EuroCollege Financieel Management
Het verhaal achter de cijfers, Kees van Alphen
Semester 1
Belangrijke formules:
- Current Ratio
Vlottende Activa / Vreemd Vermogen kort
- Quick Ratio
Vlottende Activa – Voorraad / Vreemd Vermogen kort
- Netto-werkkapitaal
Vlottende Activa – Vreemd Vermogen kort
- Bruto-werkkapitaal
Vlottende activa bij elkaar optellen
- Werkkapitaal
Netto-werkkapitaal / Totaal Vermogen * 100%
- Solvabiliteit
Eigen Vermogen / Totaal Vermogen
- Solvabiliteitsverhouding
Totale Activa / Vreemd Vermogen
- Debt Ratio
Vreemd Vermogen / Totaal Vermogen
- Dekkingsbijdrage
Brutowinst - Directe kosten / Jaaromzet
- Rentabiliteit Eigen Vermogen (REV)
Nettowinst / gemiddeld Eigen Vermogen
- Rentabiliteit Vreemd Vermogen (RVV)
Interest / gemiddeld Vreemd Vermogen
- Rentabiliteit Totaal Vermogen (RTV)
Nettowinst + interest / Totaal Vermogen
- Omloopsnelheid Voorraad
Inkoopwaarde van de Omzet (IWO) / gemiddelde Voorraad
- Omlooptijd dagen
Gemiddelde Voorraad / Inkoopwaarde van de Omzet (IWO) * 365 dagen
- Return on Sales (ROS)
Nettowinst / Jaaromzet * 100%
, Hoofdstuk 1
5 ondernemingsgebieden:
1. Missie, visie en strategie
2. Human Resource Management
3. Bedrijfsprocessen
4. Financiën
5. Marketing & Sales
5 omgevingsfactoren
1. (potentiële afnemers)
2. Leveranciers & partners
3. Externe ontwikkelingen
4. Concurrenten
5. Belanghebbenden
Invalshoeken financieel management
1. Financieren
2. Investeren
3. Management accounting
4. Inkomstenstroom
5. Financial accounting
Hoofdstuk 2
5 beoordelingscriteria
1. Eigen Vermogen
2. Winst
3. Kasstroom (Cashflow)
Directe kosten -> Hebben wel te maken met de productie
Indirecte kosten -> Hebben niet te maken met de productie
Bedrijfseconomische principes
- Inkomsten en uitgaven -> Feitelijke geldstromen
- Opbrengsten en kosten -> Onafhankelijk van feitelijke betaling
- Vaste kosten -> Variëren niet met de bedrijfsdrukte
- Variabele kosten -> Variëren wel met de bedrijfsdrukte
3 Soorten variabele kosten
1. Degressief variabele kosten -> Nemen steeds minder toe bij hogere productie
2. Proportioneel variabele kosten -> Nemen evenredig toe
3. Progressief variabele kosten -> Nemen steeds meer toe bij hogere productie
Het verhaal achter de cijfers, Kees van Alphen
Semester 1
Belangrijke formules:
- Current Ratio
Vlottende Activa / Vreemd Vermogen kort
- Quick Ratio
Vlottende Activa – Voorraad / Vreemd Vermogen kort
- Netto-werkkapitaal
Vlottende Activa – Vreemd Vermogen kort
- Bruto-werkkapitaal
Vlottende activa bij elkaar optellen
- Werkkapitaal
Netto-werkkapitaal / Totaal Vermogen * 100%
- Solvabiliteit
Eigen Vermogen / Totaal Vermogen
- Solvabiliteitsverhouding
Totale Activa / Vreemd Vermogen
- Debt Ratio
Vreemd Vermogen / Totaal Vermogen
- Dekkingsbijdrage
Brutowinst - Directe kosten / Jaaromzet
- Rentabiliteit Eigen Vermogen (REV)
Nettowinst / gemiddeld Eigen Vermogen
- Rentabiliteit Vreemd Vermogen (RVV)
Interest / gemiddeld Vreemd Vermogen
- Rentabiliteit Totaal Vermogen (RTV)
Nettowinst + interest / Totaal Vermogen
- Omloopsnelheid Voorraad
Inkoopwaarde van de Omzet (IWO) / gemiddelde Voorraad
- Omlooptijd dagen
Gemiddelde Voorraad / Inkoopwaarde van de Omzet (IWO) * 365 dagen
- Return on Sales (ROS)
Nettowinst / Jaaromzet * 100%
, Hoofdstuk 1
5 ondernemingsgebieden:
1. Missie, visie en strategie
2. Human Resource Management
3. Bedrijfsprocessen
4. Financiën
5. Marketing & Sales
5 omgevingsfactoren
1. (potentiële afnemers)
2. Leveranciers & partners
3. Externe ontwikkelingen
4. Concurrenten
5. Belanghebbenden
Invalshoeken financieel management
1. Financieren
2. Investeren
3. Management accounting
4. Inkomstenstroom
5. Financial accounting
Hoofdstuk 2
5 beoordelingscriteria
1. Eigen Vermogen
2. Winst
3. Kasstroom (Cashflow)
Directe kosten -> Hebben wel te maken met de productie
Indirecte kosten -> Hebben niet te maken met de productie
Bedrijfseconomische principes
- Inkomsten en uitgaven -> Feitelijke geldstromen
- Opbrengsten en kosten -> Onafhankelijk van feitelijke betaling
- Vaste kosten -> Variëren niet met de bedrijfsdrukte
- Variabele kosten -> Variëren wel met de bedrijfsdrukte
3 Soorten variabele kosten
1. Degressief variabele kosten -> Nemen steeds minder toe bij hogere productie
2. Proportioneel variabele kosten -> Nemen evenredig toe
3. Progressief variabele kosten -> Nemen steeds meer toe bij hogere productie