Aardrijkskunde
Inhoud van de stralingsbalans:
Hoeveelheid inkomende zonnestraling (kortgolvig) is gelijk aan 100 eenheden. 31
eenheden zonnestraling, wordt door stofdeeltjes (3), wolken (19) en het
aardoppervlak (9) meteen teruggekaatst naar heelal.
20 eenheden worden door de atmosfeer geabsorbeerd (bestaat uit 17 stof en 3
wolken) en 49 eenheden bereiken het aardoppervlak.
Aarde straalt 114 eenheden langgolvige straling uit krijgt 49 eenheden van zon, 95
eenheden (langgolvig) door broeikaseffect. 12 eenheden verlaten aarde direct.
Overige 102 eenheden geabsorbeerd door atmosfeer en 95 weer terug naar aarde.
Er blijven 30 restdeeltjes over die worden omgezet in latente energie (23) en
voelbare warmte (7).
In de atmosfeer wordt 102+30+20 direct geabsorbeerd, dat is 152, dus overige 57
eenheden worden uitgestraald naar heelal (langgolvig). Andere 95 als broeikaseffect
terug naar aarde (langgolvig).
Mondiale luchtcirculatie
Lucht zet bij opwarming uit,
minder luchtdeeltjes, lucht
minder zwaar en drukt minder op
aardoppervlak
lagedrukgebied.
Koude lucht minder vocht
vasthouden meer regenen.
Lucht stroomt zijdelings af, vanaf evenaar naar Noord- en
Zuidpool. Rond 30º NB en ZB is lucht afgekoeld en daalt weer,
lucht is zwaar en drukt op aardoppervlak hogedrukgebied.
Lucht daalt, warmt weer op en is gortdroog: woestijn
(uitgeregend). Lucht stroomt weer deels naar evenaar, deels naar
de polen.
Rond 60º NB en ZB stijgt relatief warme lucht weer op tegen
koude lucht van de polen. Er ontstaat laagdrukgebied met veel
regen en wind. (Zoals NL). Dit is ander soort lagedrukgebied,
ontstaat boven oceaan en waait met overheersende ZW-wind
richting EU of westkust Noord-Amerika. Rond de polen is lucht
koud, zwaar en daalt hogedrukgebied.
Inhoud van de stralingsbalans:
Hoeveelheid inkomende zonnestraling (kortgolvig) is gelijk aan 100 eenheden. 31
eenheden zonnestraling, wordt door stofdeeltjes (3), wolken (19) en het
aardoppervlak (9) meteen teruggekaatst naar heelal.
20 eenheden worden door de atmosfeer geabsorbeerd (bestaat uit 17 stof en 3
wolken) en 49 eenheden bereiken het aardoppervlak.
Aarde straalt 114 eenheden langgolvige straling uit krijgt 49 eenheden van zon, 95
eenheden (langgolvig) door broeikaseffect. 12 eenheden verlaten aarde direct.
Overige 102 eenheden geabsorbeerd door atmosfeer en 95 weer terug naar aarde.
Er blijven 30 restdeeltjes over die worden omgezet in latente energie (23) en
voelbare warmte (7).
In de atmosfeer wordt 102+30+20 direct geabsorbeerd, dat is 152, dus overige 57
eenheden worden uitgestraald naar heelal (langgolvig). Andere 95 als broeikaseffect
terug naar aarde (langgolvig).
Mondiale luchtcirculatie
Lucht zet bij opwarming uit,
minder luchtdeeltjes, lucht
minder zwaar en drukt minder op
aardoppervlak
lagedrukgebied.
Koude lucht minder vocht
vasthouden meer regenen.
Lucht stroomt zijdelings af, vanaf evenaar naar Noord- en
Zuidpool. Rond 30º NB en ZB is lucht afgekoeld en daalt weer,
lucht is zwaar en drukt op aardoppervlak hogedrukgebied.
Lucht daalt, warmt weer op en is gortdroog: woestijn
(uitgeregend). Lucht stroomt weer deels naar evenaar, deels naar
de polen.
Rond 60º NB en ZB stijgt relatief warme lucht weer op tegen
koude lucht van de polen. Er ontstaat laagdrukgebied met veel
regen en wind. (Zoals NL). Dit is ander soort lagedrukgebied,
ontstaat boven oceaan en waait met overheersende ZW-wind
richting EU of westkust Noord-Amerika. Rond de polen is lucht
koud, zwaar en daalt hogedrukgebied.