Vivianne Ramos
SNR: 2064013
Master Labour Law & Employment Relations
Annotatie Arbeidsovereenkomstenrecht
, ECLI:NL:RBGEL:2020:3688, Rechtbank Gelderland, 8539694 (rechtspraak.nl)
1. Feitelijk inleiding
In juli 2020 heeft de rechtbank Gelderland een uitspraak gedaan in de rechtszaak tegen Action
Nederland B.V. (hierna: Action). Deze zaak werd aangespannen door een medewerker
(hierna: werknemer) van Action die op staande voet werd ontslagen na het niet betalen van
een plastic tasje ter waarde van drie cent.
Werknemer is per 23 oktober 2018 als winkelmedewerker bij Action in dienst getreden. Hij
heeft in eerste instantie een arbeidsovereenkomst gekregen voor 7 maanden. De werknemer
heeft daarna nog twee keer een verlenging gehad van 8 maanden. De laatste
arbeidsovereenkomst liep van 23 januari 2020 tot 22 september 2020.1
In de huisregels – die integraal onderdeel uitmaken van de arbeidsovereenkomst- is het
fraudebeleid opgenomen. In het fraudebeleid staat het volgende:
Bij Action vinden we het belangrijk dat we elkaar kunnen vertrouwen. Samen creëren we een
prettige werkomgeving. Als het vermoeden bestaat van diefstal of fraude door een
medewerker, dan zal er altijd een onderzoek worden gedaan en kan de medewerker geschorst
worden. (…) Als er diefstal, verduistering, bedrog, vervalsing van administratie, het
moedwillig ontduiken van voorschriften en procedures, misbruik van bedrijfsmiddelen en het
misbruiken van internet c.q. datadiefstal heeft plaatsgevonden, dan beëindigt Action het
dienstverband, het zogenaamde ontslag op staande voet.
Bij fraude en/of diefstal gaat het bijvoorbeeld om:
- Het stelen van een product, geld of andere eigendommen van Action
- Het nuttigen of gebruiken van een product van Action zonder het product eerst af te rekenen.
(…)2
Op 20 februari 2020 koopt de werknemer 20 regenponcho’s. Hij doet de regenponcho’s in een
tasje ter waarde van drie cent, maar rekent het tasje niet af.3 De werknemer gaat hierna op
vakantie en heeft na zijn vakantie op 2 maart 2020 een gesprek met zijn manager en HR. Het
gesprek gaat over het tasje dat niet is afgerekend. De werknemer geeft aan dat hij het tasje
vergeten is te betalen. Hierop volgt ontslag op staande voet op 3 maart.4 De werknemer heeft
op 30 maart de nietigheid van het ontslag ingeroepen en heeft verzocht zijn werkzaamheden
te hervatten op en zijn salaris uit te betalen.5
2. Rechtsvraag en rechtsoverwegingen
De kern van het geschil vormt de vraag of het meenemen van een tasje voldoende dringende
reden is voor het ontslag op staande voet. Conform artikel 7:677 lid 1 BW is iedere partij
bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder
onverwijlde mededeling van die reden aan de wederpartij. Op grond van artikel 7:678 lid 1
BW worden voor de werkgever als dringende reden beschouwd zodanige daden,
1
RB 23 juli 2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:3688, r.o. 2.1
2
RB 23 juli 2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:3688, r.o. 2.2
3
RB 23 juli 2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:3688, r.o. 2.3
4
RB 23 juli 2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:3688, r.o. 2.4-2.6
5
RB 23 juli 2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:3688, r.o. 2.7