Inzendopdracht 252R1 Filiz Aydin
Judith zit voor een goot deel van de dag in de rolstoel. Dit betekent dat ze niet veel mobiel is en
hierdoor veel afhankelijk is van derden. De spierfunctie is verminderd, wat ook verklaard waarom
Judith groot deel van haar tijd in de rolstoel zit. De kracht in de armen is wel voldoende om ook in de
rolstoel dingen te ondernemen, bijv. eigen boterham smeren en aankleden. Echtgenoot Bert neemt
wel de zwaardere taken over, naast het hebben van een full time baan. Hij doet bijv. veel van de
huishoudelijke taken en helpt bij de verzorging van Judith wanneer de thuiszorg er niet is.
Vanwege krachtsverlies heeft Judith haar kind ter wereld gebracht m.b.v. keizersnede. Het gezin
krijgt 8 dagen lang hulp van kraamzorg. Daarna wordt extra thuiszorg ingeschakeld.
Primaire preventie
Door de lichamelijke klachten van de operatie en de ziekte MS, is Judith erg moe. Wel wilt ze
proberen om borstvoeding te geven. Ze krijgt hierbij voorlichting en hulp om het kind goed aan te
leggen. Voorlichting bestaat ook uit voedingsadviezen, om te voorkomen dat de baby last van
darmkrampjes krijgt. Judith moet gezond eten: dus gevarieerd eten van fruit, groente en vooral goed
drinken. en Er worden ook hulpmiddelen gebruikt om het voeden te optimaliseren. De
melkproductie wordt wel beïnvloed door lichamelijke en psychische gesteldheid van moed. De
pasgeborene moet goed geobserveerd worden om ondergewicht te voorkomen. Dit kan door de
baby elke dag te wegen en signalen van de baby (veel huilen, niet tevreden na drinken). Ook moet
men waakzaam zijn op de spierfunctie van Judith. Door vermoeidheid en uitvalsverschijnselen in de
armen, is er kans op valrisico bij de pasgeborene. Judith moet duidelijk aangeven, wanneer zij geen
of weinig kracht heeft om haar baby op te tillen of vast te houden.
Secundair preventie
Om de kraamperiode voor Judith en Bert te optimaliseren, moet zij beiden voldoende rustmomenten
op de dag hebben. Er moet voorkomen worden dat beiden lichamelijk en psychisch overbelast
worden. Judith moet bijv. tussen de voedmomenten ook gaan liggen (evt. slapen). Na het voeden zal
de baby ook gaan slapen. De kraamzorg neemt ook de huishoudelijke taken over, zodat Bert ook tijd
voor zichzelf neemt. Judith is al bekend met obstipatie klachten, die door borstvoeding verergert
kunnen worden. Zij zal gestimuleerd worden om vezelrijk e voeding te eten en veel te drinken. Het
doel is dat ze op z’n minst om de dag ontlasting heeft. Als Judith na 3 dagen nog steeds niet naar de
wc is geweest, kan er gevraagd worden om laxerende medicatie. Ook heeft Judith een buikwond
vanwege keizersnede. De wond wordt elke dag verzorgd en een infectie tijdig gesignaleerd.
Judith zit voor een goot deel van de dag in de rolstoel. Dit betekent dat ze niet veel mobiel is en
hierdoor veel afhankelijk is van derden. De spierfunctie is verminderd, wat ook verklaard waarom
Judith groot deel van haar tijd in de rolstoel zit. De kracht in de armen is wel voldoende om ook in de
rolstoel dingen te ondernemen, bijv. eigen boterham smeren en aankleden. Echtgenoot Bert neemt
wel de zwaardere taken over, naast het hebben van een full time baan. Hij doet bijv. veel van de
huishoudelijke taken en helpt bij de verzorging van Judith wanneer de thuiszorg er niet is.
Vanwege krachtsverlies heeft Judith haar kind ter wereld gebracht m.b.v. keizersnede. Het gezin
krijgt 8 dagen lang hulp van kraamzorg. Daarna wordt extra thuiszorg ingeschakeld.
Primaire preventie
Door de lichamelijke klachten van de operatie en de ziekte MS, is Judith erg moe. Wel wilt ze
proberen om borstvoeding te geven. Ze krijgt hierbij voorlichting en hulp om het kind goed aan te
leggen. Voorlichting bestaat ook uit voedingsadviezen, om te voorkomen dat de baby last van
darmkrampjes krijgt. Judith moet gezond eten: dus gevarieerd eten van fruit, groente en vooral goed
drinken. en Er worden ook hulpmiddelen gebruikt om het voeden te optimaliseren. De
melkproductie wordt wel beïnvloed door lichamelijke en psychische gesteldheid van moed. De
pasgeborene moet goed geobserveerd worden om ondergewicht te voorkomen. Dit kan door de
baby elke dag te wegen en signalen van de baby (veel huilen, niet tevreden na drinken). Ook moet
men waakzaam zijn op de spierfunctie van Judith. Door vermoeidheid en uitvalsverschijnselen in de
armen, is er kans op valrisico bij de pasgeborene. Judith moet duidelijk aangeven, wanneer zij geen
of weinig kracht heeft om haar baby op te tillen of vast te houden.
Secundair preventie
Om de kraamperiode voor Judith en Bert te optimaliseren, moet zij beiden voldoende rustmomenten
op de dag hebben. Er moet voorkomen worden dat beiden lichamelijk en psychisch overbelast
worden. Judith moet bijv. tussen de voedmomenten ook gaan liggen (evt. slapen). Na het voeden zal
de baby ook gaan slapen. De kraamzorg neemt ook de huishoudelijke taken over, zodat Bert ook tijd
voor zichzelf neemt. Judith is al bekend met obstipatie klachten, die door borstvoeding verergert
kunnen worden. Zij zal gestimuleerd worden om vezelrijk e voeding te eten en veel te drinken. Het
doel is dat ze op z’n minst om de dag ontlasting heeft. Als Judith na 3 dagen nog steeds niet naar de
wc is geweest, kan er gevraagd worden om laxerende medicatie. Ook heeft Judith een buikwond
vanwege keizersnede. De wond wordt elke dag verzorgd en een infectie tijdig gesignaleerd.
