er nieuwe verbindingen en geleidelijk een versterking van de efficiëntie
van de verbindingen tussen de betrokken neuronen veroorzaakt.
Le cerveau a une grande capacité à modifier ses connexions neuronales pour s’adapter et apprendre. Aux
enseignant d’utiliser cette plasticité et de favoriser l’activation neuronale répétée.
Pendant que nous apprenons, de nouvelles connexions neuronales peuvent se former et des connexions
existantes peuvent se renforcer, s’affaiblir ou même se défaire.
Il existe un ensemble de mécanismes qui régissent ces modifications cérébrales et l’un d’eux s’applique à la
plupart des apprentissages scolaires.
- Les neurones qui s’activent ensemble se connectent ensemble.
- Si deux neurones sont assez près l’un de l’autre et qu’ils s’activent de façon simultanée et répétée, ça
provoque la création de nouvelles connexions et, progressivement, un renforcement de l'efficacité des
connexions entre les neurones impliqués
LE CERVEAU EST COMME UNE FÔRET
De hersenen worden vaak vergeleken met een bos waarin de leerling loopt. Lopen is daarom in eerste instantie
moeilijk, om te bewegen: de leerling moet de takken met zijn armen duwen ... De herhaalde doorgang van de
wandelaar creëert geleidelijk een pad dat steeds gemakkelijker te nemen is. Heel snel wordt dit pad een
bevoorrechte manier om snel van A naar B te gaan. Als de leerling het pad niet langer volgt, verdwijnt het pad
geleidelijk.
Aan het begin van een leerproces is het moeilijk voor de student om de gevraagde taak te volbrengen
(omdat de neurale verbindingen zich nog niet hebben ontwikkeld). Elke keer wanneer de leerling het probeert,
worden de neuronen geactiveerd en tijdens ze actief zijn worden geleidelijk met elkaar verbonden en verhogen
ze de efficiëntie voor hun verbindingen. Wanneer de student traint, ontwikkelt hij paden waarmee hij de
gevraagde taak gemakkelijker en sneller kan uitvoeren. Integendeel, een student stopt met trainen en activeert
neuronen en de link met leren, de neurale verbindingen die bij dit leren horen, zullen verzwakken.
De hersenen hebben een grote capaciteit om neurale verbinding aan te passen en zo bij te leren. Het is aan de
leerkrachten om deze kneedbaarheid te gebruiken om herhaalde neuronale activiteit te bevorderen.
Terwijl we leren worden er nieuwe neurale verbindingen gevormd en de bestaande neurale verbindingen gaan
versterken, verzwakken of zelfs uit elkaar vallen.
Er zijn enkele mechanismen die deze hersenveranderingen beheersen en 1 daarvan is van toepassing op het
schoolonderwijs.
- De neuronen die samen geactiveerd worden, zullen zich samen verbinden.
- Wanneer 2 neuronen dicht genoeg bij elkaar zitten en op gelijktijdige en herhaaldelijke manier
geactiveerd worden, worden er nieuwe verbindingen en geleidelijk een versterking van de efficiëntie
van de verbindingen tussen de betrokken neuronen veroorzaakt.
Le cerveau a une grande capacité à modifier ses connexions neuronales pour s’adapter et apprendre. Aux
enseignant d’utiliser cette plasticité et de favoriser l’activation neuronale répétée.
Pendant que nous apprenons, de nouvelles connexions neuronales peuvent se former et des connexions
existantes peuvent se renforcer, s’affaiblir ou même se défaire.
Il existe un ensemble de mécanismes qui régissent ces modifications cérébrales et l’un d’eux s’applique à la
plupart des apprentissages scolaires.
- Les neurones qui s’activent ensemble se connectent ensemble.
- Si deux neurones sont assez près l’un de l’autre et qu’ils s’activent de façon simultanée et répétée, ça
provoque la création de nouvelles connexions et, progressivement, un renforcement de l'efficacité des
connexions entre les neurones impliqués
LE CERVEAU EST COMME UNE FÔRET
De hersenen worden vaak vergeleken met een bos waarin de leerling loopt. Lopen is daarom in eerste instantie
moeilijk, om te bewegen: de leerling moet de takken met zijn armen duwen ... De herhaalde doorgang van de
wandelaar creëert geleidelijk een pad dat steeds gemakkelijker te nemen is. Heel snel wordt dit pad een
bevoorrechte manier om snel van A naar B te gaan. Als de leerling het pad niet langer volgt, verdwijnt het pad
geleidelijk.
Aan het begin van een leerproces is het moeilijk voor de student om de gevraagde taak te volbrengen
(omdat de neurale verbindingen zich nog niet hebben ontwikkeld). Elke keer wanneer de leerling het probeert,
worden de neuronen geactiveerd en tijdens ze actief zijn worden geleidelijk met elkaar verbonden en verhogen
ze de efficiëntie voor hun verbindingen. Wanneer de student traint, ontwikkelt hij paden waarmee hij de
gevraagde taak gemakkelijker en sneller kan uitvoeren. Integendeel, een student stopt met trainen en activeert
neuronen en de link met leren, de neurale verbindingen die bij dit leren horen, zullen verzwakken.