Orthopedagogische doelgroepen en werkvelden 1
Personen met een fysieke handicap
1.Historiek
Grieken:
- Gezonde geest in gezond lichaam
- Een aantal onderwijsvormen voor personen met een beperking.
Romeinen:
- Pater familias heeft wettelijk recht tot het doden van een ‘gebrekkig kind’.
- Christendom is staatsgodsdienst, de liefdadigheid krijgt vorm
Middeleeuwen:
- Onderdak in kloosters
- Volksvermaak en bedelstraf
Verlichting:
- Optimistische periode, fundamenten van de orthopedagogiek
- Medisch-pedagogische initiatieven vanuit concepten van menswaardigheid en sociaal nut.
Industriële revolutie:
- Veel fabrieken en gevaarlijke attributen -> arbeidsgehandicapten
- Opkomst voor verzorgingsinstellingen voor arbeidsgehandicapten
- Solidariteit versus economische belangen
WO II:
- Donkere bladzijde in de geschiedenis: verregaand onderzoek op en het steriliseren en doden van
personen met een beperking.
- Artsen moesten uitmaken als de personen mochten blijven leven.
20ste eeuw:
- Opkomst van georganiseerd onderwijs voor kinderen met een beperking
- Na WOII: reflex van een nieuwe morele code
- Opkomst van financiële compensatie
2. begripsomschrijving en etiologie
Voorkeursformulering: Personen met een fysieke beperking
Formulering volgens VAPH: Personen met een motorische beperking, meer bepaald met een
functieverlies ter hoogte van de ledematen, rug, wervelzuil of bekken/ personen met een
anatomisch afwijkingen.
Engelstalige formulering: A person with a physical disability
-> minder-validen of gehandicapten: gebruiken we niet
Motorisch: te veel de focus op het motorische, het gaat om veel meer dan het motorische
Anatomische: een heel plastische manier
3.Infantiele encefalopathie
Cerebrale parese
Centraal motorische, neuromotirische: te veel nadruk op het motorische
, 3.1 definitie
Een gestoorde houding en beweging, opgekomen in de eerste levensjaren, niet progressief,
gedeeltelijk functioneel herstelbaar, en te wijten aan een onvoldoende vorming of beschadiging van
het cerebrum.
- Een gestoorde houding en beweging: stoornis in houding en handelen. Vaak vervormde houding.
- In de eerste levensjaren: tot aan de leeftijd van 3 jaar. Voor 3 jaar is het een NAH. Kenmerk van
NAH is dat er een level is voor het letsel, een kind van 3 jaar weet niet veel van zijn vorige
levensjaren.
- Niet-progressief: het effect evolueert niet slechter. Het defect is er en blijft stabiel.
- Gedeeltelijk herstelbaar: spasticiteit gaat niet weg, je kan het wel onderhouden door kine.
3.2 etiologie
PRENATAAL (30%) PERINATAAL (60%) POSTATAAL (10%)
Zuurstofgebrek Zuurstofgebrek Zuurstofgebrek
Trauma Trauma Trauma
Infecties Infecties Infecties
Toxische stoffen Constitutionele factoren = Toxische stoffen
infecties
Genetische factoren Neoplasmata= ontstaan van
kisten
CVA= cardio vasculaire
aandoeningen, verstoppingen
in de ader.
3.3 indeling volgens lokalisatie
Waar doet de aandoening zich voor?
-> mono-: 1 ledemaat die niet goed werkt
-> di-: 2 afwijkingen
-> para-: de onderste ledematen, soms de romp erbij
-> tri-: 3 afwijkingen
-> hemi-: de helft van een lichaam
-> quadri-: armen en benen zijn onderhevig
3.4 indeling volgens mate
Parese: verzwakking, niet goed kunnen gebruiken
Plegie: verlamming
-> grijze zone tussen beide
3.5 indeling volgens aard.
Spasticiteit (75%)
- Stoornis in de motorische cortex (deel van de grote hersenen)
- Aangespannen spieren komen niet tot ontspanning (hypertonie)
-Verstijving en vervorming van gewrichten en botstructuren
-Bijkomende problemen:
->Stuipen, Verstandelijke-, visuele beperking
Personen met een fysieke handicap
1.Historiek
Grieken:
- Gezonde geest in gezond lichaam
- Een aantal onderwijsvormen voor personen met een beperking.
Romeinen:
- Pater familias heeft wettelijk recht tot het doden van een ‘gebrekkig kind’.
- Christendom is staatsgodsdienst, de liefdadigheid krijgt vorm
Middeleeuwen:
- Onderdak in kloosters
- Volksvermaak en bedelstraf
Verlichting:
- Optimistische periode, fundamenten van de orthopedagogiek
- Medisch-pedagogische initiatieven vanuit concepten van menswaardigheid en sociaal nut.
Industriële revolutie:
- Veel fabrieken en gevaarlijke attributen -> arbeidsgehandicapten
- Opkomst voor verzorgingsinstellingen voor arbeidsgehandicapten
- Solidariteit versus economische belangen
WO II:
- Donkere bladzijde in de geschiedenis: verregaand onderzoek op en het steriliseren en doden van
personen met een beperking.
- Artsen moesten uitmaken als de personen mochten blijven leven.
20ste eeuw:
- Opkomst van georganiseerd onderwijs voor kinderen met een beperking
- Na WOII: reflex van een nieuwe morele code
- Opkomst van financiële compensatie
2. begripsomschrijving en etiologie
Voorkeursformulering: Personen met een fysieke beperking
Formulering volgens VAPH: Personen met een motorische beperking, meer bepaald met een
functieverlies ter hoogte van de ledematen, rug, wervelzuil of bekken/ personen met een
anatomisch afwijkingen.
Engelstalige formulering: A person with a physical disability
-> minder-validen of gehandicapten: gebruiken we niet
Motorisch: te veel de focus op het motorische, het gaat om veel meer dan het motorische
Anatomische: een heel plastische manier
3.Infantiele encefalopathie
Cerebrale parese
Centraal motorische, neuromotirische: te veel nadruk op het motorische
, 3.1 definitie
Een gestoorde houding en beweging, opgekomen in de eerste levensjaren, niet progressief,
gedeeltelijk functioneel herstelbaar, en te wijten aan een onvoldoende vorming of beschadiging van
het cerebrum.
- Een gestoorde houding en beweging: stoornis in houding en handelen. Vaak vervormde houding.
- In de eerste levensjaren: tot aan de leeftijd van 3 jaar. Voor 3 jaar is het een NAH. Kenmerk van
NAH is dat er een level is voor het letsel, een kind van 3 jaar weet niet veel van zijn vorige
levensjaren.
- Niet-progressief: het effect evolueert niet slechter. Het defect is er en blijft stabiel.
- Gedeeltelijk herstelbaar: spasticiteit gaat niet weg, je kan het wel onderhouden door kine.
3.2 etiologie
PRENATAAL (30%) PERINATAAL (60%) POSTATAAL (10%)
Zuurstofgebrek Zuurstofgebrek Zuurstofgebrek
Trauma Trauma Trauma
Infecties Infecties Infecties
Toxische stoffen Constitutionele factoren = Toxische stoffen
infecties
Genetische factoren Neoplasmata= ontstaan van
kisten
CVA= cardio vasculaire
aandoeningen, verstoppingen
in de ader.
3.3 indeling volgens lokalisatie
Waar doet de aandoening zich voor?
-> mono-: 1 ledemaat die niet goed werkt
-> di-: 2 afwijkingen
-> para-: de onderste ledematen, soms de romp erbij
-> tri-: 3 afwijkingen
-> hemi-: de helft van een lichaam
-> quadri-: armen en benen zijn onderhevig
3.4 indeling volgens mate
Parese: verzwakking, niet goed kunnen gebruiken
Plegie: verlamming
-> grijze zone tussen beide
3.5 indeling volgens aard.
Spasticiteit (75%)
- Stoornis in de motorische cortex (deel van de grote hersenen)
- Aangespannen spieren komen niet tot ontspanning (hypertonie)
-Verstijving en vervorming van gewrichten en botstructuren
-Bijkomende problemen:
->Stuipen, Verstandelijke-, visuele beperking