Kennisclip persoon en familierecht
Week 1 inleiding; artikel 8 EVRM en minderjarigheid
Bronnen Nederlandse personen-en familierecht
- De wet met name boek 1 BW
(Voornamelijk verzoekschrift)
- Internationale verdragen
EVRM en IVRK (internationaal verdrag rechten van het kind)
- Jurisprudentie
Kapstokken in het familierecht
- Rechtsfiguren of instituten waar rechten en verplichten aan verbonden zijn
1. Family life (recht op eerbiediging van het familie en gezinsleven) week 1
2. (Juridisch) ouderschap (leidend tot familierechtelijke betrekkingen) week 2
3. Huwelijk en geregistreerd partnerschap week 3
4. Ouderlijk gezag of voogdij week 4
Artikel 8 EVRM (1950 ontstaan in Rome)
Doel; waarborg creëren voor burgers tegen mensenrechtenschending
1953 in werking, 47 landen partij
1. Een ieder heeft het recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie-en gezinsleven,
zijn woning en zijn correspondentie.
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit
recht, dan voor zover bij wet is voorzien en in een democratische samenleving
noodzakelijk is in het belang van:
- De nationale veiligheid
- De openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land
- Het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten
- De bescherming van de gezondheid of de goede zeden of
- Voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen
Doorwerking EVRM in Nederlandse rechtsorde
- Rechtstreekse werking artikel 93 Gw
(verdragsbepalingen kunnen een ieder verbindend zijn)
- Voorrang bij strijd met het nationaal recht artikel 94 Gw
- Effectief toezichtsmechanisme EHRM in Staatsburg
(klachtrecht)
Marckx-case; een doorbraak!
Belgische dame die ongehuwd was en een dochter had. Ze vond dat ze werd
gediscrimineerd. Ze moest haar dochter eerst erkennen de ouder kind band werd niet
automatisch erkend. Ze werd achtergesteld.
,Ze ging naar het hof, gaf haar gelijk ogv artikel 14 en 8 EVRM
- Dynamische uitleg artikel 8 EVRM
- Interpretatiemethoden
Family life moest niet op een statische manier maar op een dynamische manier
worden geïnterpreteerd.
- Niet alleen negatieve, maar ook positieve verplichtingen uit artikel 8 EVRM.
negatieve verplichting; de staat mag zich niet inmengen in de grondrechten van de
burgers boodschap aan de staat is stilzitten.
positieve verplichtingen; stilzitten is niet genoeg, staat is tot handelen verplicht.
- Ook betrekkingen tussen andere verwanten (i.c. grootouders en kleinkinderen) vallen
ook onder het begrip family life.
Ook ongehuwde moeders waren als gezin te beschouwen en konden dus een beroep doen
op family life.
Belangrijke vragen bij artikel 8 EVRM;
1. Is er tussen bepaalde personen sprake van een band van family life?
2. Welke consequenties heeft dat dan? (m.a.w. welke rechten en/of plichten brengt dat
mee tussen die personen)
Antwoorden op deze vragen;
- Op beide vragen zijn in de jurisprudentie van het EHRM en de HR antwoorden
geformuleerd
- Later zijn deze antwoorden gecodificeerd (opgepakt door de wetgever) in de
Nederlandse wet. Heeft geleidt tot een modernisering van de wetgeving.
- Nederlandse wet is nu grotendeels artikel 8 EVRM proof.
Family life is een dynamisch begrip wat dus meegroeit met de maatschappelijke opvattingen.
Antwoord op vraag 1.
Family life bestaat o.a. tussen;
- Echtgenoten
- Moeder en kind vanaf de geboorte
- Juridisch vader (door bijvoorbeeld huwelijk of erkenning) niet alleen door geboorte
(biologisch)
En verder onder omstandigheden tussen;
- Biologische vader en kind (mits er sprake is van bijkomende omstandigheden)
- Grootouders en kleinkind
- Pleegouders en kind
Kortom; family life is een autonoom begrip waarin talrijke betrekkingen van juridische,
biologische en feitelijke aard hun plaats vinden.
Antwoord op vraag 2.
, Family life kan relevant zijn voor o.a.;
- Het recht op contact (zorgverdeling/omgang)
- Het recht op informatie
- Gezamenlijk gezag
- Recht van ouder en kind op verzorging en opvoeding van het kind door de ouder
- Aanspraak van het kind op levensonderhoud
- Aanspraken betreffende een geslachtsnaam
Artikel 1:377a BW
‘’Nauwe persoonlijke betrekking’’ = family life
Minderjarigheid
- Iedereen die die leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is minderjarig art 1:233
BW, tenzij…
- Uitzondering; jonge moeders van 16 of 17 jaar kunnen door de rechter meerderjarig
worden verklaard artikel 1:253ha BW
gevolgen;
Jonge moeder staat dan zelf niet meer onder gezag van ouders of voogden
Jonge moeder kan wel zelf het gezag over haar kind uitoefenen
Verzoek tijdens de zwangerschap wordt na de bevalling pas over besloten.
Kenmerken;
1. Alle minderjarigen staan onder gezag 1:245 lid 1 BW
2. Minderjarigen zijn voorwaardelijke handelingsbekwaam art 1:234 lid 1 BW, namelijk
handelingsbekwaam, mits;
- Met (veronderstelde) toestemming van wettelijk vertegenwoordiger (zie ook lid 3)
- Voor zover de wet niet ander bepaalt.
het is bedoeld ter bescherming van de minderjarige
3:32 lid 2 BW; rechtshandeling onbekwame is vernietigbaar
3:234 lid 1 BW; wet niet anders bepaald
De wet bepaalt wel onder t.a.v.;
- Maken van een testament
- Sluiten van een arbeidsovereenkomst
- Sluiten van een geneeskundige behandelingsovereenkomst
- Verzoek handlichting art 1:235 BW
Kan worden verzocht door een 16 of 17 jarige bij de kantonrechter
- Verzoek benoeming bijzondere curator art 1:250 BW
- Informele rechtsingang art 1:377g en 1:251a lid 4 BW, evt via schakelbepaling van art
1:253a lid 4 BW.
Geschil wordt aan de rechter voorgelegd als ouders het niet eens zijn.
3:13 BW
Week 1 inleiding; artikel 8 EVRM en minderjarigheid
Bronnen Nederlandse personen-en familierecht
- De wet met name boek 1 BW
(Voornamelijk verzoekschrift)
- Internationale verdragen
EVRM en IVRK (internationaal verdrag rechten van het kind)
- Jurisprudentie
Kapstokken in het familierecht
- Rechtsfiguren of instituten waar rechten en verplichten aan verbonden zijn
1. Family life (recht op eerbiediging van het familie en gezinsleven) week 1
2. (Juridisch) ouderschap (leidend tot familierechtelijke betrekkingen) week 2
3. Huwelijk en geregistreerd partnerschap week 3
4. Ouderlijk gezag of voogdij week 4
Artikel 8 EVRM (1950 ontstaan in Rome)
Doel; waarborg creëren voor burgers tegen mensenrechtenschending
1953 in werking, 47 landen partij
1. Een ieder heeft het recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie-en gezinsleven,
zijn woning en zijn correspondentie.
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit
recht, dan voor zover bij wet is voorzien en in een democratische samenleving
noodzakelijk is in het belang van:
- De nationale veiligheid
- De openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land
- Het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten
- De bescherming van de gezondheid of de goede zeden of
- Voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen
Doorwerking EVRM in Nederlandse rechtsorde
- Rechtstreekse werking artikel 93 Gw
(verdragsbepalingen kunnen een ieder verbindend zijn)
- Voorrang bij strijd met het nationaal recht artikel 94 Gw
- Effectief toezichtsmechanisme EHRM in Staatsburg
(klachtrecht)
Marckx-case; een doorbraak!
Belgische dame die ongehuwd was en een dochter had. Ze vond dat ze werd
gediscrimineerd. Ze moest haar dochter eerst erkennen de ouder kind band werd niet
automatisch erkend. Ze werd achtergesteld.
,Ze ging naar het hof, gaf haar gelijk ogv artikel 14 en 8 EVRM
- Dynamische uitleg artikel 8 EVRM
- Interpretatiemethoden
Family life moest niet op een statische manier maar op een dynamische manier
worden geïnterpreteerd.
- Niet alleen negatieve, maar ook positieve verplichtingen uit artikel 8 EVRM.
negatieve verplichting; de staat mag zich niet inmengen in de grondrechten van de
burgers boodschap aan de staat is stilzitten.
positieve verplichtingen; stilzitten is niet genoeg, staat is tot handelen verplicht.
- Ook betrekkingen tussen andere verwanten (i.c. grootouders en kleinkinderen) vallen
ook onder het begrip family life.
Ook ongehuwde moeders waren als gezin te beschouwen en konden dus een beroep doen
op family life.
Belangrijke vragen bij artikel 8 EVRM;
1. Is er tussen bepaalde personen sprake van een band van family life?
2. Welke consequenties heeft dat dan? (m.a.w. welke rechten en/of plichten brengt dat
mee tussen die personen)
Antwoorden op deze vragen;
- Op beide vragen zijn in de jurisprudentie van het EHRM en de HR antwoorden
geformuleerd
- Later zijn deze antwoorden gecodificeerd (opgepakt door de wetgever) in de
Nederlandse wet. Heeft geleidt tot een modernisering van de wetgeving.
- Nederlandse wet is nu grotendeels artikel 8 EVRM proof.
Family life is een dynamisch begrip wat dus meegroeit met de maatschappelijke opvattingen.
Antwoord op vraag 1.
Family life bestaat o.a. tussen;
- Echtgenoten
- Moeder en kind vanaf de geboorte
- Juridisch vader (door bijvoorbeeld huwelijk of erkenning) niet alleen door geboorte
(biologisch)
En verder onder omstandigheden tussen;
- Biologische vader en kind (mits er sprake is van bijkomende omstandigheden)
- Grootouders en kleinkind
- Pleegouders en kind
Kortom; family life is een autonoom begrip waarin talrijke betrekkingen van juridische,
biologische en feitelijke aard hun plaats vinden.
Antwoord op vraag 2.
, Family life kan relevant zijn voor o.a.;
- Het recht op contact (zorgverdeling/omgang)
- Het recht op informatie
- Gezamenlijk gezag
- Recht van ouder en kind op verzorging en opvoeding van het kind door de ouder
- Aanspraak van het kind op levensonderhoud
- Aanspraken betreffende een geslachtsnaam
Artikel 1:377a BW
‘’Nauwe persoonlijke betrekking’’ = family life
Minderjarigheid
- Iedereen die die leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, is minderjarig art 1:233
BW, tenzij…
- Uitzondering; jonge moeders van 16 of 17 jaar kunnen door de rechter meerderjarig
worden verklaard artikel 1:253ha BW
gevolgen;
Jonge moeder staat dan zelf niet meer onder gezag van ouders of voogden
Jonge moeder kan wel zelf het gezag over haar kind uitoefenen
Verzoek tijdens de zwangerschap wordt na de bevalling pas over besloten.
Kenmerken;
1. Alle minderjarigen staan onder gezag 1:245 lid 1 BW
2. Minderjarigen zijn voorwaardelijke handelingsbekwaam art 1:234 lid 1 BW, namelijk
handelingsbekwaam, mits;
- Met (veronderstelde) toestemming van wettelijk vertegenwoordiger (zie ook lid 3)
- Voor zover de wet niet ander bepaalt.
het is bedoeld ter bescherming van de minderjarige
3:32 lid 2 BW; rechtshandeling onbekwame is vernietigbaar
3:234 lid 1 BW; wet niet anders bepaald
De wet bepaalt wel onder t.a.v.;
- Maken van een testament
- Sluiten van een arbeidsovereenkomst
- Sluiten van een geneeskundige behandelingsovereenkomst
- Verzoek handlichting art 1:235 BW
Kan worden verzocht door een 16 of 17 jarige bij de kantonrechter
- Verzoek benoeming bijzondere curator art 1:250 BW
- Informele rechtsingang art 1:377g en 1:251a lid 4 BW, evt via schakelbepaling van art
1:253a lid 4 BW.
Geschil wordt aan de rechter voorgelegd als ouders het niet eens zijn.
3:13 BW