Samenvatting NG KT1
1.1cNG1
Nucleaire geneeskunde houdt zich bezig met het onderzoeken en/of behandelen van patiënten met behulp
van radioactieve stoffen.
Diagnostiek (90%):
orgaan specifieke stof (tracer of farmacon) kiezen en voorzien van radioactief merkteken (nuclide). Samen
heet dit een radiofarmacon. De tracer brengt als het ware de nuclide naar de juiste plekken.
Deze worden toegediend aan de patiënt, vaak intraveneus (bloedvaten) of oraal. Vervolgens wordt de
verdeling van het radiofarmacon vastgelegd m.b.v. een gammacamera of PET-scan. Dit geeft vervolgens
informatie over de orgaanfunctie.
Therapie (10%): curatief (gericht op genezing) / palliatief (behandeling van klachten).
Nucleaire geneeskunde:
• Geeft fysiologische informatie, oftewel de werking en functie van organen.
• Heeft lage stralenintensiteit (weinig fotonen/ tijdseenheid)
• Heeft lange opnametijd
• Er worden wazige afbeeldingen gemaakt, waarop weinig details zichtbaar zijn. (de resolutie is dus
laag)
Medewerkers afdeling nucleaire geneeskunde:
MBB-er
• Nucleair geneeskundige (arts)
• Administratief medewerker
• Klinisch fysicus
• Apotheker
Taken MBB-er:
• Patiëntidentificatie en voorbereiding
• Bereiding van radiofarmacon
• Controleren apparatuur
• Elutie van de generator (productie technetium)
• Uitvullen van de doses
• Veiligheidsmaatregelen
• Administratie
Wat is er te vinden op de afdeling:
• Hotroom / radionuclidenlaboratorium: hier wordt het radiofarmacon gemaakt
• Toediningsruimte radiofarmacon
• Onderzoekskamers: gammacamera’s (met CT), PET (-CT), PET (-MRI)
• Ergoruimte (inspanningsruimte)
In de hotroom staat de stralingsmonitor, hiermee kun je meten hoeveel straling er in de ruimte of op een
bepaalde plek is. Dit is belangrijk zodat je weet of er niet per ongeluk straling is vrij gekomen. Verder staan
de LAF-kasten (laminair airflow) in de ruimte, dit zijn de kasten waarin het radiofarmacon gemaakt wordt.
De dosiscalibrator zit in de LAF-kast, hiermee kan de dosis in het radiofarmacon gemeten worden. En tot
slot staat ook de molybdeen-technetium generator in de hotroom, hier wordt het 99mTc uitgetrokken.
, Radiofarmaca moeten stralingshygiënisch en aseptisch bereid worden. Dit betekent dat de protocollen
gevolgd moeten worden die ervoor zorgen dat er tijdens de bereiding zo weinig mogelijk straling vrijkomt
en dat er steriel gewerkt wordt.
99mTc winnen uit molybdeen technetium generator:
1. 99Mo vervalt naar 99mTc
2. uitwassen 99mTc met fysiiologische zoutoplossing
3. molybdeen blijft achter
Voorbeelden onderzoeken:
• Skeletscintigrafie: doel is het aantonen/uitsluiten van afwijkingen die de skeletfunctie beïnvloeden.
• Nierscintigram: doel is aantonen/uitsluiten van schade in het nierparenchym.
Het radiofarmacon kan op verschillende manieren worden toegediend:
• Enteraal: via het maag-darmkanaal (oraal, rectaal of siblinguaal (onder de tong))
• Inhalatie: inademen
• Nasaal: via de neus
• Parenteraal: inteveneus, intramusculair, etc.
Een hotspot is een plek waar veel opstapeling van activiteit is. Een coldspot is het tegenovergestelde, een
plek waar geen activiteit te zien is. Dit komt bijvoorbeeld omdat iemand een prothese heeft. In de nieren en
de blaas is vaak veel activiteit te zien, dit komt omdat het radiofarmacon wordt uitgeplast.
Contaminatie: zichtbare hotspots buiten het lichaam van de patiënt ten gevolge van knoeien met het
radiofarmacon of knoeien met radioactieve urine.
Prikartefact: hotspot ten gevolge van parenterale injectie van het radiofarmacon
Verhoogde osteoblasen activiteit kan duiden op een breuk of op een tumor.
1.1eNG2
Onderdelen gammacamera:
• Collimator
• Scintillator
• Photon Multiplier Tubes (PMT)
Collimator is een soort filter. De recht invallende straling wordt doorgelaten en de schuin invallende straling
wordt zoveel mogelijk weggefilterd. Deze schuin invallende straling zorgt ervoor dat de beeldkwaliteit
minder is. Slechts 1 op 10.000 fotonen komt door de collimator. Dus 99.99% wordt weggefilterd, dit is niet
erg aangezien er enorm veel straling vrijkomt, dus er is alsnog genoeg.
Collimator keuze:
Een aantal factoren zijn de lengte van de loodschotjes (L), de dikte (d) en de ruimte tussen de loodschotjes/
septa (h).
1.1cNG1
Nucleaire geneeskunde houdt zich bezig met het onderzoeken en/of behandelen van patiënten met behulp
van radioactieve stoffen.
Diagnostiek (90%):
orgaan specifieke stof (tracer of farmacon) kiezen en voorzien van radioactief merkteken (nuclide). Samen
heet dit een radiofarmacon. De tracer brengt als het ware de nuclide naar de juiste plekken.
Deze worden toegediend aan de patiënt, vaak intraveneus (bloedvaten) of oraal. Vervolgens wordt de
verdeling van het radiofarmacon vastgelegd m.b.v. een gammacamera of PET-scan. Dit geeft vervolgens
informatie over de orgaanfunctie.
Therapie (10%): curatief (gericht op genezing) / palliatief (behandeling van klachten).
Nucleaire geneeskunde:
• Geeft fysiologische informatie, oftewel de werking en functie van organen.
• Heeft lage stralenintensiteit (weinig fotonen/ tijdseenheid)
• Heeft lange opnametijd
• Er worden wazige afbeeldingen gemaakt, waarop weinig details zichtbaar zijn. (de resolutie is dus
laag)
Medewerkers afdeling nucleaire geneeskunde:
MBB-er
• Nucleair geneeskundige (arts)
• Administratief medewerker
• Klinisch fysicus
• Apotheker
Taken MBB-er:
• Patiëntidentificatie en voorbereiding
• Bereiding van radiofarmacon
• Controleren apparatuur
• Elutie van de generator (productie technetium)
• Uitvullen van de doses
• Veiligheidsmaatregelen
• Administratie
Wat is er te vinden op de afdeling:
• Hotroom / radionuclidenlaboratorium: hier wordt het radiofarmacon gemaakt
• Toediningsruimte radiofarmacon
• Onderzoekskamers: gammacamera’s (met CT), PET (-CT), PET (-MRI)
• Ergoruimte (inspanningsruimte)
In de hotroom staat de stralingsmonitor, hiermee kun je meten hoeveel straling er in de ruimte of op een
bepaalde plek is. Dit is belangrijk zodat je weet of er niet per ongeluk straling is vrij gekomen. Verder staan
de LAF-kasten (laminair airflow) in de ruimte, dit zijn de kasten waarin het radiofarmacon gemaakt wordt.
De dosiscalibrator zit in de LAF-kast, hiermee kan de dosis in het radiofarmacon gemeten worden. En tot
slot staat ook de molybdeen-technetium generator in de hotroom, hier wordt het 99mTc uitgetrokken.
, Radiofarmaca moeten stralingshygiënisch en aseptisch bereid worden. Dit betekent dat de protocollen
gevolgd moeten worden die ervoor zorgen dat er tijdens de bereiding zo weinig mogelijk straling vrijkomt
en dat er steriel gewerkt wordt.
99mTc winnen uit molybdeen technetium generator:
1. 99Mo vervalt naar 99mTc
2. uitwassen 99mTc met fysiiologische zoutoplossing
3. molybdeen blijft achter
Voorbeelden onderzoeken:
• Skeletscintigrafie: doel is het aantonen/uitsluiten van afwijkingen die de skeletfunctie beïnvloeden.
• Nierscintigram: doel is aantonen/uitsluiten van schade in het nierparenchym.
Het radiofarmacon kan op verschillende manieren worden toegediend:
• Enteraal: via het maag-darmkanaal (oraal, rectaal of siblinguaal (onder de tong))
• Inhalatie: inademen
• Nasaal: via de neus
• Parenteraal: inteveneus, intramusculair, etc.
Een hotspot is een plek waar veel opstapeling van activiteit is. Een coldspot is het tegenovergestelde, een
plek waar geen activiteit te zien is. Dit komt bijvoorbeeld omdat iemand een prothese heeft. In de nieren en
de blaas is vaak veel activiteit te zien, dit komt omdat het radiofarmacon wordt uitgeplast.
Contaminatie: zichtbare hotspots buiten het lichaam van de patiënt ten gevolge van knoeien met het
radiofarmacon of knoeien met radioactieve urine.
Prikartefact: hotspot ten gevolge van parenterale injectie van het radiofarmacon
Verhoogde osteoblasen activiteit kan duiden op een breuk of op een tumor.
1.1eNG2
Onderdelen gammacamera:
• Collimator
• Scintillator
• Photon Multiplier Tubes (PMT)
Collimator is een soort filter. De recht invallende straling wordt doorgelaten en de schuin invallende straling
wordt zoveel mogelijk weggefilterd. Deze schuin invallende straling zorgt ervoor dat de beeldkwaliteit
minder is. Slechts 1 op 10.000 fotonen komt door de collimator. Dus 99.99% wordt weggefilterd, dit is niet
erg aangezien er enorm veel straling vrijkomt, dus er is alsnog genoeg.
Collimator keuze:
Een aantal factoren zijn de lengte van de loodschotjes (L), de dikte (d) en de ruimte tussen de loodschotjes/
septa (h).
