Maandag 14 oktober 2019
Metabolism
Han, Lil
1. Metabole routes
- That cells make energy available by oxidation of highly reduced carbon atoms
- What the main catabolic routes are and what their input and output is
- How oxidation can directly drive production of compounds with high group transfer
potential
Oxidatietoestand/redoxtoestand: CH2 moeten ionen worden > ioniseren. C is meer
elektronegatief dan H. De twee elektronen van H gaan naar C. Dan krijgt de C een
redoxtoestand van -2. H wordt 2x +1 etc.
-2 0 +2 +3 +4
Afstaan van een elektron betekent dat het elektron op een lager energieniveau komt. De
energie-inhoud van het molecuul neemt bij oxidatie af. Tijdens die oxidatie komt die energie
vrij.
CO2 kan niet meer geöxideerd worden.
Als je vet eet krijg je meer energie dan als je suiker eet. In vet heeft de C een hogere
redoxtoestand dan in glucose. In glucose zijn alle C-atomen verbonden met zuurstof. Er zit
minder energie in glucose.
CO2 in brandblusser omdat het niet brandt > kan niet meer oxideren.
, Je wil voedsel verwerken! > metabolisme. In de darm zorgen we dat het aminozuren, suikers
en vetten worden mbv hydrolases, proteases, lipases ?
GLUCOSE
1. Glycolyse
Energy-generation is FOUT > je kan energie transformeren maar NIET maken/laten
verdwijnen.
Glucose komt binnen, ATP wordt gebruikt om glucose te fosforyleren > glucose-6-phosphate.
De cel maakt van een aldose een ketose (C1-atoom buiten de ring). ZIE ELEARNING
De facilitator zorgt ervoor dat glucose de cel binnenkomt. Deze facilitator heeft een
bindingsplek, een Vmax en een Km (zoals elk ander enzym). Als je glucose fosforyleert, wordt
dit ook weer de cel uit gepompt (glucose-6-phosphate de cel uit).
GAPDH-reactie: fosfaat uit een oplossing plakt zomaar > onvoordelig energie.
Metabolism
Han, Lil
1. Metabole routes
- That cells make energy available by oxidation of highly reduced carbon atoms
- What the main catabolic routes are and what their input and output is
- How oxidation can directly drive production of compounds with high group transfer
potential
Oxidatietoestand/redoxtoestand: CH2 moeten ionen worden > ioniseren. C is meer
elektronegatief dan H. De twee elektronen van H gaan naar C. Dan krijgt de C een
redoxtoestand van -2. H wordt 2x +1 etc.
-2 0 +2 +3 +4
Afstaan van een elektron betekent dat het elektron op een lager energieniveau komt. De
energie-inhoud van het molecuul neemt bij oxidatie af. Tijdens die oxidatie komt die energie
vrij.
CO2 kan niet meer geöxideerd worden.
Als je vet eet krijg je meer energie dan als je suiker eet. In vet heeft de C een hogere
redoxtoestand dan in glucose. In glucose zijn alle C-atomen verbonden met zuurstof. Er zit
minder energie in glucose.
CO2 in brandblusser omdat het niet brandt > kan niet meer oxideren.
, Je wil voedsel verwerken! > metabolisme. In de darm zorgen we dat het aminozuren, suikers
en vetten worden mbv hydrolases, proteases, lipases ?
GLUCOSE
1. Glycolyse
Energy-generation is FOUT > je kan energie transformeren maar NIET maken/laten
verdwijnen.
Glucose komt binnen, ATP wordt gebruikt om glucose te fosforyleren > glucose-6-phosphate.
De cel maakt van een aldose een ketose (C1-atoom buiten de ring). ZIE ELEARNING
De facilitator zorgt ervoor dat glucose de cel binnenkomt. Deze facilitator heeft een
bindingsplek, een Vmax en een Km (zoals elk ander enzym). Als je glucose fosforyleert, wordt
dit ook weer de cel uit gepompt (glucose-6-phosphate de cel uit).
GAPDH-reactie: fosfaat uit een oplossing plakt zomaar > onvoordelig energie.