Avv tentamen 22 juni 2020 blok 8
Inhoudsopgave
2.3 AVVC De uitgangspunten en methoden van kwalitatief onderzoek (Jitse Schuurmans) (wo 6 mei)............................................1
2.4 AVVG Het belang van theoriegebruik in kwalitatief onderzoek en documentanalyse (wo 6 mei)...............................................6
5.3 AVVC Analyseren en coderen (Martijn Felder) (wo 27 mei)....................................................................................................... 9
5.5 AVVG Hoe analyseer je data uit een interview of document? (wo 27 mei)..............................................................................12
2.3 AVVC De uitgangspunten en methoden van kwalitatief onderzoek (Jitse
Schuurmans) (wo 6 mei)
Leerdoelen:
de methoden van kwalitatief onderzoek benoemen
het belang van data-triangulatie toelichten
Verplichte literatuur:
Mortelmans, D (2013) Handboek Kwalitatieve Onderzoeksmethoden. Vierde Herziene druk. Leuven:
Acco. Hoofdstuk Interviewen
Aantekeningen:
Inleiding kwalitatieve methode (deel 1)
1. Kwalitatief en Kwantitatief: de belangrijkste verschillen - 2. ‘Digitale’ kwalitatieve methoden - 3. Wat is
‘goed’ onderzoek? Betrouwbaarheid en validiteit
Belangrijk voor hoe je naar de werkelijkheid kijkt, hoe je je
onderzoeksonderwerp gaat benaderen. Verschillende
uitgangspunten: ontologisch, epistemologisch, theorie,
methoden.
Er zijn uitzonderingen: kwantitatief onderzoek is net altijd
observatief.
Ontologische verschillen
Ontologie, zijnsleer, de leer van wat er bestaat en
hoe het bestaat (Leezenberg & de Vries, 2001).
o Hoe moeten we sociale entiteiten
conceptualiseren? Hoe moeten wij denken
over de sociale werkelijkheid. Er zijn twee
vormen:
Objectivisme & Constructivisme
o Objectivisme: bij de meeste kwantitatieve
onderzoeken. Uitgangspunt is dat wij sociale instituties zien die buiten het menselijk
handelen zien. Denk aan hoe wij een organisatie moeten conceptualiseren.
o Constructivisme: meeste kwalitatieve onderzoeken als uitgangspunt. Je kijkt naar regels,
routine, procedures. We beschrijven organisaties als het ware dat wat mensen doen niet
1
, echt uitmaakt. Buiten het handelen van de individu. Werkelijkheid is niet zo snel te
veranderen.
o Daarnaast heeft de onderzoeker geen invloed op de sociale werkelijkheid. In het
objectivisme kijken we naar sociale constructen op een hele andere manier.
Ontologische posities: een voorbeeld
We hebben deze site. Deze site houdt heel nauwkeurig
bij het aantal corona patiënten etc. in het uitgangspunt
van de ontologische verklaring nemen we dit als een
gegeven, daar kunnen we allerlei analyses mee doen.
Het sterftecijfer heeft per land veel verschillen. Hoe
komt dat? Zijn er in België meer besmettingen? Dat is niet per definitie
het geval. Dit soort vragen zou je kunnen onderzoeken met meer
kwantitatieve methoden waarbij je correlaties gaat onderzoeken. In een
constructivistische methode stel je andere vragen. Achter deze grafiek
kan bijvoorbeeld liggen dat er in de verschillende landen anders geteld
wordt. Hoe worden de sterftecijfers gemaakt? Leidt tot een heel ander
perspectief.
Hoe wordt een doodsoorzaak vastgesteld?
Niet eenvoudig. Moeilijk aan te geven wat de
doorslaggevende factor was. Het vaststellen van de
doodsoorzaak gaat aan de hand van culturele regels. Bij
sommige oorzaken worden als legitiem gezien en andere
niet. Ouderdom is bijvoorbeeld geen legitieme
doodsoorzaak in de meeste westerse landen.
Hoe worden ze vastgesteld?
ICD: document uitgegeven door de WHO. Document bevat een lijst van geaccepteerde
doodsoorzaken. De tabel geeft de classificaties aan van welke categorieën er zijn. Dit document is
niet statisch. Een veranderlijk document.
o Naast de categorieën heeft de ICD ook regels over welke aandoeningen prioriteit hebben.
Ook dit is veranderlijk. Op basis van deze regels moeten degene die de overlijdens
statistieken maken, codes aanbrengen aan overlijdensaktes.
Een constructivistische benadering
Case 1 Married male. Age 28. Unemployed. Cause of death: Poisoning by alcohol, Valium and Dalmane.
In 1989 the deceased had been attacked and had received head injuries. After that he suffered from
headaches for which he took tablets. He spent the night of 9 June alone, in his sister's house. When the
deceased failed to return home, his brother-in-law went to the house where the deceased had stayed, and
forced an entry. He found the deceased lying dead on the floor of the sitting room. There were 367 mg of
alcohol per 100 ml in his blood. Its effects had been increased by the use of the drugs Valium and
Dalmane (Prior, 2004).
Case 2 Married female. Age 58. No occupation. Cause of death: Poisoning by Maprotiline.
2
Inhoudsopgave
2.3 AVVC De uitgangspunten en methoden van kwalitatief onderzoek (Jitse Schuurmans) (wo 6 mei)............................................1
2.4 AVVG Het belang van theoriegebruik in kwalitatief onderzoek en documentanalyse (wo 6 mei)...............................................6
5.3 AVVC Analyseren en coderen (Martijn Felder) (wo 27 mei)....................................................................................................... 9
5.5 AVVG Hoe analyseer je data uit een interview of document? (wo 27 mei)..............................................................................12
2.3 AVVC De uitgangspunten en methoden van kwalitatief onderzoek (Jitse
Schuurmans) (wo 6 mei)
Leerdoelen:
de methoden van kwalitatief onderzoek benoemen
het belang van data-triangulatie toelichten
Verplichte literatuur:
Mortelmans, D (2013) Handboek Kwalitatieve Onderzoeksmethoden. Vierde Herziene druk. Leuven:
Acco. Hoofdstuk Interviewen
Aantekeningen:
Inleiding kwalitatieve methode (deel 1)
1. Kwalitatief en Kwantitatief: de belangrijkste verschillen - 2. ‘Digitale’ kwalitatieve methoden - 3. Wat is
‘goed’ onderzoek? Betrouwbaarheid en validiteit
Belangrijk voor hoe je naar de werkelijkheid kijkt, hoe je je
onderzoeksonderwerp gaat benaderen. Verschillende
uitgangspunten: ontologisch, epistemologisch, theorie,
methoden.
Er zijn uitzonderingen: kwantitatief onderzoek is net altijd
observatief.
Ontologische verschillen
Ontologie, zijnsleer, de leer van wat er bestaat en
hoe het bestaat (Leezenberg & de Vries, 2001).
o Hoe moeten we sociale entiteiten
conceptualiseren? Hoe moeten wij denken
over de sociale werkelijkheid. Er zijn twee
vormen:
Objectivisme & Constructivisme
o Objectivisme: bij de meeste kwantitatieve
onderzoeken. Uitgangspunt is dat wij sociale instituties zien die buiten het menselijk
handelen zien. Denk aan hoe wij een organisatie moeten conceptualiseren.
o Constructivisme: meeste kwalitatieve onderzoeken als uitgangspunt. Je kijkt naar regels,
routine, procedures. We beschrijven organisaties als het ware dat wat mensen doen niet
1
, echt uitmaakt. Buiten het handelen van de individu. Werkelijkheid is niet zo snel te
veranderen.
o Daarnaast heeft de onderzoeker geen invloed op de sociale werkelijkheid. In het
objectivisme kijken we naar sociale constructen op een hele andere manier.
Ontologische posities: een voorbeeld
We hebben deze site. Deze site houdt heel nauwkeurig
bij het aantal corona patiënten etc. in het uitgangspunt
van de ontologische verklaring nemen we dit als een
gegeven, daar kunnen we allerlei analyses mee doen.
Het sterftecijfer heeft per land veel verschillen. Hoe
komt dat? Zijn er in België meer besmettingen? Dat is niet per definitie
het geval. Dit soort vragen zou je kunnen onderzoeken met meer
kwantitatieve methoden waarbij je correlaties gaat onderzoeken. In een
constructivistische methode stel je andere vragen. Achter deze grafiek
kan bijvoorbeeld liggen dat er in de verschillende landen anders geteld
wordt. Hoe worden de sterftecijfers gemaakt? Leidt tot een heel ander
perspectief.
Hoe wordt een doodsoorzaak vastgesteld?
Niet eenvoudig. Moeilijk aan te geven wat de
doorslaggevende factor was. Het vaststellen van de
doodsoorzaak gaat aan de hand van culturele regels. Bij
sommige oorzaken worden als legitiem gezien en andere
niet. Ouderdom is bijvoorbeeld geen legitieme
doodsoorzaak in de meeste westerse landen.
Hoe worden ze vastgesteld?
ICD: document uitgegeven door de WHO. Document bevat een lijst van geaccepteerde
doodsoorzaken. De tabel geeft de classificaties aan van welke categorieën er zijn. Dit document is
niet statisch. Een veranderlijk document.
o Naast de categorieën heeft de ICD ook regels over welke aandoeningen prioriteit hebben.
Ook dit is veranderlijk. Op basis van deze regels moeten degene die de overlijdens
statistieken maken, codes aanbrengen aan overlijdensaktes.
Een constructivistische benadering
Case 1 Married male. Age 28. Unemployed. Cause of death: Poisoning by alcohol, Valium and Dalmane.
In 1989 the deceased had been attacked and had received head injuries. After that he suffered from
headaches for which he took tablets. He spent the night of 9 June alone, in his sister's house. When the
deceased failed to return home, his brother-in-law went to the house where the deceased had stayed, and
forced an entry. He found the deceased lying dead on the floor of the sitting room. There were 367 mg of
alcohol per 100 ml in his blood. Its effects had been increased by the use of the drugs Valium and
Dalmane (Prior, 2004).
Case 2 Married female. Age 58. No occupation. Cause of death: Poisoning by Maprotiline.
2
