100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Forensische Orthopedagogiek (Blok 4.3) $12.06   Add to cart

Summary

Samenvatting Forensische Orthopedagogiek (Blok 4.3)

2 reviews
 491 views  53 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samengevat zijn de relevante hoofdstukken uit: Handboek Forensische Orthopedagogiek: 1 t/m 7, 9 t/m 12, 14 t/m 17, 20, 22 t/m 25, 27, 31, 33, 36 t/m 39, 41, 43 t/m 47 en 51 Uithuisgeplaatste jeugdigen: Hoofdstuk 1 t/m 6, H 12 en 13, 16 en 17 (en de interviews) Gevoel is explosief materiaal: Hoo...

[Show more]

Preview 4 out of 122  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 7, 9 t/m 12, 14 t/m 17, 20 , 22, 23 t/m25, 27, 31,33, 36, 37, 38, 39, 41, 43 t/m 47
  • December 9, 2021
  • 122
  • 2021/2022
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: antoinette1234 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: ayaman70 • 1 year ago

avatar-seller
Blok 4.3C: Forensische Orthopedagogiek

Literatuur week 1: Inleiding over de ontwikkeling van jeugddelinquentie
Literatuur:
 Handboek Forensische orthopedagogiek H1 t/m 7, H9 t/m 12
 Uithuisgeplaatste jeugdigen: Sleutels tot succes in behandeling en onderwijs :H1
 Boek Gevoel is Explosief Materiaal: H2
Handboek Forensische Orthopedagogiek
Hoofdstuk 1: Forensische Orthopedagogiek
Forensische Orthopedagogiek bestudeerd de ontwikkeling en in stand houding van complexe
problematiek van kinderen, jongeren en jongvolwassenen (waaronder delinquentie, ernstige
gedragsproblemen naast trauma’s en daarmee samenhangende opvoedings-en
gezinsproblemen. De problemen zijn zo erg dat er justitieel ingrijpen dreigt dit kan:
 Strafrechtelijk ingrijpen  jeugdige is in aanraking gekomen met de politie door een
strafbaar feit, er wordt binnen de jeugdstrafrechtketen bepaald welke strafrechtelijke
interventie nodig is om herhaling (recidive) te voorkomen.
 Civielrechtelijk ingrijpen  er zijn zorgen over ontwikkelingskansen of veiligheid
van de jeugdige. Het gaat hierbij om maatregelen/interventies voor bescherming van
het kind.
 door de civiel- of strafrechtelijke invalshoek heet deze wetenschap forensische
orthopedagogiek.

Forensische Orthopedagogiek onderzoekt de effectiviteit van (justitiële) preventieve en
curatieve interventies onder praktijk-representatieve condities. Op basis van kennis over
statische (onveranderbare) en dynamische (veranderbare) factoren. Deze verklaren het
ontstaan en voortbestaan van ernstige problemen. Het is dus ook een interventiewetenschap
met een multidisciplinair karakter, want de kennis is afkomstig uit verschillende disciplines.

Opvoeding staat centraal binnen Forensische Orthopedagogiek, op verschillende niveaus:
1. Eerste opvoedingsmilieu  gezin
2. Tweede opvoedingsmilieu  school
3. Derde opvoedingsmilieu  leeftijdgenoten en vrije tijd
4. Vierde opvoedingsmilieu  afhankelijk van de openheid of geslotenheid ervan, bevat
dit meer of minder aspecten van de drie andere milieus, het gaat hier om de (semi)
residentiële zorg voor jeugdigen.
Uit deze milieus zijn aanwijzingen dat opvoeding bijdraagt aan in stand houding, ontstaan
van problemen, maar dat het ook een beschermende factor kan zijn.

Forensische Orthopedagogiek begint vanuit het bio-ecologische ontwikkelingsmodel
(Bronfenbrenner).
 Biologisch: Dat houdt in dat de ontwikkeling van een kind gezien wordt vanuit een
samenspel tussen aanleg (biologische factoren) en omgeving.
 Ecologisch: Het ecologische betekent dat meerdere (causale invloeden worden
bestudeerd  individuele kenmerken van het kind, de opvoeder en de interactie
daartussen, de directe sociale omgeving en de sociaal culturele context.

,  Ontwikkeling: naast het kind en zijn gedrag veranderen in de loop van de tijd ook de
sociale context en het belang van risico en beschermende factoren. De nadruk ligt op
ontwikkelingsverschillen in manifestatie van problemen en opeenstapeling van
risico’s in de levensloop.
o Levensloop  specifieke levensgebeurtenissen, kunnen een
belangrijke invloed hebben op het leven van kinderen/jongeren en hun
gezinnen op een positieve en negatieve manier.

De ontwikkeling en het gedrag is dus multi-causaal bepaald. Daarom moeten interventies
zich richten op het problematisch functioneren van het kind MAAR ook om de sociale
omgeving. Met speciale aandacht voor het kind zijn ontwikkelingsmogelijkheden binnen de
opvoedingscontext. Forensische Orthopedagogiek bestudeerd hoe complexe risico’s en
problemen kunnen worden voorkomen, beperkt of weggenomen. OOK bij jongeren met een
verstandelijke beperking (vaak gaat het dan om agressie problemen of inzet van
dwangmiddelen).

Een belangrijke leidraad is het Internationaal Verdrag Inzake de Rechten van het Kind
(IVRK), vier artikelen zijn belangrijk:
 Artikel 3: Belang van het kind  belangen van het kind moeten de eerste overweging
zijn
 Artikel 9: Gezinsleven  Het kind mag niet gescheiden worden van het gezin, tenzij
daartoe bevoegde autoriteiten anders beslissen in het belang van het kind.
 Artikel 12: Participatie  Het kind dient gehoord te worden en mag zijn mening
uiten, hier wordt passend belang aan gehecht in overeenstemming met de leeftijd en
rijpheid.
 Artikel 16: Geen ongeoorloofde interventie
Mede door deze rechten is forensische orthopedagogiek een interventie wetenschap die naast
een evidence-based focus op feiten (empirie) ook georiënteerd is op (verheldering) van
waarden. Er wordt gestreefd naar kennis om beter te kunnen handelen en is een kritische
houding tegenover vormen van (justitieel) ingrijpen die een inbreuk maken op de autonomie
van kind/gezin. Uithuisplaatsing bijvoorbeeld is een ultimum remedium.

Een ander belangrijk uitgangspunt is dat het kind zelf iemand wil zijn met een eigen oordeel.
Dit is belangrijk bij interventies net als het betrekken van het kind in een positief proces van
verandering (therapeutisch uitgangspunt). Hierbij kan worden voldaan aan basale behoefte
en zelf determinantie. Ryan en Deci omschreven deze behoeften als:
 Contact (sociale verbondenheid)
 Competentie (vertrouwen in eigen kunnen)
 Autonomie (vrijheid)
 Hierom is therapeutisch handelen bij (justitiële) interventies het optimum-remedium
criterium, dat houdt in dat erbij gestreefd wordt dat kinderen zich tot hun volle potentieel
ontwikkelen.

Interventies/ingrijpen kan negatieve gevolgen hebben. Daarom moeten de interventies
getoetst worden op hun effectiviteit aan de hand van strenge criteria voor wetenschappelijk
onderzoek  het primum non noncere-principe is hierbij belangrijk, wat betekent dat je in de
eerste instantie geen schade toe mag brengen. Interventies worden soms opgelegd met dwang

,en/of drang. De rechtvaardiging ervan licht dan ook in goed aangetoonde effectiviteit en
uitsluiten van negatieve effecten. Evidence-based forensische jeugedhulp is daarmee een
kernwaarde van forensische orthopedagogiek.

De onderzoeksdoeleinden van forensische orthopedagogiek zijn:
 Bestuderen van verschillende manifestaties van problemen waarbij justitieel ingrijpen
nodig is of dreigt. Hierbij zijn de oorzaken, gevolgen en opvoedbelasting belangrijk.
Net als de eisen die aan de omgeving van het kind worden gesteld. Risico en
beschermende/protectieve factoren spelen hierbij een belangrijke rol.
 Ontwikkelen en evalueren van preventieve en curatieve (justitiële) interventies die
zich richten op oorzaken en gevolgen.
 Ontwikkelen en verbeteren van methoden om gegevens te verwerven, risico’s in te
schatten en de juiste interventies te kunnen indiceren en analyseren.
 Theoretische integratie in het onderzoek doormiddel van (kwantitatieve en
kwalitatieve) overzicht studies.

Hoofdstuk 2: Forensische Orthopedagogiek: Een Juridisch Kader
Kernpunten:
 Sinds 2015 verantwoordelijkheid voor toegankelijkheid en kwaliteit van jeugdhulp bij
gemeenten.
 Inspraak en participatie van kinderen en ouders in trajecten binnen jeugdhulp staat
nog in de kinderschoenen maar verdient meer aandacht
 Opname van jeugdigen in een instelling, moet gezien worden als ultimum remedium

In Nederland hebben jongere recht op bijzondere zorg en bijstand. Verschillende
aanbevelingen zijn de afgelopen jaren gedaan over vrijheidsbeneming bij jongeren. Een
belangrijke aanbevelingen is het meenemen van jongeren in belangrijke beslissingen (Artikel
12). Participatie is essentieel want het heeft een positieve invloed op het zelfvertrouwen
ontwikkelen van autonomie van kinderen. Participatie zou plaats moeten vinden om te
voldoen aan de eisen van et IVRK. In de praktijk lijken professionals deze participatie lastig
te vinden.

Er lijkt op dit moment geen consensus over wat vrijheidsbeperkende maatregelen zijn. Er is
vrijheidsbeperking mogelijk zonder dat dit voldoende gewaarborgd is. Aanbevelingen die
worden gedaan zijn bijvoorbeeld, afschaffen van ruimtes voor separatie en betere
omschrijving van vrijheidsbeperkende maatregelen.

Verder is er de aanbeveling, residentiële hulp pas in te zetten wanneer al het andere is
geprobeerd. Dit is het uitgangspunt maar gebeurd in de praktijk vaak toch nog niet.

Internationale visie op rechten van kinderen
Het IVRK is een belangrijk instrument voor de bescherming van het kind. Het verplicht
ouders om te ondersteunen in de opvoeding en verzorging van hun kind. Uithuisplaatsing
mag pas in uiterste gevallen onder een strenge rechterlijke toets voor de korst passende duur.
Als ouders/kind niet instemmen met opname kunnen autoriteiten dit beslissen. Dit betreft
weer een ultimum remedium. Er wordt eerst gekeken of de jongere terecht kan bij andere

, familie leden, dan een vervangend gezin en dan pas een instelling. Er dient dus een
participatief proces aan vooraf te gaan.

Jeugdwet
In 2015 is de jeugdwet geïntroduceerd als vervanging van de Wet op Jeugdzorg. Waarmee de
verantwoordelijkheid voor jeugdhulp over is gedragen naar de gemeenten, ze moeten zorgen
voor:
 Een toereikend aanbod in hun gemeente
 Adviserende rol bij vragen vanuit jeugdigen/netwerk/professionals
 Gemeenten bepalen welke vorm van jeugdhulp wordt ingezet
 Gemeenten en samenwerkingsverbanden van schoolbesturen moeten een plan maken
waarin staat hoe ze jeugdhulp en passend onderwijs willen organiseren
Uit evaluatie van de jeugdwet blijkt echter:
 Dat de overgang naar een effectiever jeugdstelsel nog niet is gerealiseerd
 Dat er meer tijd nodig is om de doelen te bereiken
 Dat de hulp niet voor iedereen even toegankelijk is en dat er betere
informatievoorziening zou moeten zijn
 Er zijn onvoldoende verbindingen tussen jeugdhulp en andere domeinen
 Er is veel diversiteit binnen de werkwijze en samenstelling van lokale teams

Jeugdrecht: civiel-en strafrecht
Dingen als een onder toezicht stelling (OTS) en Uithuisplaatsing (UHP) zijn geregeld binnen
het civiele kader. Voordat een kind uit huis geplaatst kan worden moet er eerst een OTS zijn.
Als er angst is dat de jeugdige zich aan de zorg zal onttrekken kan ook een machtiging tot
gesloten plaatsing worden gegeven.

De jeugdwet, vereist verantwoorde hulp van goed niveau die veilig, doeltreffend, doelmatig
en cliëntgericht is, afgestemd op de behoefte van jeugdige en ouder. In een instelling worden
soms vrijheidsbeperkende maatregelen ingezet. Deze moeten echter in het hulpverleningsplan
staan. Daar moet staan welke maatregelen mogen, onder welke voorwaarde en voor welke
doelen. De rechter kan de inzet van dwangmiddelen toetsen aan beginselen van subsidiariteit,
proportionaliteit en doelmatigheid.

Vanuit gesloten plaatsing wordt gewerkt naar een terug plaatsing thuis of naar een meer open
instelling, dit gebeurd gefaseerd met een opbouw van verloven. Bij
kinderbeschermingsmaatregelen komt dwang van pas, in de praktijk wordt drang steeds vaker
ingezet, dit wordt ook wel preventieve jeugdbescherming genoemd, er is geen wettelijke
basis voor alleen toelichting in de jeugdwet. Drang is er om een
kinderbeschermingsmaatregel te voorkomen, het vergroot de ruimte van de
gezinsvoogdijmedewerker om ouders te bewegen, al dan niet met zachte drang, naar
vrijwillige medewerking. Drang ligt tussen vrijwillige jeugdhulp en het gedwongen kader in,
maar roept daarom vragen op over de rechtspositie van de betrokkenen. Drang is niet
wettelijk geregeld en heeft geen juridisch waarborgen, drang mag door cliënten niet worden
ervaren als dwang.

In verzekering stellen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneeeltink. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.06. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling

Recently viewed by you


$12.06  53x  sold
  • (2)
  Add to cart