Samenvatting 1.6 + 1.7
1.6
Fitheid opsplitsen in:
Verschillende grondmotorische eigenschappen.
Grondmotorische eigenschappen:
Coördinatie organisatie en besturing grondmotorische eigenschappen.
Lenigheid mate van bewegingsuitslagen van gewrichten (flexibiliteit).
Uithoudingsvermogen vermogen om een lichamelijke belasting vol te houden.
Kracht vermogen om door spierwerken een bepaalde weerstand te overwinnen.
Snelheid afstand die per tijdseenheid wordt afgelegd.
SMART omschrijven:
Specifiek doelstelling moet duidelijk/concreet zijn.
Meetbaar onder welke meetbare vormen is het doel bereikt?
Acceptabel is deze acceptabel genoeg voor alle betrokkenen?
Realistisch de doelstelling moet haalbaar zijn.
Tijdgebonden wanneer moet het doel bereikt zijn?
1.7
ATP:
Een ‘energiedrager’.
Energiesystemen (zorgen voor de recycling van ATP, 0-3 sec):
1. (creatine)fosfaat systeem (CP)
opgeslagen in spiercellen. Tot 25 sec. Opladen gaat snel, 1 min na inspanning alweer 90%
opgeladen. Geen zuurstof.
2. Anaerobe systeem
tot 2 min. Koolhydraten worden omgezet in glucose. Reststof, melkzuur. 45 sec na
inspanning alweer 90% hersteld. Geen zuurstof!
3. Aerobe systeem
tijdje nodig om in steady state te komen. Evenwicht verbruik en aanbod.
Afbraak ATP:
Afbraak ATP: ATP ADP + P + ENERGIE
Recycling ATP:
Recycling van ATP: ADP + P + ENERGIE ATP
Afbraak CP:
Afbraak van CP: P (fosfaat) + C (creatine) + ENERGIE
Verbranden:
Na 30 minuten verloopt de verbranding optimaal. Je verbrand eerst koolhydraten en vetten,
daarna worden de eiwitten verbrand.
1.6
Fitheid opsplitsen in:
Verschillende grondmotorische eigenschappen.
Grondmotorische eigenschappen:
Coördinatie organisatie en besturing grondmotorische eigenschappen.
Lenigheid mate van bewegingsuitslagen van gewrichten (flexibiliteit).
Uithoudingsvermogen vermogen om een lichamelijke belasting vol te houden.
Kracht vermogen om door spierwerken een bepaalde weerstand te overwinnen.
Snelheid afstand die per tijdseenheid wordt afgelegd.
SMART omschrijven:
Specifiek doelstelling moet duidelijk/concreet zijn.
Meetbaar onder welke meetbare vormen is het doel bereikt?
Acceptabel is deze acceptabel genoeg voor alle betrokkenen?
Realistisch de doelstelling moet haalbaar zijn.
Tijdgebonden wanneer moet het doel bereikt zijn?
1.7
ATP:
Een ‘energiedrager’.
Energiesystemen (zorgen voor de recycling van ATP, 0-3 sec):
1. (creatine)fosfaat systeem (CP)
opgeslagen in spiercellen. Tot 25 sec. Opladen gaat snel, 1 min na inspanning alweer 90%
opgeladen. Geen zuurstof.
2. Anaerobe systeem
tot 2 min. Koolhydraten worden omgezet in glucose. Reststof, melkzuur. 45 sec na
inspanning alweer 90% hersteld. Geen zuurstof!
3. Aerobe systeem
tijdje nodig om in steady state te komen. Evenwicht verbruik en aanbod.
Afbraak ATP:
Afbraak ATP: ATP ADP + P + ENERGIE
Recycling ATP:
Recycling van ATP: ADP + P + ENERGIE ATP
Afbraak CP:
Afbraak van CP: P (fosfaat) + C (creatine) + ENERGIE
Verbranden:
Na 30 minuten verloopt de verbranding optimaal. Je verbrand eerst koolhydraten en vetten,
daarna worden de eiwitten verbrand.