Kwalitatief onderzoek
Lesweek 1: Inleiding
Kwalitatief onderzoek:
- diepte, waarom
- interviews
- open vragen
- hoe, waarom
- Behoefte van de klant achterhalen
Kwantitatief onderzoek:
- hoeveelheid
- steekproef
- cijfers
- representatief
- enquêtes
- gesloten vragen
Drie methoden bij een kwalitatief onderzoek:
1. kwalitatief interview
2. Observeren
3. Focusgroepen
Lesweek 2: Deel I Vinden van de juiste respondenten
Goede respondenten zijn:
- mensen die midden in het oriëntatieproces zitten: vlak voor of na de aankoop;
- mensen die een relevante ervaring hebben;
- mensen die zich open durven te stellen.
Het onderwerp van het onderwerp moet vers zijn bij de respondenten.
Hoeveel respondenten:
Kwalitatief: 12, 15 of 20
Kwantitatief:
Interne validiteit:
Bij een kwalitatief onderzoek streef je niet naar de representativiteit van de populatie, maar naar de
representativiteit van het onderwerp:’ Hebben we in ons onderzoek alle aspecten afgedekt die een
rol spelen bij ons onderwerp van onderzoek voor deze speciale groep?’
Externe validiteit:
De statistische representativiteit naar de totale populatie.
Notities uit de les:
Operationaliseren: Topic lijst, checklist en vragenlijst
- Kernbegrip uit de probleemstelling
- Aspect, indicatie, vraag
Voorbeeld: Aspect = loyaliteit Indicator = aanbevelen/opnieuw kopen vraag
, Kwalitatief onderzoek
Indicatieve onderzoeken Verschillen in subgroepen aan de hand van steekproeven.
Selecteren en uitnodigen van respondenten:
- Waar vind ik respondenten?
- Hoe zorg ik ervoor dat mensen zich willen laten interviewen?
- Wat vertel ik mensen als ik ze uitnodig voor een interview?
- Hoe zorg ik ervoor dat mensen zich niet mentaal gaan voorbereiden?
- Hoe gaat het verder als ik geschikte respondenten vind?
Waar vind ik respondenten?
- Niet binnen bekenden (familie of vrienden) gaan zoeken. Kennissen gedragen zich anders tegenover
interviewers:
• Ongemakkelijke vragen vermijden
• Geeft liever geen antwoorden op ongemakkelijke vragen
• Behoren niet tot de doelgroep waar je eigenlijk onderzoek naar doet
- Sneeuwbaleffect Vraag aan je familie/vrienden of zij iemand kennen voor jou onderzoek.
Hoe zorg ik ervoor dat mensen zich willen laten interviewen?
-
p.29-35 nog doen
Lesweek 3: deel II Voorbereidingen
Interviewleidraad/gespreksgids Interviewer moet het document niet letterlijk voorlezen/oplezen,
maar als leidraad gebruiken.
Functie gespreksgids:
- Zorgt voor een goede flow in het gesprek, maar je zal vooral moet improviseren.
Aspecten gespreksgids:
1. Vraagselectie Hoe vind ik de beste vraagpunten voor hete gesprek
2. Structuur Hoe zorg je voor een logische flow
3. Formulering Welke vraagformulering levert mij de meeste en beste antwoorden op
Vraagselectie Hoe vind ik de beste vraagpunten voor hete gesprek
- Model van Lasswell p. 40
Structuur Hoe zorg je voor een logische flow
- Concreet naar abstract, met makkelijke vragen bouw je eerst vertrouwen op
- Algemeen naar specifiek, voorkomen dat mensen hun antwoorden gaan baseren op eerdere
antwoorden.
Op p.41 lesboek staan voorbeelden van vragen.
Opbouwen goeie vertrouwensrelatie met de respondent:
- Er zijn geen goede of foute antwoorden
- Vertel iets over jezelf om jezelf kwetsbaar op te stellen
- p. 44 lesboek weer een figuur
Lesweek 1: Inleiding
Kwalitatief onderzoek:
- diepte, waarom
- interviews
- open vragen
- hoe, waarom
- Behoefte van de klant achterhalen
Kwantitatief onderzoek:
- hoeveelheid
- steekproef
- cijfers
- representatief
- enquêtes
- gesloten vragen
Drie methoden bij een kwalitatief onderzoek:
1. kwalitatief interview
2. Observeren
3. Focusgroepen
Lesweek 2: Deel I Vinden van de juiste respondenten
Goede respondenten zijn:
- mensen die midden in het oriëntatieproces zitten: vlak voor of na de aankoop;
- mensen die een relevante ervaring hebben;
- mensen die zich open durven te stellen.
Het onderwerp van het onderwerp moet vers zijn bij de respondenten.
Hoeveel respondenten:
Kwalitatief: 12, 15 of 20
Kwantitatief:
Interne validiteit:
Bij een kwalitatief onderzoek streef je niet naar de representativiteit van de populatie, maar naar de
representativiteit van het onderwerp:’ Hebben we in ons onderzoek alle aspecten afgedekt die een
rol spelen bij ons onderwerp van onderzoek voor deze speciale groep?’
Externe validiteit:
De statistische representativiteit naar de totale populatie.
Notities uit de les:
Operationaliseren: Topic lijst, checklist en vragenlijst
- Kernbegrip uit de probleemstelling
- Aspect, indicatie, vraag
Voorbeeld: Aspect = loyaliteit Indicator = aanbevelen/opnieuw kopen vraag
, Kwalitatief onderzoek
Indicatieve onderzoeken Verschillen in subgroepen aan de hand van steekproeven.
Selecteren en uitnodigen van respondenten:
- Waar vind ik respondenten?
- Hoe zorg ik ervoor dat mensen zich willen laten interviewen?
- Wat vertel ik mensen als ik ze uitnodig voor een interview?
- Hoe zorg ik ervoor dat mensen zich niet mentaal gaan voorbereiden?
- Hoe gaat het verder als ik geschikte respondenten vind?
Waar vind ik respondenten?
- Niet binnen bekenden (familie of vrienden) gaan zoeken. Kennissen gedragen zich anders tegenover
interviewers:
• Ongemakkelijke vragen vermijden
• Geeft liever geen antwoorden op ongemakkelijke vragen
• Behoren niet tot de doelgroep waar je eigenlijk onderzoek naar doet
- Sneeuwbaleffect Vraag aan je familie/vrienden of zij iemand kennen voor jou onderzoek.
Hoe zorg ik ervoor dat mensen zich willen laten interviewen?
-
p.29-35 nog doen
Lesweek 3: deel II Voorbereidingen
Interviewleidraad/gespreksgids Interviewer moet het document niet letterlijk voorlezen/oplezen,
maar als leidraad gebruiken.
Functie gespreksgids:
- Zorgt voor een goede flow in het gesprek, maar je zal vooral moet improviseren.
Aspecten gespreksgids:
1. Vraagselectie Hoe vind ik de beste vraagpunten voor hete gesprek
2. Structuur Hoe zorg je voor een logische flow
3. Formulering Welke vraagformulering levert mij de meeste en beste antwoorden op
Vraagselectie Hoe vind ik de beste vraagpunten voor hete gesprek
- Model van Lasswell p. 40
Structuur Hoe zorg je voor een logische flow
- Concreet naar abstract, met makkelijke vragen bouw je eerst vertrouwen op
- Algemeen naar specifiek, voorkomen dat mensen hun antwoorden gaan baseren op eerdere
antwoorden.
Op p.41 lesboek staan voorbeelden van vragen.
Opbouwen goeie vertrouwensrelatie met de respondent:
- Er zijn geen goede of foute antwoorden
- Vertel iets over jezelf om jezelf kwetsbaar op te stellen
- p. 44 lesboek weer een figuur