Tijd van pruiken en revoluties
1700 - 1800
7.1 Nieuwe ideeën over samenleven
KA: rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, economie, politiek en sociale verhoudingen
KA: Voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse
verlichte wijze vorm te geven ( verlicht absolutisme)
Rationeel optimisme: door het gebruiken van het verstand begonnen mensen dingen te begrijpen.
Het positieve verstand
Wet
Wetenschappelijke revolutie (17e eeuw) en scha
ppe
lij
- Natuurkunde k de
nken
- Wiskunde
- Biologie
Verlichting / verlicht denken (18e eeuw)
Leidt
tot op
- Godsdienst
timism
e - Economie
- Politiek
- Sociale verhoudingen
Volkssoevereiniteit Natuurlijke rechten Trias politica
- Bevolking heeft het - ieder mens heeft recht op - wetgevende, uitvoerende
hoogste gezag leven, vrijheid en bezit en rechterlijke macht
moeten van elkaar
- Overheid gebonden - andere mogen verwachten gescheiden zijn om
aan grondwet dat die rechten worden machtsmisbruik tegen te
geaccepteerd gaan
- Bevolking mag in
opstand komen tegen
een slechte overheid
3 belangrijke mensen:
Locke: Vond dat mensen onderling een sociaal contract moesten sluiten, zo zouden ze
een politieke eenheid vormen
Montesquieu: Macht moest niet in de handen van 1 persoon zijn, macht moest verdeeld worden.
Vond Trias Politica beste middel om dit te bereiken
Rousseua: Steunde idee sociaal contract, vond wel dat het volk de hoogste macht moest
bezitten
Verlichting: na de donkere periode (kerk aan de macht), werd er verlicht gekeken en gedacht naar/
over dingen .
Ancien regime: het oude systeem
Koning Droit divin: koning alle macht, absoluut vorst
St
an
Geestelijk
de
n
Adel
sy
ste
em
Boeren en burgers
1
, Frederik II van Pruisen ( ook wel Frederik de Grote)
“Alles voor het volk, maar niet door het volk”
Absoluut vorst Verlichtend vorst
- de onderdanen droegen de - Droit divin had geen enkele waarde
autoriteiten over aan hem voor hem
- Dit kon niet worden opgezegd - hij voelt zich verantwoordelijk voor
het welzijn van zijn onderdanen /
- Hij ziet zichzelf als het alles volk
regelende hoofd
7.2 Slavernij in de koloniën
KA: Uitbouwen van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantage koloniën en daarmee
verbonden trans-atlantische slavenhandel, en de opkomst van het absolutisme .
Plantage koloniën: een overzees gebiedsdeel met grote landbouwgebieden waar slaven
handelsgewassen voor de Europese markt.
Trans-atlantische slavenhandel: Afrikanen vervoeren naar Amerika om hen daar als slaven te werk
te stellen
De Britten hadden ook plantage koloniën in hun kolonie in Amerika
In 1609: Kolonie Virginia, een plantage kolonie
In het begin maakte de Britten gebruik van contractarbeiders uit Engeland
Contractarbeiders uit Engeland
- zelfde taal Adam smith : “werken goed met mensen uit eigen land,
- Zelfde cultuur goed voor de economie”
- Zelfde methodes
Probleem:
- men begon een eigen plantage : zzp’ers
- gevolg: concurrentie en geen arbeiders meer
- bevolking Engeland kromp met 10%
- gevolg: werden dus duurder
1685-1700: massaal (Afrikaanse) slaven inzetten
Waarom Afrikaanse slaven?
- winstgevend : minimaal betalen, maximale omzet
- bestand tegen Engelse ziektes en malaria
Plantage kolonie
1807: slavenhandel afgeschaft in het Britse rijk
1833: gehele slavernij afgeschaft groot britanië
Oorzaak
1861-1865: Amerikaanse burger oorlog
1863: gehele slavernij afgeschaft in Amerika
2